Onderhoud drijfriem van
maaidek
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—De
riemen op slijtage/scheurtjes
controleren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Drijfriem van maaidek vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen
tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en
scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Zet de maaihoogte op stand A 38 mm.
4. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste assen.
5. Trek de spanpoelie in de richting die wordt
aangegeven in Figuur 59, en verwijder de riem van
de poelies.
De veer is onder spanning gemonteerd en kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig als u de riem verwijdert.
3
3
Maaidekken met 2 messen
1. Spanpoelie
2. Drijfriem van maaidek
3. Buitenste poelie
3
Maaidekken met 3 messen
1. Spanpoelie
2. Drijfriem van maaidek
3. Buitenste poelie
6. Leg de nieuwe riem rond de motorpoelie en de
poelies van het maaidek (Figuur 59).
7. Trek de spanpoelie in de richting die wordt
aangegeven in Figuur 59, en laat de riem over de
spanpoelie lopen (Figuur 59).
8. Monteer de drijfriemkappen op de buitenste assen.
Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
41
2
2
1
1
4
4
3
3
Figuur 58
4. Veer
5. Motorpoelie
5
2
1
4
Figuur 59
4. Veer
5. Motorpoelie
5
5
G005078
3
G005191