03
Combinatievitrines
GEBRUIK EN BEDIENING
3.6
STORING EN OORZAAK
AANWIJZING
Schakel de apparatuur uit als er storingen optreden. Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier of de
fabrikant.
WAARSCHUWING
Gevaar door werkzaamheden aan / hanteren van de apparatuur
Bij sommige controles kan een hoog risico (elektrische schok, enz.) optreden. Voor deze werkzaamheden moet
geschoold, geautoriseerd vakpersoneel worden ingezet!
Controleer de onderstaande punten of neem contact op met uw leverancier of dealer als het probleem hiermee niet is opgelost.
Algemeen
DEFECT
De apparatuur werkt niet.
Verlichting werkt niet.
KOELGEBIED
DEFECT
De producten bereiken niet de
gewenste temperatuur.
50
Technische wijzigingen voorbehouden / Geldig vanaf. januari 2023
OORZAAK
Stroomvoorziening onderbroken.
Geen spanning op het stopcontact.
Elektronica verkeerd ingesteld of display
donker.
LED-verlichting niet ingeschakeld.
Verlichting of leidingaansluiting defect
OORZAAK
Een of meerdere deuren zijn open.
Ventilatiesleuven in de apparatuur zijn
bedekt/door producten geblokkeerd.
Koudluchtgordijn onderbroken (zie
hoofdstuk 3.5.1)
Verdamperbak incorrect geplaatst.
Ventilatie en ontluchting onvoldoende.
Temperatuur op het display wijkt af van de
gemeten temperatuur.
Te veel/te warme levensmiddelen.
Insteltemperatuur te hoog.
Omgevingstemperatuur in de ruimte te hoog
(boven 25 °C).
Tocht van buiten verstoort de circulatie van
koude lucht (voornamelijk bij open
apparatuur).
Condensator vervuild.
OPLOSSING
Plaats van de randaardestekker (voor contactdoos
en besturing) controleren.
Controleer of de zekeringen (van schakelcircuit)
intact zijn.
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support.
Verlichting inschakelen (zie hoofdstuk 3).
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support.
OPLOSSING
Deuren sluiten, controleer de temperatuur na 30
minuten.
Ventilatiesleuven (zie hoofdstuk 3.3).
Verdamperbak zoals in hoofdstuk 4.1.3 met de
opening naar boven plaatsen.
Ventilatie en ontluchting zoals in hoofdstuk 2.9
garanderen. Neem contact op met een
geautoriseerde onderhoudsspecialist/support.
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support (sensorafstelling
noodzakelijk (hoofdstuk 3.4.1).
Producten voorkoelen (zie hoofdstuk 1.12),
luchtopeningen vrijmaken (zie hoofdstuk 2.9).
Instellen insteltemperatuurwaarde (zie hoofdstuk
3.2).
Stel de airconditioning van de ruimte af (zie
hoofdstuk 1.8).
Opstellingslocatie zonder sterke tocht, instructies
volgens hoofdstuk 1.8 opvolgen.
Reiniging van de condensator/condensor (zie
hoofdstuk 4.1.5).