02
Combinatievitrines
TECHNIEK
2.9
VENTILATIE EN ONTLUCHTING (KOELGEBIED)
Standaard wordt apparatuur met koelgebied met ventilatie aan de bedieningszijde en afvoerlucht aan de klantzijde geleverd.
Het is raadzaam om de afvoerluchtopening aan klantzijde (zie variant 1) uit te voeren. Als een afvoerluchtopening aan klantzijde
niet mogelijk is, moet de afvoerlucht aan de zijkant of aan de bedieningszijde (zie variant 2) worden afgevoerd. Er moet op
worden gelet dat de afvoerlucht niet direct weer wordt aangezogen, om een optimale functie van de koeling te garanderen.
VOORZICHTIG
Vermindering van de koelcapaciteit of vernieling door oververhitting van het koelaggregaat
Ventilatie- en ontluchtingsopeningen van het koelaggregaat mogen niet versteld of geblokkeerd worden. De
luchtstroom mag niet onderbroken of verhinderd worden. De ventilatieroosters moeten minstens 1,5 keer de
doorsnede van het condensatoroppervlak hebben. Voer de openingen van de ventilatieroosters met lamellen uit.
Variant 1
Toevoerlucht
Afvoerlucht
Bovenaanzicht variant 1
Verklaring
van
begrippen:
Compressor:
Condensator/ventilator:
Condensator:
36
Technische wijzigingen voorbehouden / Geldig vanaf. januari 2023
De compressor pompt het gasvormige koelmiddel door de koelinstallatie.
De ventilator zuigt koude ruimtelucht aan en koelt daarmee de compressor en het
hete gas in de condensator.
Warmtewisselaar, waarin de onttrokken warmte van het koelgebied weer aan de circulatielucht
wordt afgegeven. Gasvormig koelmiddel wordt door de warmteafgifte weer vloeibaar gemaakt.
Alle
stekkerklare
apparatuur
(condensatorset). Dit geeft u de mogelijkheid om de condensator op het ventilatierooster van de
luchtinlaat te plaatsen en luchtcirculatie te voorkomen.
Variant 2
Bovenaanzicht variant 2
beschikt
over
een
uittrekbare
compressorbehuizing