1. Mes
Maaimessen monteren
1. Monteer de messen, de ringen en de mesbouten
(Figuur 41).
Belangrijk: De gebogen randen van de messen
moet naar de bovenkant van de maaikast wijzen
om een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Zet de messen in een hoek van 90 graden ten
opzichte van elkaar (Figuur 44).
3. Draai de maaimesbouten vast tot 50 Nm.
Maaidek verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
5. Verwijder het contactsleuteltje.
6. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
7. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
8. Verwijder de tunnel.
9. Trek de arm van de spanpoelie in en verwijder de
V-riem van de poelie (Figuur 45).
Figuur 43
2. Mesbalans
Figuur 44
3
2
1
10. Verwijder de twee pennen tussen de achterarm en
het maaidek.
Belangrijk: De veer is erg sterk. Zet de
maaierbehuizing vast om te voorkomen dat de
veer wegschiet en schade veroorzaakt.
11. Verwijder de pen tussen de koppeling van de voorste
arm en de maaierbehuizing (Figuur 45).
12. Verwijder de V riem van de motorpoelie (Figuur 45).
13. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Maaidek monteren
Voer de procedure Maaidek verwijderen in omgekeerde
volgorde uit
34
4
5
Figuur 45
G017882