AIRCONDITIONING (optie)
Werking van de installatie
1. Controleer of alle deuren, ramen en het luik gesloten zijn.
2. Controleer of de verwarming uit is.
3. Zet terwijl de motor draait de airconditioning (fig. 17/G pos.
"P") en de ventilator aan. Als u alleen de airconditioning
aanzet wordt met dezelfde schakelaar automatisch de
ventilatie op de eerste snelheid ingeschakeld. Met de
vrijgaveschakelaar van de ventilatie is het mogelijk om de
derde en de tweede ventilatiesnelheid in te stellen.
4. Draai de luchtopeningen (fig. 17/G pos. "1") open en verstel ze
om de beste koeling op basis van de omgevingstemperatuur
te verkrijgen. Verhoog of verlaag de snelheid van de ventilator
om de gewenste omstandigheden te verkrijgen.
Als de airconditioningsinstallatie niet goed functioneert moet de
condensator die aan de buitenkant van de cabine boven de
nooduitgang geplaatst is (fig. 18/G pos. "1") gecontroleerd worden.
- BELANGRIJK:
Zet de airconditioning (één of twee minuten lang) diverse keren
per jaar aan, ook in de koudste jaargetijden - motor op het lage
toerental). Op die manier worden de bewegende delen, zoals
de compressor en de installatie in het algemeen gesmeerd.
- ATTENTIE:
Om ervoor te zorgen dat de airconditioningsinstallatie goed
functioneert moet u de condensator (fig. 18/G pos. "1") goed
schoon houden.
- ATTENTIE: VOORZICHTIG:
Maak GEEN van de slangen van de airconditioningsinstallatie los
om bij de condensator te kunnen komen aangezien het contact van
de huid met het koelmiddel bevriezing kan veroorzaken.
De installatie schoonmaken
1. Verwijder de beschermkap.
2. Draai de schroeven waarmee de condensator aan de steun
van de radiateur bevestigd is los.
3. Pas op dat u de ribben van de radiateur niet beschadigt.
4. Maak de condensator schoon door de perslucht, op een druk
van maximaal 7 bar, door het koelblok heen te richten, van de
tegenovergestelde kant dan die van de normale luchtstroom.
5. Plaats na het schoonmaken de condensator weer terug.
- BELANGRIJK:
Controleer de gasvulling elk jaar via de speciale kranen
(fig. 19/G pos. "A").
- ATTENTIE:
Vervang het ontvochtigingsfilter (fig. 18/G pos. "2") om de 2 jaar.
Als dit filter defect is kan hierdoor ernstige schade aan de
airconditioningsinstallatie ontstaan en schadelijke deeltjes
voor de gezondheid van de bestuurder in de lucht uitstoten.
- ATTENTIE:
- De VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (in deze handleiding) moeten aandachtig gelezen worden ter bescherming van het personeel en de machine.
1
P
(fig.17/G)
2
(fig.18/G)
(fig.19/G)
1
1
1
A
A
G/13
1