0 cm / 0"
30 cm / 12"
3.5.2 Grenzen van het werkgebied
De afstand van de begrenzingsdraad tot obstakels
varieert en is afhankelijk van wat er pal naast het
werkgebied ligt.
Als het werkgebied wordt begrensd door bijvoorbeeld
een muur of hek (5 cm/2 inch of hoger) moet de
begrenzingsdraad op 35 cm/ inch vanaf het obstakel
worden gelegd. Dat voorkomt dat de robotmaaier op een
obstakel botst en beperkt slijtage aan de kap. Ongeveer
20 cm/ inch van het gazon rond het vaste obstakel zal
niet worden gemaaid.
Als het werkgebied grenst aan een kleine greppel, een
bloemperk, of een kleine verhoging, zoals een lage
stoeprand (1-5 cm/ inch), moet de begrenzingsdraad op
30 cm/ inch binnen het werkgebied worden gelegd.
Hiermee wordt voorkomen dat de wielen in de greppel of
16 - Installatie
10 cm / 4"
35 cm / 14"
35 cm
> 5 cm
op de stoep rijden, dit kan namelijk leiden tot overmatige
slijtage van de robotmaaier. Ongeveer 15 cm/ inch van
het gazon langs de greppel/stoeprand wordt niet
gemaaid.
Als het werkgebied grenst aan een tegelpad of iets
dergelijks, dat ongeveer op dezelfde hoogte ligt als het
gazon (+/- 1 cm/0,4 inch), is het mogelijk om de
robotmaaier een eindje over het pad te laten rijden. De
begrenzingsdraad moet dan 10 cm/ inch vanaf de rand
van het pad worden gelegd. Al het gras langs het
tegelpad wordt gemaaid.
Als het werkgebied in tweeën wordt gedeeld door een
tegelpad dat niet boven het gazon uitsteekt, is het
mogelijk om de robotmaaier over het pad te laten rijden.
Het kan een voordeel zijn om de begrenzingsdraad
onder de tegels te leggen. De begrenzingsdraad kan
ook in de voeg tussen de tegels worden gelegd. Zorg
ervoor dat de tegels op gelijke hoogte zijn met het gazon
om overmatige slijtage van de robotmaaier te
voorkomen.
OPGELET: De robotmaaier mag nooit over
grind, mulch of soortgelijk materiaal rijden,
omdat de messen hierdoor kunnen worden
beschadigd.
30 cm
1-5 cm
10 cm
max 1 cm
367 - 004 - 16.02.2018