model Mini Agri 25.6
DE MACHINE GEBRUIKEN
Beginnen te werken
Alvorens beginnen te werken:
Er moet gecontroleerd worden of de machine in goede staat is.
Daarom moeten de volgende controles en werkingstests
gedaan worden om het beste rendement te krijgen en om aan
alle veiligheidsvoorschriften te voldoen.
DE MACHINE STARTEN
De motor starten
Alvorens de motor te starten moet het volgende gedaan worden:
1) Controleren of de parkeerrem ingeschakeld is.
2) De keuzeschakelaar van de rijrichting (fig. 60/C pos."1")
in de neutrale stand (fig. 60/C pos. "2") zetten.
3) Op de bestuurdersplaats blijven zitten.
4) De contactsleutel (fig. 58 pos. "A") met de klok meedraaien
op de stand "C2" (fig. 59/C).
Als de sleutel in deze stand staat gaan het dashboard en de
volgende lampjes en wijzers aan (als dit niet het geval is mag de
machine niet in werking gesteld worden maar moet het hoofdstuk
"Onderhoud" in deze handleiding geraadpleegd worden):
- Lampje motoroliedruk
- Lampje acculading
- Zoemer om te waarschuwen dat de sleutel ingeschakeld is
(standaard machine).
Dan gaan de volgende lampjes op de S.A.R.
(kantelbeveiligingsinrichting) branden, die daarna weer uitgaan:
- Waarschuwingslampje vooralarm overbelasting
- Waarschuwingslampje overbelasting
5) Thermostarter:
Door de contactsleutel met de klok mee te draaien in de tussenstand
(fig. 59/C pos."T") wordt de thermostarter (optie) ingeschakeld.
- Als de sleutel in stand "T" (fig. 59/C pos."T") staat wordt de thermostarter
ingeschakeld om de motor in het koude jaargetijde makkelijker te
kunnen starten (bij temperaturen beneden de -5°C).
- De sleutel moet ongeveer 15" in deze stand gehouden worden.
6) De contactsleutel in de stand "C3" (fig. 59/C) draaien om de
motor te starten.
7) Als de motor aangeslagen is moet de sleutel losgelaten worden.
8) De contactsleutel (fig. 59/C pos."C3") mag niet langer dan 5
seconden ingeschakeld gelaten worden.
9) Tussen meerdere startpogingen moet er een pauze van
minstens 15 seconden ingelast worden.
10) Door de sleutel in de stand "C1" (fig. 59/C) te zetten zijn alle
lampjes uit en schakelt de dieselmotor uit.
Voorverwarmingstijd na het aanzetten
Laat de motor 5 minuten op het gemiddelde toerental draaien.
Tijdens de eerste 10 minuten moet de verplaatsingssnelheid
en de hefsnelheid van de lasten laag gehouden worden.
- ATTENTIE:
De machine is uitgerust met een systeem waardoor de motor niet
gestart kan worden en er niet met de machine gereden kan worden
als de bestuurder niet goed op de bestuurdersplaats zit.
C/32
- ATTENTIE:
- De VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (in deze handleiding) moeten aandachtig gelezen worden ter bescherming van het personeel en de machine.
De machine leren kennen en gebruiken
5 - WERKINGSINSTRUCTIES
(fig.58/C)
C1
(fig.59/C)
1
(fig.60/C)
A
C2
T
C3
T
2