Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL

5. Motor

Elektrische aansluitingen
De draairichting van de motor wordt met de elektrische aansluiting op de klemmen bepaald. Dit kan door observatie
van de beluchtingwaaier gecontroleerd worden. Bij de pompen uit de serie AM moet de beluchtingwaaier gezien
vanaf de achterzijde van de motor kloksgewijs draaien.
Bij enkelfase motoren kan de draairichting door verande-
ring van de brug in de klemmenkast veranderd worden.
De wikkelingen van draaistroommotoren (bijv. met
spanning: (a) 230-400 V; (b): 400-690 V) benodigen
bij lage spanning een driehoekschakeling (230 voor a;
400 voor b):
De ster/driehoekschakeling wordt bij motorvermogens van boven 7.5 kW (10 HP) uitsluitend bij herhaaldelijke starts
met korte looptijd ingezet, echter altijd bij motorvermogens van boven 15 kW (20 HP). Dit om de pomp te ontzien
en beschermen.
10
Bij draaistroommotoren kan de draairichting door wis-
seling van twee van de drie voedingsdraden, onafhan-
kelijk van de manier van aansluiting van de wikkeling,
veranderd worden:
Bij hoge spanning is een sterschakeling vereist (400
voor a; 690 voor b):

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave