Wiellader
9.9.2
Koelsysteem
9.9.2.1
De combikoeler controleren en reinigen
1.
Controleer de koeler op slijtage, scheuren en schade.
2.
Controleer of geen van de slangen (B) is beschadigd of gescheurd.
3.
Controleer of alle klemmen (A) goed vastzitten.
4.
Zorg indien nodig voor reparatie of vervanging.
5.
Reinig de combikoeler indien deze is vervuild met zand, stof of andere vervuilingen. Dit doet u door
voorzichtig perslucht door de lamellen te blazen.
9.9.2.2
Het koelsysteem controleren op lekken
1.
Controleer alle slangen op slijtage, scheuren en schade.
2.
Controleer of alle slangklemmen goed vastzitten.
3.
Controleer of er geen slangen loszitten; dit om te voorkomen dat de slangen vast komen te zitten
tussen roterende delen.
4.
Zorg indien nodig voor reparatie of vervanging.
9.9.3
Luchtinlaatsysteem
9.9.3.1
Het luchtfilter controleren en reinigen
1.
Zet de motor uit.
78 Onderhoud
Blaas vanaf de motorzijde lucht door de radiateur naar buiten. Let
erop dat u de combikoeler niet beschadigt.
R1912 - RT100-2