Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Legacy
1
Gebruikershandleiding
CADD-Legacy
1
®
Ambulante infusiepomp
Model 6400
CONTINUE TOEDIENINGSMODUS
Snelheid
is in
ml/24 uur
Deze gebruikershandleiding is uitsluitend
door de arts te gebruiken. Lees de
gehele bedieningshandleiding alvorens
de pomp te gebruiken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor CADD Legacy 1 6400

  • Pagina 1 Legacy Gebruikershandleiding CADD-Legacy ® Ambulante infusiepomp Model 6400 CONTINUE TOEDIENINGSMODUS Snelheid is in ml/24 uur Deze gebruikershandleiding is uitsluitend door de arts te gebruiken. Lees de gehele bedieningshandleiding alvorens de pomp te gebruiken.
  • Pagina 2: Technische Assistentie

    Model 6400 ambulante infusiepomp. Er zijn andere CADD-Legacy®- pompmodellen verkrijgbaar; kijk op het etiket aan de achterkant van de pomp om te controleren of het een CADD-Legacy® 1 Model 6400-pomp is voor u gaat programmeren. Deze pomp dient medicatie toe met een constante snelheid in milliliters per 24 uur (ml/24 uur).
  • Pagina 3: Waarschuwingen

    Lees deze gehele gebruikershandleiding door voordat u de CADD- Legacy® ambulante infusiepomp gaat gebruiken. Indien de waarschuwingsberichten en aanwijzingen niet op de juiste wijze worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel voor de pa- tiënt tot gevolg hebben. Waarschuwingen •...
  • Pagina 4 Daarom dient rekening te worden gehouden met het type medicijnbehandeling en de nauwkeu- righeid van de toediening wanneer een injectiespuit met de CADD®- Legacy pomp wordt gebruikt. Artsen moeten regelmatig het in de injectiespuit achtergebleven...
  • Pagina 5 • Wanneer de opwaartse occlusiesensor is uitgeschakeld, neemt de pomp geen opwaartse occlusies (tussen de pomp en het reservoir) waar. Inspecteer regelmatig de afname van het vloeistofvolume in het reservoir, afknikken van het vloeistofpad, een gesloten klem of andere opwaartse occlusies. Opwaartse occlusies kunnen leiden tot onvol- doende of geen toediening van medicatie.
  • Pagina 6 Indien u een CADD™-toedieningsset of medicatiecassettereservoir ge- bruikt die niet de stroomstopfunctie heeft (bestelnummer beginnend met 21 -73xx): dient u een CADD™-extensieset met geïntegreerde antisifonklep of een CADD™-toedieningsset met hetzij een geïnte- greerde, of een afzonderlijke antisifonklep gebruiken als bescherming tegen ongecontroleerde zwaartekrachtinfusie die een onjuist bevestigd reservoir kan veroorzaken.
  • Pagina 7 • Bewaar de pomp niet bij temperaturen onder -20°C (-4°F) of boven 60°C (140°F). Bewaar de pomp niet met een medicatiecassettereser- voir of CADD™-toedieningsset erop aangesloten. Gebruik de bijgele- verde beschermcassette. • Stel de pomp niet bloot aan een luchtvochtigheidsgraad onder 20% of boven 90% relatieve vochtigheid.
  • Pagina 8 • Controleer de stabiliteit van de toe te dienen medicijn voor wat betreft tijd en temperatuur om de stabiliteit bij de werkelijke toedieningsom- standigheden te kunnen garanderen. • De productlijst bij de CADD Legacy® pomp bevat informatie over de aanbevolen medicatiecassettereservoirs, CADD™-extensiesets, CADD™-toedieningssets en accessoires.
  • Pagina 9: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Waarschuwingen Opgelet 1.0 Algemene beschrijving Inleiding ......................1 Indicaties ......................1 Toediening in epidurale/subarachnoïdale ruimte .........1 Symbolen ......................3 Pompschema .......................4 Beschrijving van de toetsen, het display en de functies .......5 Het hoofdscherm ....................9 Slotniveaus ......................10 Veiligheidscodes ....................10 Tabel van slotniveaus ..................11 2.0 Instellen en programmeren van de pomp Plaatsen of vervangen van de batterijen ............13 Het opstarten bekijken ..................18...
  • Pagina 10 3.0 Bediening van de pomp Starten van de pomp ..................35 Stoppen van de pomp ..................35 Aan- en uitzetten van de pomp ..............36 Opnieuw instellen van het Reservoirvolume ..........36 4.0 Biomed Functies Overzicht: Toegang tot de Biomed Functies..........37 Luchtdetector Aan/Uit ..................38 Opwaartse occlusiesensor Aan/Uit ...............39 5.0 Overzicht Berichten en alarmsignalen, in alfabetische volgorde ........41...
  • Pagina 11: Algemene Beschrijving

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Inleiding De CADD-Legacy® 1 ambulante infusiepomp maakt het mogelijk om ge- doseerde medicatietherapie toe te passen aan patiënten in het ziekenhuis of daarbuiten. De therapie dient altijd onder toezicht van een arts of een persoon uit de gezondheidszorg te worden uitgevoerd.
  • Pagina 12 • Indien een medicatiecassettereservoir, CADD™-extensieset, of de CADD™-toedieningsset gebruikt wordt voor de toediening van medicijnen in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, moeten deze reservoirs, cassettes of toedieningssets duidelijk worden gemar- keerd om ze te onderscheiden van die welke voor andere infusie- wegen worden gebruikt, bijvoorbeeld door ze met een kleurencode of op een andere wijze te identificeren.
  • Pagina 13: Symbolen

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Symbolen Gelijkstroom (Netstroomaansluiting) Accessoire-aansluiting Opgelet: Zie gebruiksaanwijzing Apparatuur van Klasse II Apparatuur type CF Spatbestendig – water dat tegen het pomphuis spat, zal geen gevaarlijke effecten hebben (zie De pomp en accessoires schoonmaken, hoofdstuk 5, voor bijkomende belangrijke informatie) Data de fabrico <...
  • Pagina 14: Pompschema

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Pompschema Display Netstroomaan- sluiting Accessoire- Vooraan- aansluiting zicht Indicatielampje Luchtdetector ® Toetsenbord Cassette Symbool Montage- netroomaan- schroefgat sluiting Symbool accessoire- aansluiting Batterijhouder Achter- aanzicht Cassetteslot...
  • Pagina 15: Beschrijving Van De Toetsen, Het Display En De Functies

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Beschrijving van de toetsen, het display en de functies Indicatielampje Het groene lichtje brandt wanneer de netstroomadapter wordt gebruikt om de pomp te laten werken. Display Het LCD-display (vloeibare-kristallendisplay) geeft programmerings- informatie en berichten weer. In deze handleiding is de term “display” synoniem met beeldscherm of LCD.
  • Pagina 16: Netstroomaansluiting

    Cassette De cassette is het deel van het CADD™ medicatiecassettereservoir of de CADD™-toedieningsset dat aan de onderkant van de pomp is bevestigd. Het van de volgende eenmalig te gebruiken producten en compatibel met de CADD-Legacy®...
  • Pagina 17: Andere, Niet Afgebeelde Functies

    Cassetteslot Hiermee wordt de cassette (het deel van het medicatiecassettereservoir of de CADD™-toedieningsset dat aan de pomp wordt bevestigd) aan de pomp bevestigd. Zo kunt u de cassette aan de pomp vastzetten. Indien de cassette losraakt terwijl de pomp loopt, stopt de toediening en klinkt een alarm.
  • Pagina 18 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving WAARSCHUWING: Wanneer de opwaartse occlusiesensor is uitge- schakeld, neemt de pomp geen opwaartse occlusies (tussen de pomp en het reservoir) waar. Inspecteer regelmatig de afname van het vloeistof- volume in het reservoir, afknikken van het vloeistofpad, een gesloten klem of andere opwaartse occlusies.
  • Pagina 19: Het Hoofdscherm

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Het hoofdscherm Het hoofdscherm is het beginpunt waar de instellingen van de pomp worden geprogrammeerd of bekeken. Als er enige tijd (2 minuten) lang geen toetsen worden ingedrukt, komt het hoofdscherm terug op het display. Wanneer de 2 AA-batterijen bijna leeg zijn, verschijnt “Bat ±...
  • Pagina 20: Slotniveaus

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Slotniveaus Slotniveaus worden toegepast om de toegang van de patiënt tot bepaalde programmerings- en bedieningsfuncties te beperken. In de tabel op de volgende pagina staan de functies die toegankelijk zijn bij slotniveau 0 (LL0), niveau 1 (LL1) en niveau 2 (LL2). Wanneer een functie toegan- kelijk is, klinkt een pieptoon wanneer op de betreffende toets wordt gedrukt.
  • Pagina 21: Tabel Van Slotniveaus

    Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Tabel van slotniveaus Deze tabel geeft de handelingen die toegankelijk zijn bij de verschillende slotniveaus met stilstaande en lopende pomp. LL0 geeft volledige toe- gang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties. LL1 geeft beperkte toegang tot programmering en werking van de pomp. LL2 staat slechts minimale regeling van de werking van de pomp toe.
  • Pagina 22 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving...
  • Pagina 23: Instellen En Programmeren Van De Pomp

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Instellen en programmeren van de pomp Plaatsen of vervangen van de batterijen Gebruik nieuwe AA (IEC LR6) alkalinebatterijen zoals DURACELL® of EVEREADY® ENERGIZER® batterijen. De pomp behoudt alle gepro- grammeerde waarden terwijl de batterijen worden verwijderd. Enkele geprogrammeerde waarden worden opgeslagen in een RAM geheugen dat wordt ondersteund door een interne batterij gedurende 5 jaar vanaf de fabricagedatum.
  • Pagina 24 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Wanneer u batterijen plaatst of vervangt, moet de pomp stilstaan. Ga als volgt te werk: 1. Houd de knop met de pijl ingedrukt terwijl u de batterijklep wegschuift. 2. Verwijder de oude batterijen. Door aan het uiteinde van de batte- rijband te trekken, wordt de batterij makkelijker verwijderd.
  • Pagina 25 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp 4. Plaats de klep op de batterijhouder en schuif het dicht. 5. Controleer of de klep vergrendeld is door te proberen het deksel te verwijderen zonder op de knop met de pijl te drukken. OPMERKING: De opstartprocedure begint, de pomp voert een elektronische zelftest uit en aan het einde van de opstartprocedure laat de pomp 6 pieptonen horen. Alle schermindicators, de software...
  • Pagina 26 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp WAARSCHUWING: Als er ergens een opening is tussen de batterijklep en het pomphuis, is de klep niet goed vergrendeld. Als de batterijklep ontbreekt, zitten de batterijen niet goed vast. Hierdoor kan de stroom uitvallen, en waardoor er geen medicijn wordt toegediend, wat afhankelijk van het toegediende middel de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben voor de patiënt.
  • Pagina 27 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp 6. Ga verder met het huidige programma door ⁄ ingedrukt te houden om de pomp te starten of om verder te gaan met het pro- grammeren van de pomp. OPMERKING:  • De gebruiksduur van de batterijen hangt af van de toegediende hoeveelheid medicijn, de toedieningssnelheid, de ouderdom van de batterijen en de temperatuur.
  • Pagina 28: Het Opstarten Bekijken

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Het opstarten bekijken Wanneer u de batterijen plaatst, begint de pomp met de opstartvolgorde, waarbij zelftests worden uitgevoerd en geprogrammeerde waarden wor- den weergegeven. Let op het volgende: • Het nummer van het pompmodel en het serienummer verschijnen tenzij er een fout is opgetreden.
  • Pagina 29: Overgaan Op Slotniveau 0 (Ll0)

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Overgaan op slotniveau 0 (LL0) Voordat u de pomp programmeert, moet u ervoor zorgen dat de pomp is ingesteld op LL0. In LL0 heeft de arts toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties. 1.
  • Pagina 30: Programmeren Van De Pomp: Algemene Instructies

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Programmeren van de pomp: Algemene instructies Voor het wijzigen van een geprogrammeerde instelling wordt voor de meeste programmeringsschermen dezelfde procedure toegepast. WAARSCHUWING: Houd rekening met het nauwkeurigheidsper- centage (± 6%) van het toedieningssysteem bij het programmeren van de pomp en/of het vullen van het medicatiecassettereservoir.
  • Pagina 31: Toedienmodus

    De toediening van de CADD-Legacy® 1 pomp wordt uitgedrukt in milliliters per 24 uur: • Continu snelheid (tot 3000 ml per 24 uur)
  • Pagina 32: Programmeringsschermen

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Programmeringsschermen Dit zijn de programmeringsschermen van de CADD-Legacy® 1 pomp. Hierna volgt de beschrijving van de schermen. Reservoirvolume Reservoirvolume 100.0 Continu snelheid Continu snelheid (ml/24 uur) 5 ml/24 uur Toegediend Toegediend 2.50 Luchtdetector Luchtdetector...
  • Pagina 33: Status Van Luchtdetector

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp OPMERKING: Als u voornemens bent de pomp met slotniveau 1 te laten werken zodat de Continu snelheid gevarieerd kan worden, moet u bij het programmeren in slotniveau 0 de maximaal toelaatbare snelheid invoeren. Na het programmeren kunt u dan overgaan op slotniveau 1 en de snelheid verminderen tot de beginwaarde. Zie Programmeren met bovengrenzen, snelheid in LL1 bijstellen aan het einde van hoofdstuk 2. Toegediend Dit scherm geeft de totale hoeveelheid medicijn weer die is toegediend sinds deze waarde de laatste maal is gewist. De weergegeven waarde is afgerond op 0,05 ml. Als deze waarde 99999.95 bereikt, keert de teller automatisch terug naar 0 en gaat verder met tellen.
  • Pagina 34: Programmeren Voor De Continu Toedienmodus

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Programmeren voor de continu toedienmodus WAARSCHUWING: Deze pomp dient medicatie toe met een constan- te snelheid in milliliters per 24 uur (ml/24 uur). Het programmeren van de pomp met een andere dan de voorgeschreven snelheid zal een over- of onderdosering van de medicatie tot gevolg hebben wat kan resulteren in letsel of de dood van de patiënt.
  • Pagina 35 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp WAARSCHUWING: Als de luchtdetector is uitgeschakeld, zal de pomp geen lucht detecteren in de lijnen van het vloeistofpad. Het verdient aanbeveling om het vloeistofpad regelmatig te controleren en eventuele lucht te verwijderen om luchtembolie te voorkomen.
  • Pagina 36: Een Cassette Verwijderen

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Een cassette verwijderen WAARSCHUWING: Klem de lijnen van het vloeistofpad altijd af voordat u de cassette van de pomp verwijdert om ongecontroleerde infusie door zwaartekracht te voorkomen, hetgeen de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg kan hebben.
  • Pagina 37: Een Cassette Bevestigen

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Een cassette bevestigen Zorg voor een nieuw, gevuld medicatiecassettereservoir of een CADD™- toedieningsset die aan een flexibele infuuszak zonder ontluchting is bevestigd. WAARSCHUWING: Voor gedetailleerde aanwijzingen en waarschu- wingen over de medicatiecassettereservoirs of CADD™-toedienings- sets, verwijzen we u naar de aanwijzingen die bij deze producten geleverd worden.
  • Pagina 38 Indien u een CADD™-toedieningsset of medicatiecassettereser- voir gebruikt die niet de stroomstopfunctie heeft (bestelnummer beginnend met 21 -73xx): dient u een CADD™-extensieset met geïntegreerde antisifonklep of een CADD™-toedieningsset met hetzij een geïntegreerde, of een afzonderlijke antisifonklep ge- bruiken als bescherming tegen ongecontroleerde zwaartekracht- infusie die een onjuist bevestigd reservoir kan veroorzaken.
  • Pagina 39: Het Primen Van De Lijn (Door Middel Van De Pomp) En Het Aansluiten Op De Patient

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Het primen van de lijn (door middel van de pomp) en het aansluiten op de patient De pomp moet stilstaan en op LL0 of LL1 staan om de pomp te kunnen primen. Als de pomp op LL2 staat, kunt u de pomp niet primen. OPMERKING: Als u de cassette niet vervangt maar het vloeistofpad wenst te primen, kunt u de pomp primen zoals hieronder beschreven.
  • Pagina 40 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp OPMERKING: Telkens wanneer u ingedrukt houdt, pompt u ‹ maximaal 1,0 ml vloeistof in de lijnen. Het pompen stopt automa- tisch wanneer 1,0 ml is toegediend. Als niet alle lucht uit het vloei- stofpad is verwijderd, moet bovenstaande prime-procedure worden herhaald. 6. Als de luchtdetector wordt gebruikt, gaat u naar het volgende hoofdstuk. Zo niet, sluit dan de lijn aan op de infusieset of verblijf- katheter van de patiënt en ga naar “Het slotniveau voor de patiënt instellen.”...
  • Pagina 41: De Lijn In De Luchtdetector Plaatsen

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp De lijn in de luchtdetector plaatsen WAARSCHUWING: Als de luchtdetector is uitgeschakeld, zal de pomp geen lucht detecteren in de lijnen van het vloeistofpad. Het verdient aanbeveling om het vloeistofpad regelmatig te controleren en eventuele lucht te verwijderen om luchtembolie te voorkomen.
  • Pagina 42 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp 3. Om de lijn in de gleuf te plaatsen, trekt u voorzichtig aan de lijn totdat hij onder de borging en vlak in de gleuf ligt. Borging 4. Sluit de lijn aan op de infusieset of verblijfkatheter van de patiënt. WAARSCHUWING: Controleer of de lijnen van het gehele vloeistofpad helemaal vrij zijn van luchtbellen alvorens ze op de patiënt aan te sluiten om luchtembolie te voorkomen.
  • Pagina 43: Het Slotniveau Voor De Patiënt Instellen

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Het slotniveau voor de patiënt instellen Het slotniveau moet in LL1 of LL2 worden gewijzigd om te voorkomen dat de patiënt volledig toegang tot alle programmerings- en bedienings- functies heeft. OPMERKING: U kunt het slotniveau op ieder moment wijzigen door de pomp te stoppen en onderstaande procedure te volgen. Het slotniveau wordt als volgt gewijzigd Œ...
  • Pagina 44: Programmeren Met Bovengrenzen, Snelheid In Slotniveau 1 Bijstellen

    Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp Programmeren met bovengrenzen, snelheid in slotniveau 1 bijstellen Als een voorschrift toestaat dat de continu snelheid tijdens de therapie wordt gewijzigd, kunt u de pomp in LL1 laten werken. Dan kunt u, wan- neer dit nodig is, de continu snelheid bijstellen tot de maximumwaarde die in LL0 geprogrammeerd is.
  • Pagina 45: Bediening Van De Pomp

    Hoofdstuk 3: Bediening van de pomp Bediening van de pomp Starten van de pomp Wanneer u de pomp start, wordt automatisch een overzicht van de geprogrammeerde waarden gegeven. Dan begint de vloeistoftoediening zoals geprogrammeerd, en verschijnt “LOOPT” op het hoofdscherm. Als de pomp niet start, verschijnt een bericht op het display.
  • Pagina 46: Aan- En Uitzetten Van De Pomp

    Hoofdstuk 3: Bediening van de pomp 2. Laat ⁄ los wanneer het derde stel streepjes verschijnt en de pomp een pieptoon laat horen. Aan- en uitzetten van de pomp Wanneer de pomp wordt gestopt, kunt u hem op “Low power state” zetten door hem uit te zetten.
  • Pagina 47: Biomed Functies

    Hoofdstuk 4: Biomed Functies Biomed Functies Overzicht: Toegang tot de Biomed Functies De Biomed Functies zijn de pompconfiguraties die minder vaak worden gewijzigd. De Biomed Functies zijn alleen toegankelijk wanneer de pomp stilstaat en op slotniveau 0 staat. Toegang krijgen tot de Biomed Functies 1.
  • Pagina 48: Luchtdetector Aan/Uit

    Hoofdstuk 4: Biomed Functies Luchtdetector Aan/Uit De luchtdetector kan op Aan-hoog, Aan-laag of Uit worden gezet. WAARSCHUWING: Als de luchtdetector is uitgeschakeld, zal de pomp geen lucht detecteren in de lijnen van het vloeistofpad. Het verdient aanbeveling om het vloeistofpad regelmatig te controleren en eventuele lucht te verwijderen om luchtembolie te voorkomen.
  • Pagina 49: Opwaartse Occlusiesensor Aan/Uit

    Hoofdstuk 4: Biomed Functies Opwaartse occlusiesensor Aan/Uit Het scherm Opwaartse occlusiesensor kan op Aan of Uit worden gezet. Wanneer dit scherm op Aan staat en er wordt een opwaartse occlusie (tussen de pomp en het reservoir) waargenomen, klinkt een alarm, stopt de toediening en staat “Opwaartse occlusie”...
  • Pagina 50 Hoofdstuk 4: Biomed Functies De software sluit automatisch de stroomopwaartse afsluitingssensor af bij de laatste 6% van het Reservoirvolume. Dit is om rekening te houden met de ± 6% systeemtoedieningsnauwkeurigheid en vermijdt irritante alarmsignalen.
  • Pagina 51: Overzicht

    Hoofdstuk 5: Overzicht Overzicht Berichten en alarmsignalen, in alfabetische volgorde Berichten en alarmsignalen Beschrijving/Handeling Bat ± leeg De batterijen zijn bijna leeg, maar de pomp werkt nog wel. rie tweetonige pieptonen • Vervang de batterijen spoedig. om De minuten Batterij bijna Er is niet voldoende batterijvermo- leeg gen om de pomp te laten werken.
  • Pagina 52 Hoofdstuk 5: Overzicht Berichten en alarmsignalen Beschrijving/Handeling Geen disposable, De disposable (CADD™-toedienings- klem lijnen af set of -medicatiecassettereservoir) voor eenmalig gebruik is verwijderd weeTonig alarm kan losgelaten hebben, is niet aange- sloten op de pomp, of is beschadigd, of er doet zich een storing van de pompsensor(s) voor.
  • Pagina 53: Berichten En Alarmsignalen Hoge Druk

    Hoofdstuk 5: Overzicht Berichten en alarmsignalen Beschrijving/Handeling Hoge druk De pomp heeft hoge druk waargeno- men, die veroorzaakt kan zijn door weeTonig alarm een neerwaartse obstructie, een knik in het vloeistofpad of een afgesloten lijnklem. Verwijder de obstructie en hervat de werkzaamheden. Of druk op „...
  • Pagina 54: Berichten En Alarmsignalen Beschrijving/Handeling Opwaartse

    Hoofdstuk 5: Overzicht Berichten en alarmsignalen Beschrijving/Handeling Opwaartse Er stroomt geen vloeistof van het occlusie reservoir naar de pomp. Controleer of er een knik in de lijn zit en of er een weeTonig alarm afgesloten klem is tussen het reservoir en „...
  • Pagina 55: Reinigen Van De Pomp En Accessoires

    Hoofdstuk 5: Overzicht Reinigen van de pomp en accessoires OPGELET: • Dompel de pomp niet onder in reinigingsvloeistof of water. Zorg dat er geen oplossing in de pomp lekt, op het toetsenbord ach- terblijft of de batterijhouder binnendringt. Vochtophoping in de pomp kan de pomp beschadigen.
  • Pagina 56: De Batterijcontacten Reinigen

    Hoofdstuk 5: Overzicht De batterijcontacten reinigen Reinig de batterijcontacten regelmatig, eventueel als deel van de preven- tieve onderhoudscyclus, om te voorkomen dat zich vreemd materiaal op de contacten ophoopt. Reinig de batterijcontacten met het volgende: • Wattenstaafje dat met isopropylalcohol wordt bevochtigd (minimaal 70%)  ...
  • Pagina 57: Blootstelling Aan Straling, Ultrasound, Magnetic Resonance Imaging (Mri) Of Gebruik In De Nabijheid Van Ecg-Apparatuur

    Hoofdstuk 5: Overzicht Blootstelling aan straling, ultrasound, Magnetic Resonance Imaging (MRI) of gebruik in de nabijheid van ECG-apparatuur OPGELET: • Stel de pomp niet bloot aan therapeutische niveaus van ioniserende straling, aangezien het elektronische circuit van de pomp hierdoor permanente schade kan oplopen. De beste handelswijze is om de pomp tijdens therapeutische bestraling van de patiënt te verwijde- ren.
  • Pagina 58: Technische Beschrijving

    Hoofdstuk 5: Overzicht Technische beschrijving Bij de ontwikkeling van de pomp toegepaste normen De volgende normen zijn geheel of gedeeltelijk toegepast bij de ontwikke- ling van de pomp. Medische elektrische apparatuur EN 60601-1 (1990), Medische elektrische apparatuur, Deel 1: Algemene veiligheidseisen.
  • Pagina 59: Specificaties (Nominaal)

    (ISM) hoogfrequentieapparatuur. Amendement 1 (1999) Amendement 2 (2002). Specificaties (nominaal) Algemene pompspecificaties CADD™ medicatiecassettereservoir REF 21-7002 en CADD™-extensieset P/N 21-7045 werden gebruikt om de pomp te testen. Resolutie ......Medicatiecassettereservoir of CADD™-toedie- ningsset, 0,050 ml per pompcyclus nominaal Afmetingen ......4,1 cm × 9,5 cm × 11,2 cm exclusief cassette of andere accessoires Gewicht .......392 g inclusief 2 AA-batterijen en een lege...
  • Pagina 60 Hoofdstuk 5: Overzicht Pompalarmen .....Batterij bijna leeg; batterij leeg; batterij los; pomp gestopt; pomp defect; reservoir bijna leeg; hoge toedieningsdruk; lucht in de lijn; poging tot aanzetten zonder aangesloten disposable; motor gestopt; opwaartse occlusie; Reservoirvolume leeg; toets zit vast; disposable los. Maximale infusiedruk ..2068 mmHg (40.0 psi) Maximale tijd tot occlusiealarm .....1 ml/24 uur: 2,0 uur.
  • Pagina 61 Bepaling van het systeem ......Het systeem bestaat uit een CADD-Legacy® pomp met een daarop bevestigd medicatiecas- settereservoir en een CADD™-extensieset met ingebouwde anti-sifonklep, of een daarop beves- tigde CADD™-toedieningsset met ingebouwde...
  • Pagina 62: Specificaties Continue Toedienmodus

    Hoofdstuk 5: Overzicht Specificaties continue toedienmodus Reservoirvolume ....1 tot 9999 of Niet in gebruik; programmeerbaar in stappen van 1 ml, weergegeven in stappen van 0,1 ml Standaard: 1,0 ml Continu snelheid ....1 tot 3000 ml/24 uur; programmeerbaar in stappen van 1 ml/24 uur Standaard: 1,0 ml Toegediend ......0 tot 99999,95 in stappen van 0,05 ml Biomed Functies...
  • Pagina 63: Resultaten Van Nauwkeurigheidstests

    Hoofdstuk 5: Overzicht Resultaten van nauwkeurigheidstests In de volgende diagrammen is de nauwkeurigheid van de flow van het infusiesysteem weergegeven, in functie van gegeven tijdsperioden. Flowsnelheid: Tussenwaarde Tijdsinterval: 0,5 min Totale tijd: 120 min Geprogrammeerde flow: 576 ml/24 uur (24,0 ml/uur) Flow Flow (ml/uur)
  • Pagina 64: Flowsnelheid: Minimale

    Hoofdstuk 5: Overzicht Flowsnelheid: Minimale Tijdsinterval: 15 min Totale tijd: 1605 min Geprogrammeerde flow: 1 ml/24 uur (0,0417 ml/uur) 0.25 0.20 Flow 0.15 Flow (ml/uur) (ml/hr) 0.10 0.05 0.00 T (hr) T (hr) Trompet curve: Minimale snelheid Geprogrammeerde flow: 1 ml/24 uur (0,0417 ml/uur) Gemiddelde flow: 0,0402 ml/uur Gemiddelde flow-fout:...
  • Pagina 65: Elektromagnetische Emissies En Verklaringen Van Immuniteit

    Hoofdstuk 5: Overzicht Elektromagnetische emissies en verklaringen van immuniteit Verklaring elektromagnetische emissies De pomp is bedoeld voor het gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder nader gespecificeerd. De klant of de gebruiker van de pomp moet zeker weten dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
  • Pagina 66 Hoofdstuk 5: Overzicht WAARSCHUWING: De pomp mag niet naast of op andere appara- tuur worden gebruikt. Als dit toch noodzakelijk is, moet de ge- bruiker controleren of de pomp normaal werkt met de configuratie waarmee hij moet worden gebruikt. Verklaring elektromagnetische immuniteit De pomp is bedoeld voor het gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder nader gespecificeerd.
  • Pagina 67 Hoofdstuk 5: Overzicht Verklaring elektromagnetische immuniteit De pomp is bedoeld voor het gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder nader gespecificeerd. De klant of de gebruiker van de pomp moet zeker weten dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest IEC 00 Compatibili-...
  • Pagina 68 Hoofdstuk 5: Overzicht Aanbevolen afstand tussen draagbare en mobiele RF communicatieapparatuur en de pomp De pomp is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin RF stralingstorin- gen onder controle zijn. De klant of gebruiker van de pomp kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door het in acht nemen van een minimale afstand tussen draagbare en mobiele RF communicatieapparatuur (zenders) en de pomp zoals hieronder aangegeven, volgens het maximale outputvermogen van de communicatieapparatuur.
  • Pagina 69: Veiligheidskenmerken En Foutdetectie

    Hoofdstuk 5: Overzicht Veiligheidskenmerken en foutdetectie Veiligheidskenmerken van de apparatuur De belangrijkste veiligheidskenmerken zijn een watchdogtimercircuit, bewakingscircuits voor de motoraandrijving en de motor en een circuit voor de spanningsdetector. Elk veiligheidscircuit heeft een unieke functie om de algehele veiligheid van het apparaat te verzekeren. Watchdogtimercircuit De microprocessor moet minstens eenmaal per seconde het juiste signaal naar het bewakingscircuit zenden.
  • Pagina 70 Hoofdstuk 5: Overzicht geschakeld. Een uniek kenmerk van dit circuit is dat de microprocessor via de besturingslijnen van en naar het microprocessorcircuit een volle- dige, functionele test van het motoraandrijfcircuit kan uitvoeren zonder dat de motor loopt. De microprocessor voert deze testfunctie elke paar minuten uit om zijn functionaliteit te blijven verzekeren.
  • Pagina 71: Veiligheidskenmerken Van De Software

    Hoofdstuk 5: Overzicht Veiligheidskenmerken van de software Veiligheidskenmerken van de software met betrekking tot de apparatuur Programmageheugencontrole Bij het opstarten en met regelmatige tussenpozen daarna wordt het pro- grammageheugen getest door een cyclische redundantiecode (CRC) van het programma te berekenen en deze vervolgens te vergelijken met de in het programma opgeslagen CRC.
  • Pagina 72: Veiligheidskenmerken Van Gegevensverwerkende Software

    Hoofdstuk 5: Overzicht Veiligheidskenmerken van gegevensverwerkende software In het RAM opgeslagen gegevens Vóór gebruik worden de in het RAM opgeslagen gegevens die betrekking hebben op toediening getest, door een CRC van de gegevens te bereke- nen en die te vergelijken met de bij de gegevens opgeslagen CRC. Als de opgeslagen en berekende CRC niet overeenkomen, geeft de software een systeemfout op het scherm weer, klinkt een continu tweetonig akoestisch alarm en wordt de toediening van alle medicijnen gestopt.
  • Pagina 73: Jaarlijkse Functionele Inspecties En Testprocedures

    Alle service en reparaties van CADD-Legacy® pompen moeten door Smiths Medical MD, Inc. of haar officiële verte- genwoordigers worden uitgevoerd.
  • Pagina 74: Mechanische Inspectie

    • Bevestig de batterijklep op de batterij. De batterijklep moet goed pas- sen wanneer het op de pomp is gesloten. • Breng een medicatiecassettereservoir van 50 of 100 ml of een CADD ™ toedieningsset aan op de pomp. Draai het slot met behulp van een muntstuk een kwart naar links (tegen de klok in).
  • Pagina 75: Controle Van Slot

    Hoofdstuk 5: Overzicht Controle van slot • Breng een medicatiecassettereservoir van 50 of 100 ml of een CADD ™ toedieningsset aan op de pomp. De sleuf op het slot moet op één lijn staan met de pijl aan de zijkant van de pomp.
  • Pagina 76: De Pomp Starten/Stoppen

    Hoofdstuk 5: Overzicht Controle alarm Reservoirvolume leeg „ • Stel het Reservoirvolume in op 1,0 ml. Druk op totdat Reservoir- volume op het LCD-scherm verschijnt. Druk op totdat ´ Î 1,0 ml verschijnt. Druk dan op ¤ ‹ • Houd ingedrukt totdat er 3 series streepjes verschijnen.
  • Pagina 77 10,0 ml verschijnt. Druk dan op ¤ • Bevestig een leeg medicatiecassettereservoir van 50 of 100 ml of een CADD™-toedieningsset aan de pomp. Sluit de cassette door middel slot knop. • Steek de lijn in de groef van de luchtdetector •...
  • Pagina 78: Opwaartse Occlusiesensor Verstopping Testen

    (zie hoofdstuk 4, Biomed Functies). • Neem een CADD™-toedieningsset met een bijspuitpunt. Neem ook een klem (schuifklem of hemostaat). • Steek de bijspuitpunt van de CADD™-toedieningsset in een geschikte, standaard iv-zak gevuld met water. Bevestig de toedieningsset aan de pomp. Ontlucht de gehele vloeistofbaan.
  • Pagina 79: Tests Voor Occlusiedrukbereik

    Hoofdstuk 5: Overzicht Tests voor occlusiedrukbereik Test I voor occlusiedrukbereik Beschrijving Druk wordt veroorzaakt door het pompmechanisme te activeren terwijl een gevulde, afgeklemde medicatiecassettereservoir. De pomp is aangezet en een vloeistof wordt geïnjecteerd totdat het hogedruk alarm klinkt. Benodigde apparatuur Medicatiecassettereservoir van 50 of 100 ml met daarin gedestilleerd water Spuit van 1 ml...
  • Pagina 80   OPMERKING: De druk van de bron moet nul zijn wanneer de cassette wordt aangesloten. 3. Assembleer het apparaat zoals afgebeeld. 0 mmHg (40 psi) Regelaar Drukmeter 4. Sluit de uitlaatlijn van het medicatiecassettereservoir aan op de geijkte drukbron. OPMERKING: Gebruik geen CADD™-extensieset met anti-sifonklep. 5. Start de pomp en laat hem op 3000 ml/24 uur lopen.
  • Pagina 81 Hoofdstuk 5: Overzicht 6. Voer de tegendruk langzaam op en noteer wanneer het hogedruk- alarm wordt geactiveerd.   OPMERKING: De druk kan snel worden verhoogd tot 410 mmHg (8 psi), waarna de druk moet worden verhoogd met 155 mmHg/min (3 psi/min) of minder totdat het alarm klinkt. 7. Het hogedrukalarm moet klinken tussen 620 mmHg en 2068 mmHg (1344 ± 724 mmHg) [tussen 12 en 40 psi (26 ± 14 psi)]. OPGELET: Wanneer de test is voltooid, moet de druk tot nul worden teruggebracht voordat de cassette van de pomp wordt losgemaakt, anders kan de cassette scheuren.
  • Pagina 82: Nauwkeurigheidstests

    2. Verwijder alle lucht uit het medicatiecassettereservoir door de lucht er met de spuit uit te zuigen. Bevestig de CADD™-extensieset. Prime de lijn zodat deze tot het uiteinde van de Luerlock-connec- tor op de extensieset gevuld is met vloeistof.
  • Pagina 83 Hoofdstuk 5: Overzicht 3. Zet de schuifklem zo dicht mogelijk bij de Luerlock-connector van de extensieset vast. Op deze manier verliest u zo min mogelijk water uit de lijn wanneer de spuit wordt verwijderd. 4. Weeg het gehele medicatiecassettereservoir met de extensieset en noteer het gewicht.
  • Pagina 84 Hoofdstuk 5: Overzicht Voorbeeld: Gewicht vóór toediening: 61,1 g Gewicht na toediening: – 41,6 g Gewicht van toegediende hoeveelheid: = 19,5 g Volume van toegediende hoeveelheid: 19,5 ml Beoogd toedieningsvolume: – 20,0 ml Onnauwkeurigheidsvolume: = –0,5 ml Onnauwkeurigheidsvolume: –0,5 ml Beoogd toedieningsvolume: ÷...
  • Pagina 85: Testen Van Volumetrische Nauwkeurigheid

    2. Verwijder alle lucht uit het medicatiecassettereservoir door de lucht er met de spuit uit te zuigen. Bevestig de CADD™-extensieset. Prime de lijn zodat deze tot het uiteinde van de Luerlock-connec- tor op de extensieset gevuld is met vloeistof.
  • Pagina 86 Hoofdstuk 5: Overzicht 4. Bevestig het cassette aan de pomp. Programmeer het Reservoir- volume op 20 ml. Dit is het beoogde toedieningsvolume. Verwij- der alle klemmen. 5. Programmeer een continue snelheid van 3000 ml/24 uur. Start de pomp en wacht op het alarm Reservoirvolume leeg. 6.
  • Pagina 87: Index

    Hoofdstuk 5: Overzicht Index programmeringsscherm, 22 Vetgedrukte paginanummers verwij- Display, 4 zen naar afbeeldingen. ECG-apparatuur, storing van, 47 Accessoire-aansluiting, 3 opgelet, viii Alarmen, 41 Elektromagnetische emissies en Anaesthetica, 1 verklaringen van immuniteit, 55-58 opgelet, iii Epidurale ruimte, toediening in, 1 Analgetica, 1 waarschuwingen, iv Extensieset...
  • Pagina 88 Hoofdstuk 5: Overzicht Resonance Imaging), 47 programmeringsscherm, 22 opgelet, viii Service nodig, 44 Nauwkeurigheid, 51 Slotniveau, 5 Nauwkeurigheidstests, 53 Softwareversie, 18 volumetrische, 75 Specificaties Neerwaartse occlusiesensor, 8 algemene, 49-50 Netstroomaansluiting, 4 Biomed Functies, 52 Netstroomadapter, 5 Continue toedienmodus, 52 Normen, 48 Starten van pomp, 35 Stoppen van pomp, 35 Straling, blootstelling aan, 47...
  • Pagina 89 Hoofdstuk 5: Overzicht Veiligheidskenmerken apparatuur, 59 software, 61-62 Waarschuwingen en opgelet, iii-v...
  • Pagina 90: Beperkte Garantie

    Hoofdstuk 5: Overzicht Beperkte garantie Smiths Medical MD, Inc. (de “Fabrikant”) garandeert aan de Oorspronkelijke koper dat de infusie- pomp (de “Pomp”), de accessoires niet inbegrepen, bij normaal gebruik gedurende één jaar vanaf de feitelijke datum van verkoop aan de Oorspronkelijke koper vrij van materiaal- en constructiefouten zal zijn, mits gebruikt overeenkomstig deze Gebruikershandleiding.
  • Pagina 91 Hoofdstuk 5: Overzicht 4. Alle door de Fabrikant of diens vertegenwoordigers verstrekte aanbevelingen, informatie en beschrijvende documentatie worden geacht nauwkeurig en betrouwbaar te zijn, maar vormen geen garanties. E. Licentie voor computerprogramma: 1. Het is de bedoeling dat de Pomp wordt gebruikt in combinatie met een bepaald door de Fabrikant in licentie verstrekt computerprogramma en het gebruik van een ander programma of wijziging zonder toestemming van een computerprogramma onder licentie doet de hierboven uiteengezette garantie van de Fabrikant teniet.
  • Pagina 92 CADD, CADD-Legacy, het ontwerpmerk van de medicatiecassettereservoir, en het Smiths ontwerp- ® merk zijn handelsmerken van de Smiths Medical-bedrijvengroep. Het -symbool geeft aan dat het geregistreerd is in het “U.S. Patent and Trademark Office” en sommige andere landen. Alle andere vernoemde namen en merken zijn handelsnamen, handelsmerken of servicemerken van hun respectieve eigenaars.

Inhoudsopgave