2
3
4
5
6
7
8
Figuur 18
1. Maaihoogtehendel
2. 115 mm, transportpositie
3. 102 mm
4. 89 mm
2. Trek aan de maaihoogtehendel om deze in de
gewenste stand te zetten.
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine
het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Zet de stoel omhoog en draai de stelknop zover dat
u de stoel kunt bewegen (Figuur 19).
Figuur 19
1. Stelknop
2. Verschuif de zitting in de gewenste positie en draai
de knop weer vast.
Rijhendels afstellen
De hoogte instellen
De rijhendels kunnen hoger of lager worden gesteld
overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
1
G009619
5. 76 mm
6. 64 mm
7. 51 mm
8. 38 mm
1. Verwijder de 2 bouten waarmee de rijhendels is
bevestigd aan de schacht van de bedieningsarm
(Figuur 20).
2. Zet de rijhendels in de volgende groep gaten. Zet
de hendel vast met de 2 bouten (Figuur 20).
G005062
1. Schacht van
bedieningsarm
2. Rijhendel
3. Stel vervolgens ook de andere rijhendels af.
Hoek van rijhendels verstellen
De hoek van de rijhendels kan worden versteld
overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
1. Verwijder de bovenste bout waarmee de rijhendels
is bevestigd aan de schacht van de bedieningsarm.
2. Draai de onderste bout los totdat u de rijhendels
naar voren of naar achteren kunt bewegen
(Figuur 20). Draai de moeren aan om de rijhendels
vast te zetten in de nieuwe stand.
3. Stel vervolgens ook de andere rijhendels af.
Machine met de hand duwen
Belangrijk: U moet de machine altijd met de
hand duwen. Slepen kan schade aan de machine
veroorzaken.
De machine duwen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
21
1
2
3
Figuur 20
3. Bovenste gat, met gleuf
4. Bout
4