Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Grenzen Binnen Het Werkgebied; Doorgangen Tijdens Het Maaien - Gardena SILENO city Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor SILENO city:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPGELET: Als het werkgebied aan een
waterpartij, helling, afgrond of openbare weg
grenst, moet behalve de begrenzingsdraad ook
een rand of iets dergelijks worden geplaatst. Die
moet in dat geval minimaal 15 cm/6 inch hoog
zijn. Dat zorgt ervoor dat de robotmaaier nooit
buiten het maaigebied terecht kan komen.

3.5.3 Grenzen binnen het werkgebied

Gebruik de begrenzingsdraad om gebieden binnen het
werkgebied te isoleren door eilanden te creëren rond
obstakels die niet tegen botsingen kunnen, zoals
bloemperken, struiken en fonteinen. Leg de draad tot en
rond het gebied dat moet worden geïsoleerd en keer
dan terug langs dezelfde route. Als er krammen worden
gebruikt, moet de draad op de terugweg onder dezelfde
kram worden gelegd. Als de begrenzingsdraden naar en
vanaf het eiland dicht bij elkaar worden gelegd, kan de
robotmaaier over de draad rijden.
0 cm / 0"
OPGELET: De begrenzingsdraad mag op het
traject van en naar een eiland niet worden
gekruist.
Obstakels die wel tegen een botsing kunnen, zoals
bomen en struiken hoger dan 15 cm/6 inch, hoeven niet
met de begrenzingsdraad te worden geïsoleerd. De
robotmaaier keert om wanneer hij tegen een dergelijk
obstakel stoot.
Voor een veilige en stille werking is het echter raadzaam
alle vaste voorwerpen in en rond het werkgebied af te
grenzen.
367 - 004 - 16.02.2018
min. 15 cm / 6"
Obstakels met een lichte helling, bijvoorbeeld stenen of
grote bomen met bovengrondse wortels, moeten worden
geïsoleerd of verwijderd. De robotmaaier kan anders op
zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen
beschadigd raken.
3.5.3.1 Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij het
voor de robotmaaier lastig is om van de ene naar de
andere zone te gaan, kunt u beter een bijgebied
creëren. Voorbeelden hiervan zijn hellingen steiler dan
25% of een doorgang die smaller is dan 60 cm/24 inch.
Leg de begrenzingsdraad dan rond het bijgebied zodat
er een eiland wordt gevormd buiten het hoofdgebied. De
robotmaaier moet handmatig worden verplaatst tussen
hoofd- en bijgebied wanneer het gras in het bijgebied
moet worden gemaaid.
Bijgebied
Hoofdgebied
Hiervoor moet de bedieningsmodus
gebruikt, omdat de robotmaaier het traject tussen het
bijgebied en het laadstation niet zelfstandig kan
Bedieningsmodus - 2e gebied op pagina
afleggen. Zie
37 . In deze modus zal de robotmaaier nooit op zoek
gaan naar het laadstation, maar doorgaan met maaien
totdat de accu leeg is. Wanneer de accu leeg is, stopt
de robotmaaier en verschijnt de melding
handmatig laden op het display. Plaats de robotmaaier
in het laadstation om de accu op te laden. Als het
hoofdgebied na het laden volgens het schema moet
worden gemaaid, moet u de bedieningsmodus
Hoofdgebied kiezen en de Start-knop indrukken.

3.5.3.2 Doorgangen tijdens het maaien

Vermijd lange en smalle doorgangen en zones smaller
dan 1,5 - 2 m/3,2 - 6,5 ft. Dan bestaat het risico dat de
robotmaaier lang in die doorgang of zone blijft rijden.
Het gazon zal er dan geplet uitzien. De smalste
Bijgebied worden
Moet
Installatie - 17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Smart sileno city

Inhoudsopgave