Apparaat bedienen
nl
1Apparaat bedienen
I n dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
A p p a r a a t b e d i e n e n
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
:
Waarschuwing – Gevaar voor verbranding!
De filterafdekking van metaal wordt op de kookplaat
heel snel heet. De filterafdekking nooit op de kookplaat
leggen.Geen pannen op de filterafdekking plaatsen of
er andere voorwerpen op leggen.
Aanwijzing: Schakel de ventilatie in zodra u begint met
koken en schakel hem pas enkele minuten na het
koken weer uit. Zo wordt de keukendamp het meest
effectief verwijderd.
Aanwijzing: Het apparaat nooit gebruiken zonder
reservoir, metalen vetfilter en filterafdekking.
Kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat schakelt u met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool
boven de hoofdschakelaar licht op. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool
boven de hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones
zijn uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie blijft verlicht
tot de kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
Wanneer alle kookzones langer dan 30 seconden
■
uitgeschakeld zijn en de ventilatie uitgeschakeld is,
gaat de kookplaat automatisch uit.
De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
■
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat
opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
14
aan. De indicatie
#
aan tot de indicatie
#
Kookzone instellen
Met de twist-knop de gewenste kookstand instellen.
Kookstand 1 = laagste stand.
Kookstand 9 = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze is
aangeduid met een punt.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
■
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
■
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
De kookzone kiezen. Hiervoor de twist-knop bij de
1.
gewenste kookzone aanraken.
Aan de twist-knop draaien tot de gewenste
2.
kookstand in het display oplicht.
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
De kookzone kiezen en de kookstand met de twist-knop
wijzigen.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en aan de twist-knop draaien tot
verschijnt.De kookzone gaat uit en de restwarmte-
indicatie is verlicht.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
■
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de
■
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
De ventilatie moet afzonderlijk worden
■
uitgeschakeld. ~ "Ventilatie uitschakelen"
op pagina 15
‹