benzine, verf) in de opstellingsruimte van
het product mag bewaren en gebruiken.
1.3.6 Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
Ontbrekende veiligheidsinrichtingen (bijv. vei-
ligheidsklep, expansievat) kunnen tot levens-
gevaarlijke brandwonden en andere letsels
leiden, bijv. door explosies.
De in dit document opgenomen schema's ge-
ven niet alle voor een deskundige installatie
vereiste veiligheidsinrichtingen weer.
▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen
in de installatie.
▶ Informeer de gebruiker over de functie en
de positie van de veiligheidsinrichtingen.
▶ Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
1.3.7 Verbrandingsgevaar door hete
componenten!
Bij de compacte thermomodule en alle wa-
tervoerende onderdelen bestaat gevaar voor
verbranding of brandwonden.
▶ Voer werkzaamheden aan deze onderde-
len pas uit als deze zijn afgekoeld.
1.3.8 Levensgevaar door lekkende
rookgassen
Als u het product met lege sifonbeker ge-
bruikt, dan kunnen rookgassen in de kamer-
lucht ontsnappen.
▶ Zorg ervoor dat de sifonbeker voor het
gebruik van het product altijd gevuld is.
1.3.9 Verbrandingsgevaar door heet
drinkwater
Aan de tappunten voor warm water bestaat
bij warmwatertemperaturen van meer dan
60°C gevaar voor verbranding. Kleine kinde-
ren en oudere mensen lopen zelfs bij lagere
temperaturen al risico's.
▶ Kies een temperatuur waarbij niemand
gevaar loopt.
0020181591_00 ecoCOMPACT Installatie- en onderhoudshandleiding
1.3.10 Kans op materiële schade door
ondeskundig gebruik en/of
ongeschikt gereedschap
Ondeskundig gebruik en/of ongeschikt ge-
reedschap kan schade veroorzaken (bv. gas-
of waterlekkages).
▶ Om schroefverbindingen vast te draaien of
te lossen, gebruikt u principieel passende
steeksleutels, maar geen buistangen, ver-
lengingen enz.
1.3.11 Vorstschade door ongeschikte
opstellingsplaats
Bij vorst bestaat gevaar voor schade aan het
product en aan de volledige CV-installatie.
▶ Houd er bij de keuze van de opstellings-
plaats rekening mee dat u het product niet
in vorstgevaarlijke ruimtes mag installeren.
▶ Leg de gebruiker uit hoe hij het product
tegen vorst kan beschermen.
1.3.12 Vorstschade door stroomuitval
Bij een uitval van de stroomvoorziening kan
niet uitgesloten worden dat onderdelen van
de CV-installatie door vorst beschadigd wor-
den.
▶ Zorg ervoor dat het product bij sterke vorst
gebruiksklaar gehouden kan worden, bijv.
door een noodstroomaggregaat.
1.3.13 Corrosieschade door ongeschikte
verbrandings- en kamerlucht
Sprays, oplosmiddelen, chloorhoudende rei-
nigingsmiddelen, verf, lijm, ammoniakverbin-
dingen, stof enz. kunnen onder ongunstige
omstandigheden tot corrosie aan het product
en in de VLT/VGA leiden.
▶ Zorg ervoor dat de verbrandingsluchttoe-
voer altijd vrij is van fluor, chloor, zwavel,
stof enz.
▶ Zorg ervoor dat er op de opstellingsplaats
geen chemische stoffen opgeslagen wor-
den.
▶ Zorg ervoor dat de verbrandingslucht niet
via oude schoorstenen van oliegestookte
ketels toegevoerd wordt.
▶ Als u uw product in kapsalons, lakkerijen
of schrijnwerkerijen of reinigingsbedrijven
e.d. installeert, dan kiest u een afzonder-
lijke opstellingsruimte waarin een verbran-
Veiligheid 1
5