3-4 Geplotte koers
Wanneer de Geplotte koers-functie aan staat dan
zal de TRACKER de koers berekenen gebaseerd
op de huidige snelheid en de koers over de grond
(COG). Het geeft de koers weer als een lijn van de
huidige bootpositie naar waar de TRACKER schat
dat de boot zal zijn na een gespecificeerde tijd (zie
rechts). Voor het aan- en uitschakelen van
Geplotte koers, zie sectie 13-2.
3-5 Trajecten en traceren
Traceren registreert de positie van de boot in het
geheugen met regelmatige tussenpozen, deze
kunnen zijn:
Tijdsintervallen.
Afstandsintervallen.
Het door de boot afgelegde traject kan op de kaart worden
weergegeven. De TRACKER kan een bepaald traject
weergeven terwijl het een ander aan het registreren is.
Om met trajecten te werken, zie sectie 13-5.
De TRACKER kan vijf trajecten opslaan:
Track 1 kan maximaal 2000 punten bevatten en
is bedoeld om het normale vorderingen van de
boot bij te houden.
Tracks 2, 3, 4 en 5 kunnen elk maximaal 500 punten
bevatten en zijn bedoeld om bepaalde secties in
een tocht met precisie te kunnen terugvolgen, bijv.
bij het binnenvaren van een riviermonding.
Tip: Leg de trajecten onder goede
omstandigheden vast.
Wanneer er geregistreerd wordt en het traject is vol
dan worden de nieuwste punten geregistreerd terwijl
de oudste punten op het traject geannuleerd worden.
De maximale lengte van een traject hangt af van de
geselecteerde interval: een kleine interval geeft een
korter, meer gedetailleerd traject terwijl een langere
interval een langer, minder gedetailleerd traject zal
geven, zoals onderstaande voorbeelden laten zien:
NAVMAN
TRACKER 5100/5100i/5500/5500i Installations- und Bedienungs-Handbuch
De boots geplotte koers
De positie van de boot
Tijdsintervallen
Interval
Traject 1
1 sec
33 minuten
10 sec
5,5 uren
1 minuut
33 uren
Afstandsintervallen
Interval
Traject 1
0.01
20
1
2,000
10
20,000
De trajectlengte wordt weergegeven in
de huidige lengte-eenheid, bijv. nautische
mijlen.
Traject 2, 3, 4 or 5
8 minuten
1,4 uren
8 uren
Traject 2, 3, 4 or 5
5
500
5,000
53