11 Specificaties
Richtlijnen voor het gebruik van papier
11-8
U krijgt de beste resultaten als u normaal papier van 75 g/m
Controleer of het papier van goede kwaliteit is en geen scheuren, vlekken,
stof, kreukels, vouwen of omgekrulde randen bevat.
Als u niet zeker weet welk type papier u hebt geplaatst (bijv. bankpost of
kringlooppapier), controleert u het etiket op de verpakking.
De volgende problemen kunnen leiden tot een slechte afdrukkwaliteit,
papierstoringen en zelfs schade aan het apparaat:
Verschijnsel
Slechte afdrukkwaliteit
of tonerhechting,
problemen met toevoer
Toner hecht niet overal;
vastlopen, omkrullen
van het papier
Afdrukken met grijze
achtergrond, slijtage
van de printer
Het papier krult
wanneer het wordt
ingevoerd
Papier loopt vast,
apparaat beschadigd
Problemen met invoer
OPMERKING:
•
Gebruik geen papier met briefhoofd dat bedrukt is met
lagetemperatuurinkten, zoals deze die worden gebruikt bij
bepaalde soorten thermografie.
•
Gebruik geen briefpapier met reliëf.
•
Het apparaat gebruikt hitte en druk om de toner aan het papier te
hechten. Controleer van tevoren of de inkt die voor uw gekleurd papier
of voorbedrukte formulieren is gebruikt, gedurende 0,1 seconde bestand
is tegen de temperatuur van de fixeereenheid (200°C).
Probleem met
papier
Te vochtig, te ruw,
te zacht of te veel
reliëf; beschadigde
partij papier
Papier niet goed
opgeslagen
Te zwaar papier
Het papier is te vochtig
of heeft een verkeerde
vezelrichting of te korte
vezels
Het papier bevat
uitsnijdingen of
perforaties
Ongelijke randen
2
gebruikt.
Oplossing
Probeer een andere
papiersoort, tussen 100 en 400
Sheffield met een vochtgehalte
tussen 4 en 5%.
Bewaar papier horizontaal
in zijn vochtbestendige
verpakking.
Gebruik lichter papier.
Gebruik papier met lange
vezels.
Gebruik geen papier met
vensters of perforaties.
Gebruik papier van goede
kwaliteit.
Xerox Phaser 3200MFP