model Mini Agri 25.6
BESTUURDERSCABINE
(fig.45/B pos."1")
Alle machines zijn uitgerust met een bestuurderscabine
die ook als veiligheidscel voor de bestuurder fungeert.
- ATTENTIE:
De cabine is een veiligheidsonderdeel en moet dus
altijd in uitstekende staat van gebruik gehouden worden.
Het is streng verboden om de constructie van de
cabine te veranderen, er gaten in te maken of op de
een of andere manier aan te tasten. In geval van
manipulatie vervalt de wettelijke aansprakelijkheid van
de fabrikant.
Het is verboden om onderdelen aan het frame van de
cabine te lassen of onderdelen mechanisch met het
frame van de cabine te verbinden.
Indien er bevestigingsbouten vervangen moeten
worden mogen er uitsluitend elementen van dezelfde
weerstandsklasse gebruikt worden.
Er mogen nooit kettingen of kabels aan de cabine
vastgemaakt worden om de machine weg te slepen.
Indien de machine kantelt mag er niet geprobeerd
worden om tijdens het ongeluk uit de cabine te stappen.
DOOR IN DE CABINE TE BLIJVEN ZITTEN MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS OM WORDT U BETER BESCHERMD.
ROPS-FOPS bestuurderscabine
(fig.45/B pos."1")
De machine is uitgerust met een goedgekeurde ROPS en
FOPS bestuurderscabine (fig. 45/B pos. "1"). De bestuurder
is dus beschermd tegen omslaan en vallende voorwerpen,
zoals voorgeschreven voor grondverzetmachines. Om te
voorkomen dat de bestuurder tegen de inwendige
constructies van de cabine aanstoot is het verplicht om
tijdens het gebruik van de machine de veiligheidsgordel
om te doen. De achterruit kan ook als nooduitgang gebruikt
worden. Deze ruit kan volledig geopend worden door de
speciale veerpen in de openingshandgreep eruit te halen.
Tijdens het gewone gebruik van de machine is het verboden
om de ruit helemaal open te doen, vanwege het risico van
afhakken tussen arm en chassis.
- ATTENTIE:
Als de cabine zichtbare beschadigingen vertoont moet de cabine
vervangen worden waarbij men zich tot een officieel DIECI
servicecentrum of een erkende DIECI garage moet wenden.
B/22
1
(fig. 45/B)
Veiligheidsvoorschriften