model Mini Agri 25.6
GEBRUIK EN OPSLAG VAN BRANDSTOF
Diesel
Alvorens brandstof te hanteren, de tank te vullen enz. moet
u de volgende voorschriften in acht nemen:
. Voeg nooit andere brandstoffen aan de diesel toe zoals:
benzine, alcohol.
. Het is verboden om met een draaiende motor te tanken.
. Maak het gedeelte rondom de tankdop schoon. Vul de
brandstoftank aan het einde van elke werkdag om de
condensvorming tijdens de stilstandperiode te beperken.
. Water en bezinksels moeten verwijderd worden voordat zij
bij de motor komen.
. Gebruik geen antivries om het water uit de diesel te verwijderen.
. Verlaat u niet op het filter om het water uit de diesel te
verwijderen.
. Laat de tank nooit zonder dop en doe de dop altijd op slot.
. Houd tijdens het vullen van de tank het tankpistool onder controle.
. ROOK NIET OP HET MOMENT DAT U DIT DOET.
. Controleer de tank niet met open vuur.
. Vul de tank niet helemaal. Laat ruimte over voor het uitzetten
van de brandstof en veeg eventuele gemorste brandstof
onmiddellijk af.
. Als u de originele dop verliest moet u deze door een
originele vervangen. Niet alle doppen passen erop.
. Alvorens aan de tank te lassen of aan onderdelen die zich
dicht in de buurt daarvan bevinden moet gecontroleerd
worden of er geen brandstof in zit.
. In geval van brandstoflekken door defecten moet de
eruit stromende brandstof zo snel mogelijk
tegengehouden worden en moet contact opgenomen
worden met de servicedienst van DIECI.
.
Adem de mogelijke dieseldampen zo min mogelijk in
omdat deze kankerverwekkend zijn en gevaarlijk zijn voor
de gezondheid.
Brandstofvulopening
(fig.57/D Pos."1")
Om de dop te verwijderen moet u hem tegen de klok in draaien.
D/36
- ATTENTIE:
- De VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (in deze handleiding) moeten aandachtig gelezen worden ter bescherming van het personeel en de machine.
Kenmerken van de geadviseerde brandstof
Om een goed rendement te bereiken moet er brandstof van
goede kwaliteit gebruikt worden. Hieronder worden de
kenmerken van de geadviseerde brandstof vermeld.
Cetaangetal
Viscositeit
Dikte
Zwavel
Distillatie
Cetaangetal
Het cetaangetal geeft de ontstekingseigenschappen aan.
Brandstof met een lager cetaangetal kan bij kou
startproblemen geven en de verbranding beïnvloeden.
Viscositeit
De viscositeit is de vloeiweerstand; de prestaties van de
motor kunnen in het gedrang gebracht worden als de waarde
buiten de grenzen is.
Dikte
Door een kleinere dikte neemt het vermogen van de motor
af, door een grotere dikte neemt het vermogen van de motor
toe en dit geldt ook voor de rook uit de uitlaat.
Zwavel
Een hoog zwavelgehalte leidt tot slijtage van de motor en vervuiling.
Distillatie
De distillatie is een indicatie van het mengsel van
verschillende koolwaterstoffen in de brandstof. Een hoge
verhouding lichte koolwaterstoffen kan de kenmerken van de
verbranding beïnvloeden.
Brandstoffen voor lage temperaturen
Als de motor op lagere temperaturen dan 0°C functioneert
kunnen er speciale winterbrandstoffen gebruikt worden.
Deze brandstoffen hebben een lagere viscositeit en beperken
de vorming van paraffine in de brandstof. De vorming van
paraffine stopt de brandstofdoorlaat door het filter.
(fig. 57/D Brandstofvulopening)
Onderhoud en afstellingen
45 minimum
2/4,5 centistokes bij 40°C
0,8201860 kg/liter bij 15°C
0,20% in gewicht, maximum
85% bij 350°C
1