TCP/IP configureren
Dynamische adressering (BOOTP/DHCP)
Statische adressering
Xerox Phaser 3200MFP
Het apparaat kan worden ingesteld met diverse TCP/IP-netwerkgegevens,
zoals een IP-adres, subnetmasker en gateway. U kunt op verschillende
manieren een TCP/IP-adres aan uw printer toewijzen, afhankelijk van uw
netwerk.
•
Dynamische adressering via BOOTP/DHCP (standaard): Het TCP/IP-
adres wordt automatisch toegewezen door de server.
•
Statische adressering: Het TCP/IP-adres wordt handmatig toegewezen
door de systeembeheerder.
OPMERKING:
Voordat u TCP/IP configureert, moet u het netwerkprotocol
instellen op TCP/IP.
Als u wilt dat het TCP/IP-adres automatisch door de server wordt toegewezen,
gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op Menu totdat 'Netw. inst.' verschijnt op de bovenste regel van het
display.
2.
Druk op de bladertoetsen totdat 'Netw. config.' verschijnt en druk
vervolgens op lnvoeren.
3.
Druk op lnvoeren wanneer 'TCP/IP' verschijnt.
4.
Druk op de bladertoetsen totdat 'DHCP' of 'BOOTP' verschijnt en druk
vervolgens op lnvoeren.
5.
Druk op Stoppen/Wissen om terug te keren naar de stand-bymodus.
Volg onderstaande stappen om het TCP/IP-adres in te voeren vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat.
1.
Druk op Menu totdat 'Netw. inst.' verschijnt op de bovenste regel van
het display.
2.
Druk op de bladertoetsen totdat 'Netw. config.' verschijnt en druk
vervolgens op lnvoeren.
3.
Druk op lnvoeren wanneer 'TCP/IP' verschijnt.
4.
Druk op lnvoeren wanneer 'Handmatig' verschijnt.
5.
Druk op lnvoeren wanneer 'IP-adres' verschijnt.
6.
Voer met de cijfertoetsen een byte tussen 0 en 255 in en druk op
de bladertoetsen om te bewegen tussen de bytes.
7.
Herhaal dit tot u het adres volledig hebt ingevuld (van byte 1 tot en
met byte 4).
8.
Wanneer u klaar bent, drukt u op lnvoeren.
9.
Herhaal stap 6 en 7 voor de configuratie van de andere TCP/IP-
parameters: subnetmasker en gateway-adres.
10.
Druk op Stoppen/Wissen om terug te keren naar de stand-bymodus.
3 Netwerkinstallatie
3-3