Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump
CONTINU: Programmeren met bovengrenzen, snelheid in
slotniveau 1 bijstellen
Als een voorschrift toestaat dat de continue snelheid tijdens de therapie wordt
gewijzigd, kunt u de pomp in LL1 laten werken. Dan kunt u, wanneer dit
nodig is, de continue snelheid bijstellen tot de maximumwaarde die in LL0
geprogrammeerd is.
De pomp programmeren om deze functie toe te passen
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe men een maximale continue
snelheid van 5,0 ml/uur instelt met een beginwaarde van 2,5 ml/uur.
1. Tijdens de aanvankelijke programme-
ring in LL0 voert u de waarden van de
bovengrens voor continue snelheid in.
(Dit zijn de maximumwaarden wan-
neer de pomp in LL1 staat.)
2. Wanneer u klaar bent met de program-
mering, zet u het slotniveau om naar
LL1.
3. Verminder de continue snelheid tot de
beginwaarde. "Bereik: Beperkt" geeft
aan dat u de waarde niet kunt verho-
gen boven het maximum geprogram-
meerd in LL0.
De snelheid bijstellen terwijl de pomp in gebruik is
Als het nodig is om de continue snelheid tijdens de therapie te verhogen, moet
u de pomp stoppen, maar in LL1 blijven.
1. Druk op
continue snelheid verschijnt.
2. Druk op
waarde te selecteren en druk dan op
¤
. "Bereik: beperkt" geeft aan dat
u de waarde niet kunt verhogen boven
het maximum.
3. Start de pomp opnieuw als dit gewenst
is.
42
„
tot de het scherm voor
´
Î
of
om de gewenste
Continue snelheid
|
5.0 ml/uur
<Bereik: 0 - 350.0>
Continue snelheid
|
2.5 ml/uur
<Bereik: Beperkt>
Continue snelheid
|
5.0 ml/uur
<Bereik: Beperkt>