Wiellader
9.9.3.2
Inlaatluchtleidingen controleren
1.
Controleer of de klemmen (B) goed zijn vastgeklemd en of de vactuator (A) zich op de onderkant van
de onderhoudskap van het luchtfilterhuis bevindt.
2.
Controleer alle inlaatluchtleidingen op slijtage, scheuren en schade.
3.
Controleer of alle slangklemmen (C) goed vastzitten.
4.
Controleer of er geen slangen (D) loszitten; dit om te voorkomen dat de slangen vast komen te zitten
tussen roterende delen.
5.
Zorg indien nodig voor reparatie of vervanging.
9.10
Onderhoud aan hydraulisch systeem
9.10.1
Olie controleren
9.10.1.1
Peil van de hydraulische olie controleren
80 Onderhoud
Het hydraulische systeem werkt onder hoge druk. Een defecte slang,
leiding of fitting kan leiden tot ernstige schade of ernstig letsel. Controleer
altijd of het systeem drukloos is gemaakt voordat u onderhoud uitvoert.
R1912 - RT100-2