1
1. Schakelaar handrem
Opmerking: Het koppelings-/rempedaal moet in
de ingetrapte (vergrendelde) stand blijven staan.
Parkeerrem vrijzetten
1. Trap het rempedaal in (Figuur 4).
Opmerking: De parkeerremhendel moet nu
vrijkomen.
2. Laat het rempedaal nu langzaam opkomen.
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine het
best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Til de stoel op en draai de instelknoppen los
(Figuur 6).
1. Instelknoppen
2. Schuif de stoel naar de gewenste stand en draai de
knoppen weer vast.
G015675
Figuur 5
Figuur 6
Gebruik van de koplampen
De koplampen zijn een integrale functie van de
contactschakelaar. Draai het contactsleuteltje naar
rechts in de stand Lichten.
Urenteller
De urenteller bevindt zich op het dashboard (Figuur 4)
toont het aantal uren dat de machine in bedrijf is
geweest.
Bediening van de aftakas
Met de mes-knop schakelt u de aandrijving naar de
maaimessen in of uit.
De maaimessen inschakelen
1. Trap het rempedaal in om de machine te stoppen.
2. Trek de maaimes-knop uit in de ingeschakelde
positie (Figuur 4).
De maaimessen uitschakelen
1. Trap het rempedaal in om de machine te stoppen.
2. Druk de maaimesknop in om uit te schakelen
(Figuur 4).
De maaihoogte instellen
Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op de
gewenste maaihoogte. De maaihoogte kan in zeven
standen worden gezet, van ongeveer 30 tot 80 mm.
Belangrijk: U moet de maaihoogtehendel in de
hoogste stand zetten (7) als u de machine van het
gras rijdt, om beschadiging van de maaimessen
te voorkomen.
1. Druk op de knop op de maaihoogtehendel en houd
de knop ingedrukt (Figuur 7).
1
1. Maaihoogtehendel
13
G017870
Figuur 7