Reiniging en onderhoud
68/82
–
Verontreinigde koelribben van de airconditioning met een lamellenkam
reinigen.
–
Gereinigde en gedroogde filters er weer inzetten.
–
Let erop dat de filters correct in de houder zitten.
–
Afdekking aanbrengen.
–
Condensaattank aan de slang aansluiten.
–
Condensaattank terugplaatsen.
–
Sluit de kuip. Daarbij moet de kuip hoorbaar vergrendelen.
18874 / 0
LET OP!
Schade aan het apparaat door vocht mogelijk!
Bij het opnieuw aanbrengen moeten de gereinigde filters
droog zijn.