6.9
Sensor (vulniveausensor)
De vulniveausensor zendt een melding aan de computer zodra hij niet meer met
zaaigoed bedekt is.
De gevoeligheid van de sensor kan worden aangepast aan het betreffende zaaigoed.
Deze wordt met de kleine schroef achter op de sensor ingesteld. (Een verandering
van de instelling is in de meeste gevallen niet nodig.)
Om de werking te controleren, kan een voorwerp
voor de sensor gehouden worden. De led aan de
achterkant moet gaan branden.
De montagehandleiding vindt u in punt 9.1
Accessoires.
6.10 Afdraaiproef / regeling van de zaaihoeveelheid
Het toerental van de zaaias hangt af van de strooihoeveelheid en de rijsnelheid bij
sensorbedrijf. Voor het bepalen van de gewenste zaaihoeveelheid moet u voor
aanvang van de werkzaamheden een afdraaiproef uitvoeren.
De zaaitabellen tonen de zaaihoeveelheid voor de verschillende zaadsoorten in
kilogram per minuut (= afgedraaide hoeveelheid).
De zaaihoeveelheid wordt volgens de volgende formule berekend:
gewenste
zaaihoevee
5
[kg/ha]
Voorbeeld:
lheid
[kg/ha]
rijsnelhei
600
12
[km/h]
12
[m]
600
Kwaliteit voor professionals
Afb.: 31
dt
[km/h]
werkbreedt
1,2
[kg/min]
e
[m]
gewicht
[kg/min]
21