Inhoudsopgave
Advertenties
Per 'dag-van-de-week' kunnen 4 tijdstippen (schakelmomenten) ingesteld worden, die feitelijk 2
onafhankelijke blokken zijn.
Bij gebruik van de TSM is het eerste tijdstip (UIT) het moment van (automatisch) uitschakelen. Het derde
tijdstip (IN) is het moment van automatisch inschakelen. Het tweede tijdstip (Vooralarm) is de tijdstip
waarop een 'vooralarm' begint om gebruikers te waarschuwen dat er binnenkort automatisch ingeschakeld
wordt. Deze eerste 3 tijden vormen het eerste schakelblok. De vierde, vijfde en zesde tijdstippen vormen
samen het tweede schakelblok van dezelfde dag. De betekenis is identiek aan het eerste blok.
Bij de TSM geldt, dat een geprogrammeerd tijdstip 00:00 altijd genegeerd wordt!
Bij de RTC functie betekent de programmering 00:00 – 00:00 – 00:00 dat er géén
schakelmomenten zijn en de programmering 00:00 – 00:00 – 23:59 betekent, dat er alleen
één schakelmoment geprogrammeerd is, namelijk een inschakelmoment om 23:59. Het
tijdstip 00:00 wordt immers door de TSM genegeerd.
Enkele voorbeelden van tijdvakken:
00:00 – 00:00 – 00:00 Geldige programmering.
08:00 – 00:00 – 00:00 Geldige programmering.
08:00 – 17:30 – 18:00 Geldige programmering.
00:00 – 00:00 – 21:00 Geldige programmering.
07:30 – 00:00 – 18:15 Geldige programmering.
21:00 – 00:00 – 11:00 TSM: ongeldige programmering
00:00 – 23:50 – 00:15 TSM: ongeldige programmering
*)
In de AlphaVision NG was dit wel een geldige programmering, in de AlphaVision XL is de betekenis
gewijzigd in verband met de duidelijkheid.
**
Het tijdstip waarop het vooralarm begint, dient op dezelfde dag te liggen als waarop de daadwerkelijke
inschakeling plaats moet vinden. Omdat het tijdstip 00:00 bij het vooralarm genegeerd wordt, zou deze
programmering aangepast kunnen worden naar bijvoorbeeld 00:00 – 00:01 – 00:15
Vooralarm
De TSM beschikt over een uitgebreide vooralarm-functionaliteit. Het vooralarm is bedoeld om eventueel
aanwezige gebruikers erop te attenderen, dat binnen afzienbare tijd het systeem automatisch ingeschakeld
gaat worden. Dit attenderen kan via de LS uitgangen of via andere uitgangen met een acoustische of
optische signaalgever gebeuren. Gebruikelijk is om dit via de LS uitgangen te doen.
Voor uitleg over het aansturen van een uitgang als vooralarm, zie hoofdstuk 'Uitgangen'.
Het vooralarm is een repeterend signaal, dat gedurende enkele seconden de (eventuele aanwezige)
gebruiker attendeert op een nadere inschakeling. Ligt het starttijdstip van het vooralarm ruimschoots voor
Installateurshandleiding AlphaVision XL
TSM: geen betekenis.
TSM: uitschakelen om 08:00, geen inschakelmoment geprogrammeerd.
TSM: uitschakelen om 08:00. Om 17:30 wordt het vooralarm gestart. Om 18:00
wordt automatisch ingeschakeld.
TSM: inschakelen om 21:00, geen tijdstip voor het vooralarm geprogrammeerd.
TSM: uitschakelen om 07:30 en inschakelen om 18:15.
Rev. 3.03 01-04-2018
*)
**
Blz. 97/228
Advertenties
Inhoudsopgave
