3-1-2 Lengtegraad en breedtegraad
(Longitude en latitude)
Lengtegraad en breedtegraad kunnen bovenaan de
kaart worden weergegeven. Normaalgesproken is
de weergegeven positie de positie van de boot en
de breedtegraad heeft een bootsignaaltje voor de
duidelijkheid:
'
36° 29.637
'
175° 09.165
E
Graden Minuten, tot 3 decimalen (een resolutie
van ongeveer 2 meter)
Als de cursor in de laatste 10 seconden bewogen is,
dan is de positie de cursors positie en het symbooltje
voor de breedtegraad geeft dit aan:
'
+
36° 29.684
S
'
175° 09.201
Waarschuwing: Als u de positie van de boot
afleest, verzekert u zich er dan van dat u niet de
cursorpositie afleest.
3-1-3 Chart scale
Druk op
om in te zoomen en om een kleiner deel
van de kaart meer gedetailleerd te zien. Druk op
om uit te zoomen en om een groter deel van de kaart
minder gedetailleerd te zien.
De schaal van de kaart kan weergegeven worden
(bijv. schaal = 8 nm, zie onderstaand). De schaal is
de verticale afstand over de kaartafstand die op dit
moment zichtbaar is. Als bijv. de schaal 8 nm is, dan
wordt momenteel een deel van de kaart van 8
nautische mijlen hoog weergegeven.
3-1-4 Het kompas
Een kompas kan bovenaan de kaart worden
weergegeven (zie sectie 3-1-8).
Wanneer de boot naar een punt navigeert dan geeft
het kompas de richting (bearing) van de boot (BRG)
in het midden weer en de koers van de boot over de
grond (COG). Hier is bijv. de BRG 4° en COG is 12°:
BRG (rood)
Anders geeft het kompas de COG van het schip in
het midden weer. De COG is hier bijv. 12°:
3-1-5 Kaartsymbolen
De kaart laat symbolen zien, zoals waypoints en
kaartsymbolen. Als de cursor over een symbool
geplaatst wordt voor tenminste twee seconden, dan
verschijnt een data-venster in de linkerbenedenhoek
met informatie over het symbool.
NAVMAN
TRACKER 5100/5100i/5500/5500i Installations- und Bedienungs-Handbuch
S
Breedtegraad (Latitude)
Lengtegraad (Longitude)
E
COG
COG
3-1-6 Kaartinformatie
Om opgeslagen data te zien over een bepaald punt
op de kaart (bijv. een kaartsymbool):
1
Beweegt u de cursor over dat punt op de kaart.
2
Drukt u op MENU en selecteert u Kaartinfo.
3
Een menu met objecten wordt weergegeven:
i
Kies het object dat u wil zien.
ii
Druk op ESC om naar het menu terug te
keren. U kunt nu andere objecten kiezen.
iii Tot slot drukt u op ESC om terug te keren
naar de kaart.
3-1-7 Nabijgelegen voorzieningen vinden
Om nabijgelegen voorzieningen te vinden en te zien:
1
Om voorzieningen te zien in de nabijheid van
de positie van de boot drukt u op ESC om naar
de 'boot in het midden'-stand te gaan. Om
voorzieningen ergens anders te zien beweegt
u de cursor naar dat punt op de kaart.
2
Druk nu op MENU en kies Zoek.
3
Kies het type voorziening dat u zoekt. Er zijn 3
types voorzieningen:
Havens
Een lijst met havens wordt weergegeven.
Kies de haven die u weergegeven wilt zien.
Om naar een haven te zoeken:
i
Drukt u op MENU en kiest u Zoek.
ii
Geeft u een aantal of alle letters van de
havennaam in. Druk op ENT.
Havenvoorzieningen
i
Kies het gezochte type voorziening.
ii
Een lijst met plaatsnamen waar deze
voorziening beschikbaar is komt in beeld.
Kies de plaats die u weergegeven wilt zien.
Getijdenstations
Een lijst met getijdenstations wordt
weergegeven. Kies het station dat u wilt zien.
De kaart komt in beeld met het betreffende
getijdenstation omcirkeld. Om nu een
getijdenkaart (zie sectie 8) voor dit station te zien:
i
Druk op MENU en selecteer Kaart info.
ii
Selecteer Getij hoogte.
3-1-8 Veranderen van het
datascherm en het kompasscherm
Bovenaan het kaartbeeldscherm kunnen numerieke
data en een kompas worden weergegeven. Om deze
te veranderen:
1
Drukt u op MENU en kiest u Data titel
2
Om het databeeldscherm in of uit te schakelen:
i
Kiest u Data.
ii
Kiest u Aan of Uit.
3
Om de grootte van de nummers te selecteren:
i
Kiest u Grootte.
ii
Kies nu:
Klein: Weergave van drie velden per
lijn en maximaal vier lijnen.
51