14. Herhaal de stappen 11 t/m 13 indien het motoroliepeil zich niet juist onder de 'MAX'-indicator bevindt.
15. Monteer de olievuldop.
16. Sluit het motorcompartiment. Raadpleeg Het motorcompartiment openen en sluiten op pagina 60.
9.9.1.2
Het koelvloeistofpeil controleren
1.
Open het motorcompartiment. Raadpleeg Het motorcompartiment openen en sluiten op pagina 60.
2.
Zoek de overlooptank (A) aan de voorkant van de radiateur.
3.
Controleer of het koelvloeistofpeil zich tussen de niveaus 'Low' en 'Full' bevindt.
4.
Als het vloeistofpeil te laag is, vul de overlooptank dan bij met de juiste koelvloeistof:
a.
Verwijder de radiateurdop (B) die op de combikoeler (C) zit.
b.
Vul de combikoeler bij totdat de overlooptank tot het peil 'Full' is gevuld.
c.
Plaats de radiateurdop terug op de combikoeler.
5.
Indien er totaal geen koelvloeistof in de overlooptank zit, controleer dan het koelvloeistofpeil van de
combikoeler.
a.
Verwijder de radiateurdop (B) die op de combikoeler (C) zit.
Het peil moet net iets onder de rand van de combikoeler (C) zitten.
b.
Vul de combikoeler, indien nodig, bij.
c.
Monteer de radiateurdop.
RT100-2 - R1912
Vul niet te veel olie bij. Hierdoor kan de motor beschadigd raken.
Controleer het koelvloeistofpeil altijd wanneer de motor koud is.
Hete koelvloeistof is gevaarlijk. Controleer of de temperatuur van de
koelvloeistof onder het kookpunt is gezakt voordat u nieuwe koelvloeistof
toevoegt. Het veiligste moment om dit te doen is met een koude motor.
Draag veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
Wiellader
Onderhoud 77