Reinigen: gebruik een blaasbalgje om stof of vuil te verwijderen en veeg de
camerabody voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de
camera op het strand of aan zee dient u eventueel aanwezig zand of zout te
verwijderen met een doek die licht bevochtigd is met schoon water. Droog de
camera daarna grondig af. In zeer uitzonderlijke gevallen wordt het lcd-venster
lichter of donkerder als gevolg van statische elektriciteit. Dit duidt niet op een
storing, de normale weergave wordt snel hersteld.
Het objectief en de spiegel kunnen gemakkelijk beschadigd raken. Verwijder stof en
vuil voorzichtig met een blaasbalgje. Als u een luchtspuitbus gebruikt, houd de bus
dan verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit de bus lekt. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken van het objectief door een beetje lensreiniger
op een zachte doek aan te brengen en het glas voorzichtig schoon te vegen.
Zie "Het laagdoorlaatfilter" (0 358, 361) voor informatie over de reiniging van het
laagdoorlaatfilter.
Objectiefcontacten: houd de objectiefcontacten schoon.
Raak het sluitergordijn niet aan: het sluitergordijn is vervaardigd uit zeer dun materiaal
en raakt gemakkelijk beschadigd. Oefen nooit druk uit op het sluitergordijn, duw er
niet op met reinigingshulpmiddelen en stel het nooit bloot aan de sterke
luchtstroom van een blaasbalgje. Dit kan krassen, vervorming of scheuren
veroorzaken.
Opslag: u voorkomt de vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een
droge, goed geventileerde ruimte te bewaren. Wanneer u niet van plan bent de
camera binnen afzienbare tijd te gebruiken, verwijder dan de batterij om lekkage te
voorkomen en berg de camera op in een plastic zak met een droogmiddel. Plaats de
cameratas echter niet in een plastic zak, aangezien het materiaal hierdoor kan
worden aangetast. Denk er ook aan dat het droogmiddel na verloop van tijd zijn
vermogen om vocht te absorberen verliest en daarom regelmatig dient te worden
vervangen.
U voorkomt schimmel en meeldauw door de camera ten minste één keer per
maand uit de opslag te halen. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een aantal
malen voordat u de camera weer opbergt.
Bewaar de batterij op een koele, droge plaats. Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij opbergt.
n
365