5.5
Montage en aanpassing van de cardanas
5.5.1
Montage van de cardanas
5.5.2
Aanpassing van de cardanas bij de eerste aanbouw
Bij de eerste aanbouw andere cardanashelft op het
aftakasprofiel van de tractor steken, zonder de
cardanasdelen in elkaar te steken.
1. Door naast elkaar houden van de beide
cardanasdelen controleren, of een
schuifprofieloverlapping van de cardanasdelen
zowel bij neergelaten als ook bij opgetilde
machine van minimaal 40 % van LO is
gewaarborgd.
2. In samengeschoven stand mogen de
cardanasdelen niet tegen de vorken van de
kruiskoppeling stoten. Houd een
veiligheidsafstand aan van minimaal 10 mm.
3
Voor aanpassen van de lengte van de
cardanashelften, de assen in de kortste positie
naast elkaar houden en aftekenen.
4+5. Binnenste en buitenste beschermpijp
evenredig inkorten.
6
Zaagsnede afronden en spanen zorgvuldig
verwijderen.
7. Schuifprofielen invetten en in elkaar schuiven.
8. Ketting zodanig inhangen, dat de
cardanasbescherming tijdens gebruik niet
meedraait.
9. Alleen met volledig beveiligde aandrijving
werken.
Cardanas met complete cardanas- en aanvullende
bescherming op de tractor en machine gebruiken.
De beveiligingsinrichtingen direct vervangen, zodra
deze beschadigd zijn.
GHS Drive SMARTCUT BAF0010.3 08.17
De ingaande as van de overbrenging aan de machine vooraf
reinigen en de cardanas altijd met vet op de ingangsas steken!
Cardanas bij de eerste aanbouw conform Afb. 5.2.2 op de tractor
aanpassen. Omdat deze aanpassing alleen geldt voor dit
tractortype, moet de aanpassing van de cardanas bij wisselen
van het tractortype worden gecontroleerd resp. herhaald.
Overname van de machine
39