START
☞
Tip
Isolatieweerstand kan alleen gemeten worden als de
installatie spanningsloos is.
Als er op de installatie een spanning
weerstand niet worden gemeten. De LED NETZ/MAINS (6) brandt
en in het LCD-scherm (1) verschijnt dan b.v. de volgende melding:
START
Alle geleiders (L1, L2, L3 en N) moeten ten opzichte van aarde
worden gemeten!
30
≥
10 V staat, kan de isolatie-
!
Let op!
Raak nooit de aansluitcontacten van het instrument aan
indien de isolatieweerstandmeting is ingeschakeld!
Als de contacten vrij of voor meting aangesloten zijn op een
ohmse belasting dan zal bij aanraking een spanning van 500 V en
een stroom van ca. 1 mA door uw lichaam vloeien.
Hierbij worden geen levensgevaarlijke waarden bereikt. Door de
merkbare schok kunnen er door het schrikeffect toch gevaarlijke
situsties ontstaan.
!
Let op!
Bij metingen aan capacitieve objecten, bijvoorbeeld een
lange kabel, kan deze zich tot 500 V opladen!
Aanraken is dan LEVENSGEVAARLIJK!
Capacitieve objecten worden na het meten van de isolatieweer-
stand automatisch ontladen na het loslaten van de Startknop ▼
(3 resp. 17). Het instrument dient wel aangesloten te blijven om
het object te kunnen ontladen. De restspanning wordt in het LCD-
scherm (1) weergegeven.
U kunt de meetpannen verwijderen zodra de spanning < 25 V is!
☞
Tip
Bij de isolatieweerstandmeting worden de batterijen sterk
belast. Druk daarom de Startknop ▼ (3 resp. 17) niet lan-
ger dan nodig; d.w.z. tot de aanwijzing stabiel is.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH