OPNAMEFUNCTIES
20
NE
PROGRAM AE
OFF: Hiermee schakelt u de functie uit.
(fabrieksinstelling)
SHUTTER 1/50: De sluitertijd is vastgesteld op 1/
50 seconde. De zwarte stroken die meestal verschijnen
wanneer u een foto maakt van een tv-scherm worden
smaller.
SHUTTER 1/120: De sluitertijd is vastgesteld op 1/
120 seconde. De flikkering die zich voordoet wanneer u
opnames maakt onder een tl-buis of kwiklamp wordt
verminderd.
SPORTS
(Variabele sluitertijd: 1/250 – 1/4000)
Als u deze instelling selecteert, kunt u snel bewegende
beelden beeld voor beeld vastleggen en zo een
levendige, stabiele slowmotionweergave bewerkstelligen.
Hoe korter de sluitertijd, hoe donkerder het beeld wordt.
Gebruik de sluiterfunctie dus alleen als u voldoende licht
hebt.
SNOW: Deze instelling compenseert onderwerpen
die anders mogelijk te donker worden als u opnames
maakt in een zeer lichte omgeving, bijvoorbeeld een
sneeuwlandschap.
SPOTLIGHT: Met deze instelling compenseert u
onderwerpen die anders te licht zouden zijn als ze bij
zeer sterke directe belichting worden opgenomen,
bijvoorbeeld onder spots.
OPMERKING:
"SPOTLIGHT" heeft hetzelfde effect als een waarde van –3
voor de belichtingsinstellingsfunctie. (
TWILIGHT: Hierdoor zien avondscènes er
natuurlijker uit. De witbalans (
automatisch ingesteld op "
aangepast aan uw wensen. Als u Twilight (schemerlicht)
selecteert, wordt de camcorder bij een afstand van 10 m
tot oneindig automatisch scherpgesteld. Als de afstand
minder dan 10 m bedraagt, dient u de scherpstelling
handmatig uit te voeren.
SEPIA: Opgenomen beelden krijgen een bruine
schijn, net als oude foto's. Als u deze stand combineert
met de cinemastand krijgen uw opnames een klassiek
uiterlijk.
MONOTONE: Net als bij de zwartwitfilms uit
vroeger tijden worden uw beelden in zwartwit
opgenomen. In combinatie met de cinemastand vergroot
u hiermee het effect van een "oude film".
CLASSIC FILM: Hierdoor krijgen opgenomen
beelden een stroboscoopeffect.
STROBE: De opname ziet er uit als een reeks
opeenvolgende foto's.
blz. 22)
blz. 23) wordt
", maar kan worden
Momentopnames (tijdens video-opnames)
Deze functie biedt u de mogelijkheid op band stilbeelden
vast te leggen die lijken op foto's.
1
Houd de blokkeerknop op de aan/uit-knop ingedrukt
en zet de aan/uit-knop op "M".
2
Open de LCD-monitor volledig. (
3
Stel "SNAP MODE" in op de gewenste stand.
(
blz. 14, 15)
4
Druk op SNAPSHOT.
● U hoort het geluid van een sluiter.
● De aanduiding "O" verschijnt en er wordt gedurende
zes seconden een stilbeeld opgenomen. Vervolgens wordt
de camera weer in de stand Opnamestand-by geplaatst.
● Het is ook mogelijk om tijdens het opnemen
momentopnames te maken. Gedurende ongeveer
zes seconden wordt de momentopname gemaakt, waarna
de normale opname wordt hervat.
● Momentopnames worden, ongeacht de positie van de aan/
uit-knop ("A" of "M"), altijd gemaakt in de geselecteerde
momentopnamestand.
OPMERKINGEN:
● Zie "BEEP" op bladzijde 16 als u het geluid van de sluiter
wilt opheffen.
● Wanneer "WIDE MODE" ingesteld is op "SQUEEZE
(
blz. 16), knippert de "O" indicatie in blauwe kleur en
is momentopname niet meer mogelijk.
● Als Programma AE met speciale effecten (
ingeschakeld, zijn bepaalde standen van Programma AE
met speciale effecten niet actief tijdens het maken van
momentopnames. In dat geval, knippert het pictogram.
● Als u op SNAPSHOT drukt terwijl "DIS" op "ON" (
staat, wordt de stabilisatiefunctie uitgeschakeld.
● Tijdens het maken van momentopnames is het mogelijk dat
een deel van het beeld in de zoeker ontbreekt. Er zijn
echter geen gevolgen voor het opgenomen beeld.
● Als een kabel is aangesloten op de AV-aansluiting, is het
geluid van de sluiter niet hoorbaar via de luidspreker, maar
wordt het wel op de band opgenomen.
Motordrivestand
Als u in stap 4 SNAPSHOT ingedrukt houdt, krijgt u
hetzelfde effect als wanneer u foto's zou nemen met een
motordrive. (Interval tussen stilbeelden: ongeveer 1
seconde)
blz. 10)
"
blz. 19) is
blz. 15)