Veiligheid en aansprakelijkheid
Werkveiligheid
Verantwoordelijkheden tijdens de levensfases
Levensfase
Installa-
tiebeheer-
der
Fabricage
Levering,
transport, bin-
nenbrengen,
opstelling
Montage
Inbedrijfstel-
X
ling
Werking
X
Onderhoud, re-
X
paratie, buiten-
bedrijfstelling
Demontage,
verwijdering,
afhaling
Afvalverwijde-
ring
Elektrische aansluitingen
Gevaar
In het bijzonder pacemakers en defibrillatoren
kunnen gestoord worden door elektromagneti-
sche straling bij de aansluitruimte van de warm-
tepompregeling.
Personen met pacemaker:
■
Onmiddellijke nabijheid tot de aansluitruimte
van de warmtepompregeling vermijden, even-
tueel vooraf een arts raadplegen.
■
Defibrillatoren buiten het gevarenbereik bewa-
ren en gebruiken.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties
kunnen door elektrische stroom leiden tot ver-
wondingen en materiële schade.
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen
(bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de vol-
gende voorschriften worden uitgevoerd:
■
IEC 60364-4-41
■
NEN-voorschriften
■
Technische aansluitvoorwaarden van het
plaatselijke energiebedrijf
6
Externe
Fabrikant Koeltech-
persoon
nicus
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Logistiek Elektri-
cien/CV-
monteur
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Gevaar
Het aanraken van onder spanning staande
onderdelen kan door elektrische stroom tot ern-
stige verwondingen leiden. Enkele componenten
op de printplaten staan na het uitschakelen van
de netspanning nog onder spanning.
Installatie spanningsvrij schakelen
■
(bijvoorbeeld via de aparte zekering of een
hoofdschakelaar), op spanningvrijheid contro-
leren en tegen opnieuw inschakelen beveili-
gen.
Opmerking
Bovenop het stroomcircuit van de regeling
kunnen meerdere laststroomcircuits aanwezig
zijn.
■
Vóór het verwijderen van afdekkingen aan de
warmtepomp minimaal 4 min. wachten tot de
spanning is afgebouwd.
Aansluitbereiken warmtepompregeling en net-
■
aansluitingen (zie pagina 38) niet aanraken.
Gevaar
Een ontbrekende aarding van onderdelen kan
bij een elektrisch defect tot ernstig letsel door
elektrische stroom en beschadiging van onder-
delen leiden.
Alle aardleidingverbindingen van de warmte-
■
pomp weer aanbrengen.
■
Warmtepomp en leidingen moeten met de
equipotentiaalverbinding van het huis verbon-
den zijn.
Service-
Afvoerder
techni-
cus
X
X
X