40
www.aeg.com
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila-
tor werkt niet. Op het dis-
play verschijnt "Demo".
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
De oven staat uit.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Automatische uitschakeling
is actief.
Het kinderslot is geacti-
veerd.
De zekering is doorgesla-
gen.
Het lampje is stuk.
Er is een elektrische fout.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
De demofunctie is ingescha-
keld.
Oplossing
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
Oven inschakelen.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Vervang het lampje.
• Zet de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de ze-
keringkast en schakel de-
ze weer in.
• Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Dagelijks gebruik" in "Ba-
sisinstellingen".