44
Kwaliteit voor professionals
13.2 Algemene veiligheidstechnische instructies en
ongevallenpreventievoorschriften
Voer voor elke inbedrijfstelling van de machine en de tractor een controle uit op
verkeers- en bedrijfsveiligheid (zoals breuken, scheuren, schuurplekken,
lekkages, lossen schroeven en schroefverbindingen, trillingen en opvallende
geluiden).
Deze machines moeten door de exploitant regelmatig (voor ieder gebruik) worden
gecontroleerd op breuken en scheuren, lekken, schuurplekken, losse schroeven
en schroefverbindingen, trillingen, opvallende geluiden en correcte werking.
De machines moeten regelmatig worden gereinigd met perslucht. Daarbij moeten
evt. persoonlijke veiligheidsuitrustingen worden gebruikt.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moeten bij neergelaten,
uitgeschakelde en tegen inschakeling beveiligde machine worden uitgevoerd.
Onder de machine mag niet worden gewerkt.
Neem de algemeen geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in
acht!
Gebruik bij reparatie- of onderhoudswerkzaamheden extra verlichting (bijv.
zaklamp)!
Op de machine aangebrachte waarschuwings- en instructieborden geven
belangrijke informatie over een veilig gebruik; het aanhouden daarvan is voor uw
eigen veiligheid!
Houd bij gebruik van de openbare weg de geldende regelgeving aan!
Maak u voor aanvang van de werkzaamheden vertrouwd met alle inrichtingen en
bedieningselementen en met de functies daarvan. Tijdens het werken is dat te
laat!
Bij het gebruik van de machine moet gehoorbescherming worden gedragen.
De strooihoeveelheid mag alleen precies volgens de handleiding en door
geschoold personeel worden uitgevoerd!
De gebruiker moet nauw sluitende kleding dragen! Vermijd loshangende kleding!
Draag altijd veiligheidsschoenen met slipvaste zolen!
Houd de machine schoon om brandgevaar te voorkomen. Verder wordt
geadviseerd, een brandblusser op de tractor aan te brengen.
Controleer voor het opstarten en voor de inbedrijfstelling de directe omgeving!
(Kinderen!) Let op voldoende zicht!
Meerijden tijdens het werken en de transportrit op de machine is verboden!
Op de evt. voor de opbouw van de multidoseerder gebruikte landbouwapparaten
mogen in geen geval personen meerijden.
Koppel de machine aan conform de voorschriften en alleen op de
voorgeschreven inrichtingen!
Bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de tractor is bijzondere
voorzichtigheid geboden! Gebruik alleen zelfborgende bevestigingen (moeren),
en bouten van hoge kwaliteit.
Let bij opbouw, bediening en onderhoud/vullen op de standvastigheid van de
tractor en de machine. Gebruik afhankelijk van de grondbewerkingsmachine,
waarop de zaaimachine wordt gemonteerd, een opstap conform EN 14018 en
houd de handleiding aan.
Sluit bij de montage van de machine de verbindingen van de aansluitingen op de
tractorhydraulica conform de handleiding zorgvuldig aan.