20) Plaats een zuigfilter tegen vaste deeltjes (maasgrootte 3-5 mm)
21) Zuighoogte is max. 3 m.
22) Zorg ervoor dat het voetventiel minimaal 0,3 m onder het vloeistofniveau blijft.
23) Leg het leidingwerk altijd aan onder hindernissen door.
• Bevestig de pomp op een daarvoor geschikte grondplaat.
• Gebruik voor bevestiging van de pomp geen trillingsdempers.
• Voor de leidingverbindingen worden trillingsdempende aansluitdelen aanbevolen.
• Controleer met de hand door het draaien van de beluchtingwaaier van de motor of de draaiende delen zich zon-
der weerstand vrij bewegen kunnen.
• Controleer of de gegevens van de netspanning overeenkomen met die van de pompmotor.
• Sluit de elektromotor aan op het spanningsnet met een thermomagnetische beschermingsschakelaar.
• Installeer een niveauschakelaar (zwemmend, magnetisch, elektronisch, drukstatisch), om de pomp bij lage
vloeistofstand uit te schakelen.
• De omgevingstemperatuur mag, afhankelijk van de fysische en chemische eigenschappen van de te verpompen
vloeistof, niet hoger of lager zijn als de voor het toepassingsgebied geldende specificaties.
• Controleer de omgevingsvoorschriften conform de IP-beschermingsklasse van de motor.
• Installeer een voorziening voor het verzamelen van het uitstromen van de vloeistof in geval van onderhouds-
werkzaamheden.
• Laat voldoende ruimte om de pomp heen zodat personen zich eromheen kunnen bewegen.
• Laat voldoende vrije ruimte boven de pomp om deze uit de installatie te kunnen tillen.
• Geef de aanwezigheid van agressieve vloeistoffen aan volgens de geldende voorschiften met de daarvoor be-
stemde kleurschilden.
• Installeer de pomp (uit thermoplast gefabriceerd) niet in de omgeving van warmtebronnen.
• Installeer de pomp niet op plaatsen waar gevaar van vallende delen of druipende vloeistof bestaat.
• Installeer de pomp niet in explosiegevaarlijke omgevingen wanneer de motor en koppeling niet speciaal daar-
voor zijn bestemd.
• Installeer de pomp niet in de onmiddellijke omgeving van arbeidsplaatsen of levendige gebieden.
• Installeer om de pomp – naar gelang de noodzaak – een daarvoor geschikt beschermingsschild voor personen.
• Het is aan te bevelen om een gelijkwaardige reservepomp te installeren (parallel).
NL
13