nl Storingen verhelpen
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt,
▶
dient dit te worden vervangen door een speciaal
snoer dat verkrijgbaar is bij de fabrikant of de servi-
cedienst.
22.1 Waarschuwing
Opmerkingen
¡ Wanneer op het display verschijnt, de sensor van
de betreffende kookzone ingedrukt houden en de
storingscode aflezen.
22.2 Functiestoringen
Storing
Apparaat werkt niet.
Geen indicatie
Er klinkt een signaal.
Het apparaat heeft de kookzone
uitgeschakeld. De lichtring achter
de bedieningsknop knippert.
De indicaties knipperen.
De gekozen kookstand knippert.
De lichtring van de bedienings-
knop brandt oranje. Na ca. 9 mi-
nuten schakelt het apparaat de
kookzone uit. De lichtring achter
de bedieningsknop knippert.
32
Oorzaak en probleemoplossing
Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▶
Zekering is defect.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functio-
▶
neren.
De stroomtoevoer is onderbroken.
Controleer met behulp van andere elektrische apparaten of er kortsluiting in
▶
de stoomtoevoer is opgetreden.
Het apparaat werd niet volgens het schakelschema aangesloten.
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakelschema is aangesloten.
▶
Storing in het elektronisch systeem.
Kan de storing niet worden verholpen, neem dan contact op met de techni-
▶
sche servicedienst.
Het bedieningspaneel is vochtig of wordt afgedekt door een voorwerp.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voorwerp.
▶
Er is lang niet aan de bedieningsknop gedraaid. De automatische veiligheidsuit-
schakeling werd geactiveerd.
Draai de bedieningsknop op .
1.
Schakel de kookzone weer in.
2.
Het apparaat is te heet.
Let op de foutmelding op het bedieningspaneel.
▶
Het apparaat herkent het kookgerei niet.
Zorg ervoor dat de pan geschikt is voor inductiekoken.
1.
→ "Koken met inductie", Pagina 7
Zorg ervoor dat de diameter van de bodem van het kookgerei overeenkomt
2.
met die van de kookzone.
Draai de bedieningsknop op .
3.
Schakel de kookzone weer in.
4.
Het apparaat herkent het kookgerei niet of er staat geen kookgerei op de kook-
zone.
Zorg ervoor dat de pan geschikt is voor inductiekoken.
1.
→ "Koken met inductie", Pagina 7
Zorg ervoor dat er kookgerei op de gekozen kookzone staat.
2.
3.
Draai de bedieningsknop op .
Schakel de kookzone weer in.
4.
De elektronica werd oververhit en heeft de betreffende kookzone uitgeschakeld.
Verwijder de keukenbenodigdheden van de kookzone.
1.
a Wanneer de foutindicatie verdwijnt, dan is de kookzone voldoende afgekoeld.
Draai de bedieningsknop op .
2.
Stel de kookstand in zoals gebruikelijk.
3.
¡ Wanneer de storingscode niet in de tabel staat, de
kookplaat loskoppelen van het elektriciteitsnet, 30
seconden wachten en de kookplaat verbinden. Ver-
schijnt de indicatie opnieuw, neem dan contact op
met de technische servicedienst en geef de exacte
storingscode op.
¡ Treedt er een fout op, dan gaat het apparaat niet
meer over naar de standby-modus.