▶
Gebruik voor de voedingsleiding, die door
de kabeldoorvoer in het product geleid
wordt, een flexibele leiding.
▶
Neem alle geldende voorschriften in acht.
1.
Als u het product in het veiligheidsbereik 2 installeert,
dan dient u het absoluut onafhankelijk van de omge-
vingslucht te gebruiken. Het installatietype B53P is dan
niet toegestaan.
2.
Open de schakelkast.
3.
De gekozen netaansluitkabel moet aan de eisen van
het veiligheidsbereik voldoen.
4.
Voer de bedrading uit.
5.
Sluit de schakelkast.
5.4.5
Thermostaat aan de elektronica aansluiten
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 15)
2.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 16)
Voorwaarden: Als u een weersafhankelijke eBUS-thermostaat of een ka-
mertemperatuurafhankelijke eBUS-thermostaat aansluit:
▶
Sluit de thermostaat aan de BUS-stekker aan.
▶
Overbrug de stekker 24V=RT indien dit nog niet gebeurt
is.
Voorwaarden: Als u een laagspanningsregelaar (24 V) aansluit:
▶
Sluit de thermostaat in de plaats van de nevenaansluit-
weerstand aan de stekker 24V=RT aan.
Voorwaarden: Als u een veiligheidsthermostaat voor een vloerverwarming
aansluit:
▶
Sluit de thermostaat in de plaats van de nevensluitweer-
stand aan de stekker Burner off aan.
3.
Sluit de schakelkast.
4.
Om de modus Doorlopend van de pomp (loopt perma-
nent) met een multicircuitregelaar te activeren, stelt u
het punt D.018 Modus van de pomp van Intermitte-
rend (pomp loopt af en toe) op Permanent in.
5.4.6
Bijkomende componenten aansluiten
Met behulp van het geïntegreerde hulprelais kan een bijko-
mende component gestuurd worden. De multifunctionele
0020181591_00 ecoCOMPACT Installatie- en onderhoudshandleiding
module maakt de besturing van twee bijkomende componen-
ten mogelijk.
U kunt de volgende componenten selecteren:
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
5.4.6.1 Hulprelais gebruiken
1.
2.
3.
– +
Burner
24V=
off
RT BUS
5.4.6.2 VR 40 (multifunctionele module 2 uit 7)
1.
2.
3.
5.4.6.3 Circulatiepomp volgens de behoefte
1.
2.
3.
6
6.1
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmogelijk-
heden van het gebruikersniveau zijn in de gebruiksaanwij-
zing beschreven.
Een overzicht van de aflees- en instelmogelijkheden van het
installateurniveau vindt u in de paragraaf "Overzicht menus-
tructuur installateurniveau" (→ Pagina 37).
Warmwatercirculatiepomp
Externe CV-pomp
Boilerlaadpomp (niet geactiveerd)
Afzuigkap
Externe magneetklep
Externe storingsmelding
Zonnepomp (niet actief)
Afstandsbediening eBUS (niet actief)
Legionellabeveiligingspomp (niet actief)
Zonneklep (niet actief).
Sluit een bijkomend component via de grijze stekker op
de printplaat direct op het geïntegreerde hulprelais aan.
Breng de bedrading zoals beschreven in de paragraaf
"Thermostaat monteren ‟ aan.
Om het aangesloten component in gebruik te nemen,
kiest u de component via D.026, zie Diagnosecodes
oproepen.
gebruiken
Monteer de componenten conform de desbetreffende
handleiding.
Kies voor de aansturing van het relais 1 op de multi-
functionele module D.027 .
Kies voor de aansturing van het relais 2 op de multi-
functionele module D.028 .
aansturen
Breng de bedrading volgens "Thermostaat aan de elek-
tronica aansluiten ‟ aan.
Verbind de aansluitleiding van de externe toets met de
klemmen 1
(0) en 6 (FB) van de randstekker X41, die
bij de thermostaat geleverd is.
Steek de randstekker op de steekplaats X41 van de
printplaat.
Bediening
Bedieningsconcept van het product
Bediening 6
17