ALARM............................28 ET BEGRIP SIGNAALGEVER .......................... 28 ET BEGRIP ZONE REACTIE ..........................28 ET BEGRIP ...................... 29 LATTEGROND VOORBEELDPROGRAMMERING INSTALLEREN VAN DE ALPHAVISION XL CENTRALE ................31 XL ..................31 LPHA ISION VERVANGEN DOOR LPHA ISION XL ........................32 ANSLUITSCHEMA...
Pagina 3
..............76 OORBEELD BEREKENINGEN MINIMAAL BENODIGDE ACCU CAPACITEIT RS-485 ..........................76 BUSBEKABELING ..................77 AXIMALE AFSTAND VAN MODULE TOT VOEDINGSPUNT ........................79 CCUTEST EN NETSPANNINGSUITVAL OPSTARTEN VAN DE ALPHAVISION XL CENTRALE ................80 Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 3/228...
Het doel van deze handleiding is om de installateur stap voor stap te begeleiden met het installeren en programmeren van de AlphaVision XL centrale en bijbehorende componenten. De handleiding is bedoeld om de installateur bekend te maken met de werkwijze en opbouw van een AlphaVision XL centrale en de bijbehorende verschillende componenten.
Pagina 9
Wanneer in deze handleiding gesproken wordt over een LCD bedieningspaneel, dan geldt het geschrevene voor een LCD/PROX bedieningspaneel. Wanneer specifiek gesproken wordt over een LCD/PROX bedieningspaneel dan geldt dit uitsluitend voor een LCD/PROX bedieningspaneel. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 9/228...
AlphaVision XL Grade 3 tamper print deze componenten mogen wel gebruikt worden, zolang aan de eis voldaan wordt dat het plaatsen van deze componenten en het gebruik ervan de correcte werking van de AlphaVision XL niet stoort en niet kan verstoren...
014), de scurity Grade en de environmental class. Bij de metalen behuizingen van de AlphaVision XL en van de I/O module is het label op de achterwand aan de binnenzijde van de kast bevestigd. Bij de kunststof behuizing van het bedieningspaneel is het label aan de binnenkant van de achterschaal aangebracht.
Pagina 12
+12V aansluitingen) af te nemen stroom mag bij een Grade 3 installatie nooit meer bedragen dan 400mA (AlphaVision XL). Is meer stroom noodzakelijk, dan dient dit opgelost te worden middels een aanvullende voeding, bijvoorbeeld met behulp van een I/O module. De maximale rimpel op de uitgangsspanning bedraagt 250mV.
Een volledig ontladen accu wordt binnen 24 uur tot minimaal 80% van de capaciteit opgeladen. Beveiliging tegen diepontlading: de AlphaVision XL en de I/O module hebben een elektronische beveiliging tegen het (te) diep ontladen van de aangesloten accu. Wanneer de netspanning te lang afwezig is en de accuspanning te laag daalt (beneden 9,7VDC), schakelt de print zichzelf volledig uit.
Pagina 14
(beneden 10,1VDC), dan schakelt de print zichzelf volledig uit. Herstarten en opladen van de accu kan alleen wanneer de netspanning hersteld wordt. De spanning van de geadviseerde Yuasa accu van 12Ah is bij diepontlading 9,7VDC. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 14/228...
Als de installatie NIET voldoet aan Grade 1, 2 of 3 MOETEN de labels verwijderd worden of op een andere wijze duidelijk gemaakt worden dat de installatie non-compliant is! ▪ Het aparte label met het serienummer mag nooit verwijderd worden. Toepassing: Particuliere en zakelijke markt. Zones: 8 bedrade zones Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 15/228...
Pagina 16
(3-5 jaar) tijdens de jaarlijkse onderhoudsbeurt vervangen worden. De waarde van de glaszekering in het 230V aansluitblok is T315mA L250V (315mA traag, 5x20mm). De waarde van de glaszekering in de rode accudraad is S5A 250V (5A snel, 6x32mm). Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 16/228...
SPECIFICATIES AlphaVision XL componenten De AlphaVision XL, de I/O module, de IO+ MODULE en bijbehorende componenten voldoen aan de volgende Europese standaarden: EMC emissie EN301489-3 2002 EMC immuniteit EN50130-4 2003 Power supplies EN50131-6 2008/A1:2014 Alarm transmission EN50136-1-1, EN50136-2-1 Radio EN300220-3...
Pagina 18
Opslagtemperatuur: -20° C tot +60° C Vochtigheid: 85% relatieve vochtigheid @ 30° C Onderstaande specificaties gelden zowel voor de AlphaVision XL centrale als voor de I/O module, tenzij anders aangegeven staat. Voeding: Type A (voeding met noodstroomvoorziening, PRIMAIR (nominal input voltage/frequency) 230VAC / 50Hz (+10%/-15%).
750mA opgenomen. Stroomverbruik: De AlphaVision XL verbruikt 60mA in rust (max 130mA met alle LEDs aan en LAN activiteit) en een LCD bedieningspaneel (achtergrondverlichting niet aangestuurd) 15mA. Een I/O module gebruikt 80mA in rust, een IO+ MODULE incl. PSU gebruikt 60mA en een IO+ MODULE excl.
Zorg dat netspanning en secundaire spanningen volledig gescheiden blijven, zowel buiten de kast als bij de invoer als ook in de kast van de AlphaVision XL centrale. Vermijd dus kabelgoten of buizen met zowel netspanningsleidingen als bedrading van het beveiligingssysteem. Indien dit toch niet te vermijden is, gebruik dan in ieder geval afgeschermde kabel.
Uitgang bij inschakeling afgebroken De uitgang ‘inschakeling afgebroken’ dient geprogrammeerd te zijn en een onderscheidende signaalgever moet hierop aangesloten worden. Sleutelschakelaar Bij een compliant systeem mogen geen sleutelschakelaars toegepast worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 21/228...
Voorbeeld: de AlphaVision XL mag wel voorzien zijn van Prox Readers om een deur te openen maar de mogelijkheid om ook automatisch uit te schakelen mag niet gebruikt worden.
10 . Specifieke maatregelen Security Grade 3 De AlphaVision XL is een Grade 3 compliant product. Wordt deze echter toegepast in een Grade 2 installatie, dan kan overwogen worden om enkele specifieke Grade 3 eigenschappen niet uit te voeren.
ATS5 (AlphaCom XL via COM1a) Onderhoud van het systeem Er zijn geen onderdelen van de AlphaVision XL die onderhoud of vervanging behoeven. Het controleren op de correcte werking op regelmatige basis (minimaal 1 keer per jaar) behoort tot de taak van de installateur en dient met de eindgebruiker overeengekomen te zijn.
Het in- of uitgeschakeld zijn van secties kan zichtbaar gemaakt worden met LEDs op het bedieningspaneel. Voor uitleg, zie ‘werking van de sectie LEDs’ blz.156. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 25/228...
ADMINISTRATIE. Secties groeperen is uitsluitend een hulpmiddel. Een groep van secties maakt vaak voorkomende handelingen eenvoudiger. De basis en de technische functionaliteit van de AlphaVision XL is gebaseerd op SECTIES en niet op groepen. Detectoren die behoren bij meer dan één SECTIE In de meeste gevallen zal een sectie bestaan uit een logische ruimte.
Het begrip ZONE of INGANG Iedere detector van het beveiligingssysteem wordt aangesloten op een ingang van de AlphaVision XL centrale. De AlphaVision XL bewaakt alle aangesloten ingangen en zal onder bepaalde condities alarm slaan.
Om de gebruiker erop te attenderen, dat er uitgeschakeld moet worden, piept de buzzer van het bedieningspaneel. Is de vertragingstijd verstreken en is er nog niet uitgeschakeld, dan volgt alarm. Een vertraagde zone mag bij het inschakelen geactiveerd zijn. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 28/228...
(zie systeeminstellingen) is het aantal mogelijke combinaties beperkt tot onderstaande tabel: Plattegrond voorbeeldprogrammering Op de volgende pagina staat de plattegrond, die hoort bij de voorbeeldprogrammering. In veel voorbeelden wordt verwezen naar deze voorbeeldinstallatie. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 29/228...
In veel gevallen zal deze uitbreidingsprint op adres 1 ingesteld staan en voorheen betekende dat de zones 9 t/m 16. Omdat deze zones nu op de AlphaVision XL print aanwezig zijn, zijn de ingangen van de eerste module de ingangen 17 t/m 24 geworden.
Voor een volledig overzicht welke componenten toegepast mogen worden in een gecertificeerde installatie, zie overzicht pag. 10 . Aansluitschema AlphaVision XL Op de volgende pagina staat het aansluitschema van de AlphaVision XL. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 32/228...
+12V aansluitingen. Deze 4 stuks +12V aansluitingen zijn gezamenlijk gezekerd met één automatische zekering van 750mA. Iedere OC uitgang is daarnaast nog afzonderlijk voorzien van een 200mA automatische zekering. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 34/228...
Deze twee groepen zijn afzonderlijk voorzien van een automatische 750mA zekering. Luidspreker uitgang De AlphaVision XL is voorzien van een LS (luidspreker) uitgang voor aansluiting van een binnenluidspreker (4-16 Ohm). In serie met de aansluiting is een 750mA automatische zekering opgenomen. Als gebruik gemaakt wordt van 8Ohm binnenluidsprekers, dan kunnen in principe 2 luidsprekers parallel op dezelfde aansluiting geplaatst worden.
RS-485 bus aansluiting De AlphaVision XL is voorzien van een RS-485 bus (COM1) die compatibel is met de AlphaVision NG. De beschikbare +12V klem bij deze aansluiting is apart gezekerd met een automatische zekering van 500mA.
Tip: Alphatronics heeft magneetcontacten in het leveringspakket die standaard zijn voorzien van de juiste EOL (end of line) weerstanden! (artikelnummer 002350) Zone ingangen van de AlphaVision XL centrale en uitbreidingsmodules zijn ook te gebruiken als sleutelschakelaar ingang. Ook in dat geval worden de einde-lus-weerstanden gewoon gebruikt. De 10kOhm weerstand komt dan over het sleutelcontact, de 1k8 weerstand wordt in de slotbehuizing opgenomen en de afneembeveiliging wordt eveneens in deze lus opgenomen.
1k8. Detecteert de detector een maskering (=afdekking, er treedt dus anti-masking alarm op) dan moet de lustweerstand 1k8 + 39k = 40k8 worden. Wordt tegelijkertijd ook het alarmcontact door de detector geactiveerd, dan wordt de lusweerstand 1k8 + 10k + 39k = 50k8. In beide gevallen zal de AlphaVision XL een maskeer alarm detecteren.
Het is in dat geval aan te bevelen om deze afzonderlijk aan te sturen. Optionele PSTN opsteekprint De AlphaVision XL centrale is standaard voorzien van een geïntegreerde IP transceiver. Optioneel kan een analoge PSTN opsteekprint geplaatst worden. Deze opsteekprint bevat de analoge interface, die noodzakelijk is om via een PSTN telefoonlijn meldingen door te kunnen geven.
▪ 1-8 Prox Readers of Wiegand Interfaces ▪ 1-8 RO modules De RS-485 bus van de AlphaVision XL is compatibel met de RS-485 bus van de AlphaVision NG. Bij een bestaande installatie kan de RS-485 bus intact blijven. UITBREIDINGS-MODULE BEDIENINGSPANEEL...
Neem voor meer informatie hierover contact op met de helpdesk van Alphatronics. Optionele XLCOM busuitbreidingsprint Met behulp van de (optionele) XLCOM kan de AlphaVision XL uitgebreid worden met 1 of 4 extra RS-485 bussen. De XLCOM is verkrijgbaar in 2 uitvoeringen: artikel 004110 XLCOM met 1 RS-485 bus en artikel 004114 XLCOM met 4 RS-485 bussen.
Voor een Grade 3 installatie moet tevens de anti-sabotage print geplaatst te worden (zie illustratie). Tip: een handige werkwijze voor de AlphaVision XL en I/O module (Alpha 5 kast) is, om eerst de schroef voor deze anti-sabotage print te plaatsen en daarna de gaten voor de andere 4 schroeven te markeren. Voor de Alpha 6 kast is de aanbevolen werkwijze om eerst de kast te monteren en daarna de anti-sabotage print te plaatsen.
IR-lichtstraal niet meer door de schroef onderbroken wordt. Vanaf dat punt de schroef enkele slagen terug omhoogdraaien, de afneembeveiliging dient binnen 5mm te reageren. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018...
In geval van “sabotage kast” wordt dan automatisch aangegeven welke module van het systeem dit betreft. Wordt een aparte ingang van de IO+ MODULE gebruikt, programmeer deze ingang dan als 24-uurs sabotage. Illustratie: montage anti-sabotage print in Alpha 6 kast Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 45/228...
INSTALLEREN VAN BEDIENINGSPANELEN Voor de AlphaVision XL centrale zijn bedieningspanelen met een LCD-venster beschikbaar in 2 uitvoeringen. Het moderne AlphaVision XL/ML LCD bedieningspaneel en het oudere LCD bedieningspaneel, zoals ook in combinatie met de AlphaVision NG gebruikt werd.
LET OP: wanneer verschillende software versies van bedieningspanelen in dezelfde installatie gebruikt worden, bijvoorbeeld wanneer een bestaande AlphaVision 96/NG installatie omgebouwd wordt tot een AlphaVision XL installatie, dan dienen de richtlijnen voor adressering bij verschillende software versies zorgvuldig opgevolgd te worden, zie appendix A (blz. 197).
Uitgebreide toegangsverlening Met de AlphaVision XL is het ook mogelijk om de toegangslezer zó in te stellen, dat bepaalde secties automatisch uitgeschakeld worden, bij TAGs met de juiste autorisatie. Ook is het mogelijk om de toegangslezer te koppelen aan één of meerdere secties, waardoor selectievere toegangsverlening bereikt wordt.
De Prox Reader is voorzien van een 2-kleuren LED, die groen brandt of rood brandt of gedoofd is. Breng de PR onder spanning. Gedurende de eerste seconden na het onder spanning zetten zal Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018...
Een elektrische deuropener dient bij voorkeur te worden voorzien van een eigen voeding en niet vanuit de AlphaVision XL te worden gevoed! Ten behoeve van deze toepassing is een speciale RO module met eigen voeding ontwikkeld. Het verdient de voorkeur om een...
Vanwege de simulatie van een AlphaVision Proximity Reader, die niet voorzien is van een tamper contact, zal bij het openen van de lezer (die deze functie ondersteunt) en/of de behuizing van de Wiegand Interface de RS-485 bus communicatie met de AlphaVision XL centrale stoppen en dus een RS-485 bus sabotagemelding ontstaan.
Pagina 52
Het gebruik van andere leestechnieken zoals Mifare en Desfire is (nog) niet mogelijk, hier zal in toekomst naar gekeken worden. De AlphaVision XL werkt nu uitsluitend met de 125KHz leestechniek en proximity tag’s en passen kunnen uitsluitend via een LCD/PROX bedienpaneel of het AlphaTool programmeer- software uitgerust met een desktop proximitylezer (art.nr.
B (blz.199) “dipswitch instellingen”.Wordt het adres van een module veranderd, lees dan de informatie over het wissen van de RS-485 registratie, zie blz. 140. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 53/228...
Bij netspanningsuitval, bij het defect raken van de accu of bij sabotage van de kast, wordt dit door de centrale opgemerkt en doorgemeld. Op het bedieningspaneel is te zien, welke I/O module het betreft. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018...
Alleen een bedieningspaneel heeft een afwijkende instelling, zie appendix A (blz. 197) “adres instellingen”. Wordt de AlphaVision I/O module gebruikt in combinatie met de AlphaVision XL en is compliance met Grade 3 vereist, dan dient de extra anti-sabotage print van de ‘Grade 3 uitbreidingsset’...
F=15). Sluit de IO+ MODULE pas aan, nadat de adres instelling met de “rotary switch” gedaan is. Start de AlphaVision XL op, nadat alle modules geïnstalleerd zijn en haal daarna met AlphaTool de volledige programmering op. Controleer de adresinstelling in het systeemoverzicht, zie onderstaand voorbeeld: In bovenstaand overzicht is te zien, dat er een IO+ (incl.
Pagina 58
De AlphaVision IO+ (excl. PSU) MODULE heeft 4 uitgangen, namelijk 4 open collector uitgangen (max. 200mA per uitgang). Het aantal uitgangen kan op de AlphaVision IO+ (excl. PSU) MODULE niet uitgebreid worden ! Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 58/228...
Totaal maximaal 750mA Ingangen 1 t/m 8 Binnenkomende RS-485 bus (+12V, 0V, A en B) 3x 0V aansluitingen met 0V aansluiting t.b.v. detectielus t.b.v. voeding Illustratie 13. Aansluitschema AlphaVision IO+ ( excl. PSU) MODULE Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 60/228...
Pagina 61
1-9, A(10), B(11), C(12), D(13), E(14) en F(15). De stand “0” is niet toegestaan! Wordt de AlphaVision IO+ MODULE gebruikt in combinatie met de AlphaVision XL en is compliance met Grade 3 vereist, dan dient uitsluitend de AlphaVision IO+ (incl. PSU) MODULE toegepast te worden en dient de extra anti-sabotage print van de ‘Grade 3...
De Open collector uitgangen OC3 en OC4 zijn voorzien van een polyswitch van 200mA. Bij de NPS uitvoering zijn de Open collector uitgangen OC1 t/m OC4 zijn voorzien van een polyswitch van 200mA. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 62/228...
Wanneer bijvoorbeeld na verloop van tijd een lage batterijspanning van een draadloze detector optreedt, dan wordt dit op het bedieningspaneel van de centrale gemeld inclusief zonenummer en -benaming. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 63/228...
Per RS-485 bus kan één UWI aangesloten worden. Een UWI wordt aangesloten en gevoed via de RS-485 bus. Op iedere bus van de AlphaVision XL kan één UWI aangesloten worden. In totaal ondersteunt de AlphaVision XL 2 UWI’s !
De UWI is in twee uitvoeringen beschikbaar in combinatie met de AlphaVision XL: De Visonic uitvoering en de Pyronix (2-weg) uitvoering. De programmering van beide UWI’s is vrijwel identiek. Voor gedetailleerde informatie over aansluitingen, LED’s en dipswitch raadpleeg de Installateurshandleiding Universal Wireles Interface.
En voor de RO module met voeding in kast dient onderstaande tabel in acht genomen te worden: dipswitch 6 dipswitch 7 dipswitch 8 tijd 2 seconden 4 seconden 8 seconden 12 seconden 16 seconden 24 seconden 32 seconden 64 seconden Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 66/228...
Let op: Hoewel het mogelijk is om meerdere RO modules op de RS-485 bus aan te sluiten, kan het maximaal aantal modules op de RS-485 bus nooit meer dan 32 stuks bedragen. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 67/228...
Synoptische Interface De Synoptische Interface (art.nr. 004446) is een uitbreiding op de AlphaVision XL, waarbij de zone status van alle zones door middel van Open Collector uitgangen zichtbaar gemaakt kan worden. Per Synoptische Interface wordt de status van 96 zones weergegeven, in totaal kunnen er 7 Synoptische Interfaces aangesloten worden.
Pagina 70
De uitgang is continu geactiveerd als de bijbehorende zone geopend is of nog in alarm staat. (Default instelling). Niet gebruikt. Niet gebruikt. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 70/228...
Pagina 71
Iedere OC uitgang is afzonderlijk gezekerd met een polyswitch van 200mA. Het is aanbevolen om per OC uitgang niet meer dan 100mA af te nemen. De maximale belastbaarheid per OC uitgang is 200mA. De nummering van de RJ-45 steker die in het chassisdeel past zijn zichtbaar op de afbeelding hierboven. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 71/228...
KNX interface De KNX interface is de koppeling tussen een KNX (domotica) bus en de AlphaVision XL centrale. Met behulp van de KNX interface kan KNX apparatuur (bijvoorbeeld verlichting) aangestuurd worden bij gebeurtenissen (bijvoorbeeld bij een alarm) in de AlphaVision XL centrale. Omgekeerd kan KNX apparatuur gekoppeld worden aan de AlphaVision XL centrale om het systeem in- en uit te schakelen of een alarm (met bijbehorende doormelding) te genereren.
In de Uitgangen programmering onder tabblad ‘KNX’ kunnen maximaal 200 virtuele uitgangen geprogrammeerd worden. Deze uitgangen zorgen dat via de KNX interface KNX apparatuur (bijvoorbeeld verlichting) op de KNX bus wordt aangestuurd bij een specifieke gebeurtenis in de AlphaVision XL centrale. Naam...
De werking van de uitgangen wordt ingesteld met behulp van AlphaTool bij “uitgangen” en tabblad “KNX”. Let er hierbij op, dat de AlphaVision XL maximaal 200 KNX uitgangen aan kan sturen, maar dat de Flex Output Module alleen KNX uitgangen 1 t/m 96 ondersteunt.
Bij aangetrokken relais, in rust ca. 5 mA. Centrale De voeding van de AlphaVision XL centrale of de AlphaVision I/O module kan 3,3A @ 15VDC leveren. Deze maximaal af te nemen stroom is inclusief de accu laadstroom en het eigen verbruik van de print. De accu wordt geladen middels een vast ingestelde gestabiliseerde spanning.
RS-485 kabel aan (net)aarding aangesloten wordt in de centrale kast. De RS-485 bus van de AlphaVision XL is een 4-aderige bus. Een 4-aderige FTP kabel is altijd opgebouwd uit 2 aderparen (bijvoorbeeld rood + blauw samen getwist en groen + geel samen getwist), zorg ervoor dat 1 ader paar (bijvoorbeeld rood en blauw) wordt gebruikt voor de voeding (+12V en 0V) en het andere ader paar (bijvoorbeeld geel en groen) voor de data communicatie (A en B).
"EOL opsteekprint". Hierbij zijn de toe te passen einde-lus weerstanden al op het printje gemonteerd en behoeven alleen de 4 draden nog aangesloten te worden. Het stroomverbruik van de toe te passen detectoren is bij de leverancier opvraagbaar. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 77/228...
Pagina 78
0,5V per 100m. Op de module moet in de slechtste situatie (geen netspanning en accuspanning minimaal) de binnenkomende voedingsspanning nog 8V bedragen. De maximale afstand tot het dichtstbijzijnde voedingspunt bedraagt circa 400m. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 78/228...
Tevens zal de lijnspanning van de analoge telefoonlijn gemeten worden. Indien één van beide verstoord is, zal dit een melding in de meldingen buffer plaatsen en -indien aanwezig- via het backup transmissie medium gemeld worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 79/228...
PC met seriële poort (of een USB naar serial converter) ▪ AlphaTool software met licentie geïnstalleerd op de PC ▪ een netwerk verbinding tussen de AlphaVision XL en de PC (via het bestaande netwerk of gebruik een cross-over LAN-kabel) of ▪ een RS-232 programmeerkabel (artikel nummer 003834) Voor het programmeren van de AlphaVision XL, zie het hoofdstuk “Programmeren van de AlphaVision XL...
VOORBEELD PROGRAMMERING ALPHAVISION XL In veel programmeerschermen, functies en tekst staan voorbeelden. Deze zijn gebaseerd en getest op een voorbeeld installatie, waarmee een reëel beeld geschetst wordt van de toepassingsmogelijkheden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 81/228...
Pagina 82
33: KantoorProd. PIR 3: Receptie PIR1 4: Receptie PIR2 5: Gang PIR 6: Directie PIR1 Rookmelder Magneetcontact Prox Reader DIRECTIE 40: FileServer PIR 41:FileServer RM 1: Voordeur MC 1: Voordeur PR HOOFDINGANG Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 82/228...
Indien het AlphaTool pakket voor de eerste keer wordt geïnstalleerd dan dient eerst een licentie code aangevraagd te worden bij Alphatronics !. Een licentie code wordt alleen verschaft bij een betaalde versie. Bij het opstarten van AlphaTool wordt gevraagd om een gebruikersnaam, standaard is dit Admin. Er wordt tevens gevraagd om een wachtwoord (password), standaard is er geen wachtwoord nodig om in te loggen en kan het veld leeg blijven.
Pagina 84
Klik nu op Verbinden om contact te leggen met de AlphaVision XL. Indien de verbinding gemaakt wordt over IP klik op de knop Zoeken Selecteer de AlphaVision XL door op de gegevens in de zoekvenster te klikken. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev.
Pagina 85
AlphaTool zal nu verbinden met de AlphaVision XL centrale. Klik nu als eerste op Ophalen om de volledige programmering van de AlphaVision XL op te halen. Bij het ophalen van de programmering zijn direct ook alle aangesloten devices zichtbaar in AlphaTool. AlphaTool zal nu eerst vragen om een naam voor het programmeerbestand in te vullen en een directory te selecteren waar de programmerbestand wordt opgeslagen op de computer.
Programmeren De programmering van de AlphaVision XL in AlphaTool is opgedeeld in verschillende tabbladen. In de hoofdstukken hieronder worden diverse programmeeropties in de AlphaVision XL behandeld. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 86/228...
Programmeren: gebruikers en/of toegangsverlening De AlphaVision XL wordt bediend middels 6-cijferige gebruikerscodes (PIN-codes) en/of TAG-codes. Er kunnen maximaal 500 PIN-codes of TAG-codes ten behoeve van de beveiliging geprogrammeerd worden. Standaard is alleen de PIN-code voor de BEHEERDER geprogrammeerd (standaard code: 445566).
Pagina 88
Indien een vink wordt gezet bij ‘Code vervalt’ dan bestaat de gebruikerscode nog wel in het systeem maar is niet meer te gebruiken. Dit kan handig zijn om codes tijdelijk te blokkeren. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 88/228...
Herhaal alle stappen 1 t/m 9 voor alle TAG’s. (13) Activeer de ingestelde TAGs volgens de aanwijzingen bij de functie ‘Activeer TAG’ (zie uitleg blz. 188). TIP: de TAG code kan ook handmatig op een bedieningpaneel ingetoetst worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 89/228...
Bij optie 1 wordt de deur ook geopend als de sectie nog ingeschakeld is. De sectie wordt dan met het presenteren van de TAG uitgeschakeld. De exacte werking is door de installateur Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018...
Pagina 91
Standaard zal AlphaTool de code tonen als sterretjes (*), indien met de cursor op de desbetreffende Tag code wordt geklikt dan zal de echte Tag code zichtbaar worden, dit om te voorkomen dat bijstanders de Tag code makkelijk af kunnen lezen van het scherm. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 91/228...
Programmeren: tijdkaart instellen Bij verschillende programmeeropties in de AlphaVision XL is het mogelijk om een tijdkaart te selecteren. Denk hierbij aan PIN-codes, maar ook Consoles en ProxReaders. Bij deze onderdelen staat standaard de tijdkaart op ‘niet actief’, dat wil zeggen dat er géén tijdkaart gekoppeld is.
‘Operationeel’. De optie ‘Vakantie periode operationeel’ zorgt ervoor dat de tijdkaart niet operationeel is gedurende de ingevulde vakantie periode. Vakantie periodes kunnen rechts op het scherm ingevuld worden en gelden per tijdkaart. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 93/228...
Pagina 94
Tip: om één dag als vakantieperiode op te geven, dient deze datum zowel onder ‘Van’ als onder ‘Tot’ te worden ingevoerd. Een tijdkaart kan gebruikt worden voor het beperken van het gebruik van PIN-codes en het uitvoeren van functies. Het kan echter wel onverwachte (maar logisch verklaarbare) consequenties hebben. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 94/228...
Pagina 95
▪ PIN-codes en functies zijn op zaterdag geldig tussen 07:30 en 00:00 uur, dus vanaf 07:30 uur tot middernacht (einde van de zaterdag). ▪ PIN-codes en functies zijn op zondag niet geldig. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 95/228...
Programmeren: Tijd Schakel Module (TSM) instellen (schakelklok) De AlphaVision XL is voorzien van 8 onhafhankelijke Tijd Schakel Modules (TSMs). Een TSM wordt gebruikt om (delen van het) beveiligingssysteem automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip in of uit te schakelen. Iedere TSM wordt ingesteld met een tijdkaart en kan voorzien worden van een naam, zodat het doel of de betekenis van de tijdkaart gemakkelijk traceerbaar is.
Pagina 97
21:00 – 00:00 – 11:00 TSM: ongeldige programmering 00:00 – 23:50 – 00:15 TSM: ongeldige programmering In de AlphaVision NG was dit wel een geldige programmering, in de AlphaVision XL is de betekenis gewijzigd in verband met de duidelijkheid. Het tijdstip waarop het vooralarm begint, dient op dezelfde dag te liggen als waarop de daadwerkelijke inschakeling plaats moet vinden.
Pagina 98
PIN-code die niet belemmerd wordt door deze tijdkaart! Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 98/228...
Een TSM wordt gebruikt om (delen van het) beveiligingssysteem automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip in of uit te schakelen. Iedere minuut wordt door de AlphaVision XL bekeken of er een schakelmoment op het huidige tijdstip geprogrammeerd is (behalve op tijdstip 00:00).
Programmeren: Ingangen De AlphaVision XL kan middels modules uitgebreid worden tot maximaal 616 ingangen. Een ingang is bedoeld om één detector of contact op aan te sluiten. Het begrip ‘groep’ of ‘zone’ wordt in de vaktaal vaak gebruikt, maar is eigenlijk misleidend. Beide begrippen betekenen officieel ‘een groepering van detectoren op één ingang’.
Pagina 101
(LS-uitgang) het slow-whoop geluid laten horen in plaats van een sirene-geluid. Wanneer een zone op type ‘Directe kiezer ingang’ ingesteld wordt, zal de AlphaVision XL voor deze zones zich gedragen als een kiezer en zal ongeacht de status (in- of uitgeschakeld) van het systeem een melding versturen als de ingang wordt geactiveerd.
Pagina 102
“zone blokkeren” uit te voeren. Wanneer dit gebeurt en de bijbehorende sekties worden met een bedieningspaneel ingeschakeld, dan is de sleutelschakelaar buiten bedrijf, totdat met behulp van het bedieningspaneel de sekties weer uitgeschakeld zijn. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 102/228...
Pagina 103
‘gewone vertraagde’ zone van dezelfde sectie(s) al een inlooptijd gestart heeft. Alleen in dat geval zal de follower zone de bij deze zone geprogrammeerde inlooptijd starten. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 103/228...
Pagina 104
Vanaf firmware V2.0 is het mogelijk om met verschillende weerstandswaardes te werken. Dit geldt ook voor de aangesloten AlphaVision I/O met voeding of Input + 8 o.c. module indien deze zijn voorzien van Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 104/228...
5.6b van 24-11-2016 te bevatten. Met welke firmware een module uitgerust is, kan bij module informatie eenvoudig gecontroleerd worden, zie blz. 122. De mogelijke nominale waarden voor de ingangslus bij Alphatronics weerstandswaardes is vermeld in onderstaande tabel. <6k ≥6k...
(bovengrens) Tabel: Alphatronics weerstanden en spanning ingangslus Vanaf firmware versie 2.0 in de AlphaVision XL is het mogelijk om detectoren met andere End-Of-Line (EOL) weerstandswaardes aan te sluiten. Dit geldt ook voor detectoren die aangesloten zijn op een AlphaVision uitbreidingsmodules (I/O module met voeding of Input + 8 o.c. module) mits deze modules zijn voorzien van eprom versie 5.6b of hoger.
Pagina 107
5.6a in de Input + 8 o.c. module of I/O module. Bij vreemde (niet Alphatronics) panelen waarbij geen EOL weerstandswaarde voor het Anti-mask contact wordt genoemd in bovenstaand tabel mag altijd de Alphatronics 39K weerstand toegepast worden om ook anti-mask signalering per zone te hebben.
1 van de AlphaVision XL aangestuurd gedurende 3 minuten (kolom ‘Tijd’). Vergeet niet om vinkjes bij de juiste secties te plaatsen! Dat is de meest gemaakte fout waarom een uitgang niet aangestuurd wordt bij alarm.
Wordt gekozen voor ‘Puls bij code niveau 1’ dan zal bij het intoetsen van een gebruikerscode van niveau 1 de geprogrammeerd uitgang kortstondig (vaste tijd, niet programmeerbaar van ongeveer 3 seconden) worden geactiveerd. De kolommen ‘Tijd’, ‘Eenheid’ en ‘Vertraging’ hebben geen functie bij deze keuze. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 109/228...
Wanneer een uitgang geprogrammeerd wordt als ‘Accu-spanning(en) OK’, dan wordt deze uitgang geactiveerd, wanneer alle accu’s van het gehele systeem in orde zijn. Zodra één van deze spanningen ontbreekt of te laag is, dan wordt deze uitgang gedeactiveerd. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 110/228...
Pagina 111
Hierdoor wordt de inschakeling automatisch afgebroken. Er zal tevens een melding naar de meldkamer worden verstuurd. Wanneer de EN50131 mode niet geselecteerd is, zal een inschakeling nooit afgebroken worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 111/228...
Programmeren: KNX Uitgangen Als de AlphaVision XL voorzien is van de optionele KNX module (art.nr. 004175) dan worden de (maximaal) 200 KNX uitgangen in het tabblad ‘KNX’ op dezelfde wijze geprogrammeerd als de “gewone” uitgangen. De werking van deze uitgangen is vrijwel identiek aan bovenstaande omschrijving, met uitzondering van de hieronder beschreven eigenschappen.
Bij “trigger type” wordt bepaald of er vanuit de AlphaVision XL een commando naar de KNX uitgang gestuurd wordt bij zowel activeren als deactiveren (keuze: Altijd), of alleen bij activeren (keuze: Geactiveerd) of alleen bij deactiveren (Keuze: gedeactiveerd).
Pagina 114
Een Prox reader en een RO module kent slechts één uitgang. Om direct terug te keren naar het submenu ‘Uitgang testen’ druk op de <*> toets. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 114/228...
Daarnaast dient de buzzer aan één of meerdere secties gekoppeld te worden. Tijdkaart Wanneer een tijdkaart (1-16) ingesteld wordt voor een bedieningspaneel, dan beperken de instellingen van de tijdkaart het gebruik van dat bedieningspaneel. Niet actief betekent geen beperking. Als een Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 115/228...
Ingestelde beperkingen gelden niet voor een gebruiker met het niveau ‘beheerder’. Programmeren: OUTDOOR Bedieningsconsole De AlphaVision XL kan uitgerust worden met een OUTDOOR bedieningspaneel, bijvoorbeeld 004380 Key-7 SA840-A20 bedieningspaneel. Een OUTDOOR bedieningsconsole kan op twee manieren ingesteld en gebruikt worden: 1) als ‘laatste deur’...
Pagina 117
“Led laatste deur”. Bij de laatste optie functioneert het Key-7 paneel tevens als laatste deur. Indien een gebruikerscode wordt ingetoetst die geldig is voor meedere secties dan zullen alle secties waarvoor de gebruiker is geautoriseerd gelijktijdig in- of uitgeschakeld worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 117/228...
Programmeren: A en B LED instellingen Wanneer de AlphaVision XL beschikt over één of meerdere oudere bedieningspanelen, die compatibel zijn met bijvoorbeeld de AlphaVision NG, dan kan voor dergelijke bedieningspanelen de werking van de LEDs A en B ingesteld worden.
RO module) aan te sturen bij een ongeldige TAG. Een geldige TAG die buiten de geprogrammeerde tijden van de gekoppelde tijdkaart gebruikt wordt, wordt gezien als een ongeldige TAG en zal eveneens deze uitgang aansturen. Selecteer vervolgens de gewenste autorisatie / beperking van de Prox Reader: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 119/228...
(autorisatie van de TAG) al volledig uitgeschakeld zijn. Zo ja, dan zal de geprogrammeerde uitgang bekrachtigd worden. Zo nee, dan zullen de geautoriseerde secties van de TAG uitgeschakeld worden en de geprogrammeerde uitgang bekrachtigd worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 120/228...
LED als indicatie dat het inschakelen gelukt is. Lukt het niet om in te schakelen, bijvoorbeeld ten gevolge van openstaande zones, dan zal na het knipperen van de groene LED, de LED enkele seconden rood gaan knipperen. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 121/228...
De eerste kolom toont van welk systeemcomponent de informatie weergegeven wordt. In dit voorbeeld dus bus 1, module 0 oftewel de AlphaVision XL hoofdprint (centrale). De getoonde firmwareversie en datum kunnen belangrijk zijn. Aan de hand hiervan kan eenvoudig bepaald worden, welke features ondersteund worden en welke (nog) niet.
"-" nog noodzakelijk, bijvoorbeeld als kiestoondetectie na het kiezen van een buitenlijn. Naast de standaard cijfers 0 t/m 9 kunnen ook enkele bijzondere letters en tekens geprogrammeerd worden, namelijk: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 123/228...
Pagina 124
Bij sommige meldontvangers is het daarbij noodzakelijk dat de meldkamer deze up-to-date gehouden heeft. Bij gebruikmaking van de Alphatronics’ ontvanger, dient de (PSTN of ISDN) meldontvanger voorzien te zijn van software versie v3.5 (12-05-2011).
IP kiezer’ gekozen te worden. Voor SECIP doormelding dient voor het sub tabblad ‘SecIP’ gekozen te worden. Indien voor SIA-HS (Onboard IP kiezer) doormelding wordt gekozen dan zal het onderstaand scherm worden getoond: Schermafbeelding: Programmeren IP kiezer met SIA-HS protocol Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 125/228...
Pagina 126
Bij de IP verbinding hoort een polling intervaltijd. Zet het vinkje bij ‘Supervisie’ en vul het gewenste pollinginterval in. Omdat de AlphaVision XL tot maximaal 32 IP kiezers ondersteunt, zou voor 32 IP kiezers afzonderlijke polling ingesteld kunnen worden. Dat is meestal niet wenselijk. Selecteer daarom bij slechts één IP kiezer de ‘Supervisie’...
AlphaVision XL centrale print en handelt volledig zelfstandig zowel de IP als GPRS doormelding naar de meldkamer af. De AlphaVision IP + GPRS alarmoverdrager dient seperaat geprogrammeerd te worden middels zij eigen geintergreerde web-browser. De AlphaVision IP + GPRS alarmoverdrager kan zowel met het SIA-HS of SEC-IP protocol werken.
Vanaf firmware versie 2.50 is het SIA DC09 protocol toegevoegd aan de geintergreede kiezer van de AlphaVision XL. Het SIA DC09 protocol is beschikbaar met of zonder encrptie sleutel, indien voor ‘SIA DC 09 encrypted’ wordt gekozen dan dient een Encryptie sleutel ingevoerd te worden. Deze encryptie sleutel wordt verstrekt door de meldkamer.
Bij het MAC adres zijn de eerste 6 cijfers (in dit voorbeeld dus 94-31-9B) het vast fabrikantcode. De laatste 6 cijfers zijn uniek per product en zijn terug te vinden op een sticker op de AlphaVision XL print. Als dipswitch 2 op ON staat, wordt het ingestelde IP adres niet gebruikt maar wordt een vaste waarde gehanteerd (192.168.0.80, subnetmask 255.255.255.0, AlphaTool...
Pagina 130
NTP (network time protocol) Wanneer de AlphaVision XL via LAN toegang heeft tot het Internet, dan kan via het NTP protocol de tijd van de Alphavision XL automatisch gesynchroniseerd worden. Om van het NTP protocol gebruik te kunnen maken, moet ‘datum tijd van NTP’ op ‘JA’ gezet worden en dient de naam van een NTP server ingevuld te worden.
‘NTP/DDNS update’ een update geforceerd worden. Dit kan circa één minuut duren. Menu: Systeem instellingen In het menu ‘Systeem’ kunnen een aantal basiseigenschappen van de AlphaVision XL ingesteld worden. Alle systeem eigenschappen zijn gegroepeerd en logisch ingedeeld onder 3 tabbladen ‘Algemeen 1’, ‘Algemeen 2’...
De instelling ‘Remote IP’ en ‘Remote poort’ hoeven alleen ingevuld te worden als de IP verbinding gestart wordt vanaf het bedieningspaneel van de AlphaVision XL. Met ‘230V uitval doormeld vertraging’ wordt bepaald na hoeveel minuten een melding naar de meldkamer wordt verstuurd dat de netspanning niet meer aanwezig is.
Immers: een testmelding is uitsluitend bedoeld om het transmissiekanaal te testen. Dat doel wordt bereikt door een testmelding te verzenden waarbij aan de ontvangende kant bewaakt wordt dat er minimaal één melding per ingestelde tijdshoeveelheid (meestal 25 uur) ontvangen wordt. Maar op Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 133/228...
Pagina 134
Ook kan de accu bewaking van de centrale zelf uitgezet worden; dit wordt met name gebruikt bij demonstraties van het systeem. Voor EN-50131 compliant installaties zijn deze optie’s niet toegestaan. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 134/228...
Bij ‘Bewaking’ kan geprogrammeerd worden welke bewakingen er allemaal plaatsvinden op aangesloten componenten en verbindingen. Bij ‘AV IP + GPRS alarmoverdrager’ wordt ingesteld hoe de (optionele) AlphaCom IP dient te werken. De AlphaCom IP wordt aangesloten op COM1a. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 135/228...
KNX koppeling De AlphaVision XL kan direct gekoppeld worden aan de KNX bus door middel van de AlphaVision KNX module (art.nr. 004175). De KNX module wordt aangesloten op de COM1a bus van de AlphaVision XL centrale.
PIN-code een afwijkend schakelmenu, zoals voorheen in de AlphaVision NG gebruikelijk was. In aanvulling op het ‘oude’ NG schakelmenu, kunnen er nu meer dan 8 secties geschakeld worden. Stel het maximaal aantal secties in, dat op de AlphaVision XL gebruikt wordt. Tijdens dit schakelmenu kan met de toets gesprongen worden naar de volgende 8 secties.
één of meerdere secties uitschakelen. Zodra de chauffeur langer dan het vooringestelde aantal minuten is vertrokken, dan zal de sectie(s) automatisch worden ingeschakeld. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 138/228...
Fabriekswaarden inlezen Het is mogelijk om de AlphaVision XL helemaal terug te zetten naar de fabrieksinstelling. Toets op een bedieningspaneel de installateurscode in en ga naar het functiemenu. Blader naar de laatste functiegroep ‘Installateur’ en toets <#>. Blader daarna naar de laatste optie ‘Fabriekswaarden’ en toets <#>. De eerste optie die getoond wordt is om de fabriekswaarden VOLLEDIG terug te zetten.
Een wireless interface is de koppeling tussen Visionic Powercode 868Mhz draadloze (1-weg) detectoren en de RS-485 bus van de AlphaVision XL. De centrale "ziet" hierbij niet of de zones van de module bedrade detectoren of draadloze ingeleerde detectoren zijn. Op de wireless interface kunnen maximaal 8 draadloze componenten ingeleerd worden.
LED knipperen, indien de ingang is bezet zal de LED constant branden. PROGRAMMEREN VAN DE UWI VISONIC/PYRONIX De AlphaVision XL beschikt over maximaal 2 UWI’s (maximaal 1 UWI per RS-485 bus). Zorg er voor, dat de UWI op de RS-485 bus wordt aangesloten voordat de centrale wordt opgestart.
Pagina 142
Per UWI kunnen maximaal 32 draadloze componenten gekoppeld worden aan de AlphaVision XL. Om de draadloze componenten te koppelen dient in AlphaTool programmering (tabblad ‘Uitbreidingen’ en daarna tabblad ‘IO Module’) 4 blokken van 8 draadloze componenten gedefinieerd te worden. Met behulp van de pull-down menu’s onder Expansie module 1-4 kan de gewenste adres (reeks van 8 zones)
Pagina 143
Keyfob * triggers uitgang Het is tevens mogelijk om een uitgang van de AlphaVision XL direct te activeren middels een knop op de draadloze keyfobzender. Deze functie geldt voor alle keyfobzenders en is niet apart per keyfob in te stellen.
UWI Universal Wireless interface (draadloze detectoren inleren) Draadloze componenten kunnen direct op de AlphaVision XL ingeleerd worden. Vanuit de functiegroep “Installateur” is de functie “Inleren wireless” te bereiken. Zijn er geen blokken van draadloze detectoren geadresseerd (zie uitleg hierboven), dan volgt de melding:...
Denk hierbij bijvoorbeeld aan het wijzigen van een PIN-code. Deze wijzigingen worden beschreven in ‘PROGRAMMEREN VAN DE ALPHAVISION XL’. De AlphaVision XL centrale kan in- en uitgeschakeld worden met behulp van een bedieningspaneel of met een sleutelschakelaar. Wanneer gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid van geïntegreerde toegangsverlening, dan kan ook (beperkt) uitgeschakeld worden met een Proximity Reader.
De 500 PIN-codes om het beveiligingsgedeelte van de AlphaVision XL te kunnen bedienen mogen dus ‘handmatige’ PIN-codes zijn (6 cijfers) maar ook TAGs. Is de interne code van de TAG bekend, dan kan deze eventueel ook handmatig op een bedieningspaneel ingetoetst worden.
Eindigt het laatste cijfer op 9 dan wordt dat een ‘0’, bijvoorbeeld ‘456789’ wordt ‘456780’. Dwang PIN- codes kunnen vanzelfsprekend alleen met handmatig in te toetsen PIN-codes gebruikt worden. Wordt een dwang PIN-code ingetoetst, dan functioneert de bediening van de AlphaVision XL volkomen identiek als wanneer een ‘gewone’ PIN-code ingetoetst zou zijn, alleen worden bepaalde indicaties onderdrukt.
333444, heeft dan immers automatisch een tweede geldige PIN-code tot gevolg, namelijk 333445. Tijdbeperking van de PIN-code De installateur kan voor de AlphaVision XL één of meerdere tijdkaarten ingesteld hebben. Iedere tijdkaart heeft een uniek nummer tussen 1 en 16. Het is mogelijk om het gebruik van de PIN-code te beperken tot bepaalde tijdzones.
Per PIN-code wordt door de beheerder ingesteld voor welke secties de PIN-code geautoriseerd is. Het programmeren van PIN-codes en het instellen van beperkingen wordt beschreven in het ‘PROGRAMMEREN VAN DE ALPHAVISION XL’ (zie blz. ). Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018...
UITGESCHAKELD EXPEDITIE Stroomdiagram: gebruikersniveau 5 t/m 8 In bovenstaand stroomdiagram wordt globaal weergegeven, hoe een gebruiker met PIN-code van niveau 5-8 toegang krijgt tot de bedieningsmogelijkheden van de AlphaVision XL. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 150/228...
Wanneer een geldige PIN-code ingetoetst is, kan gedurende enkele seconden een “welkomsttekst” getoond worden. Of deze tekst wel of niet verschijnt, is door de installateur ingesteld. U bent ingelogd: BEHEERDER Alphatronics bv * Watergoorweg 71* 3861MA Nijkerk * Tel.: 033-2459944 * Fax.: 033-2453149 * info@alphatronics.nl...
Kies groep: ↕ VOLLEDIG SYSTEEM druk op de toets om de volgende groep weer te geven: Kies groep: ↕ ENTREE+KANTOREN druk nogmaals op de toets om de volgende groep weer te geven: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 152/228...
Kies groep: ↕ DIRECTIE KANTOOR DIRECTIE KANTOOR Druk opnieuw op de toets , nu om de groep te selecteren. Als indicatie, dat de weergegeven groep geselecteerd is, verschijnt achter het groepsnummer een *-teken: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 153/228...
▪ de ingetoetste PIN-code heeft minimaal niveau 6 Wordt aan beide voorwaarden voldaan, dan geeft de centrale achtereenvolgens de meldingen (vergelijk dit met “melding bij mislukte inschakeling”, blz. 154): Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 154/228...
Zonenummer: Voer nu het 3-cijferige zonenummer in en druk op . In het display zal nu de desbtreffende zone worden getoond met de vraag of deze geblokkeerd moet worden: 003 BLOKKEREN? Kantoor Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 155/228...
AAN zijn, in UITgeschakelde toestand zijn ze niet te zien. Deze 8 LEDs geven tijdens het bedienen de status van 8 secties weer. De AlphaVision XL centrale kan opgesplitst zijn in maximaal 32 verschillende secties. Tijdens het ontwerp van het beveiligingssysteem heeft de installateur ingesteld van welke 8 secties de status op het bedieningspaneel weergegeven wordt.
Omdat het magneetcontact op de deur geopend wordt, start de inloopvertraging en piept de buzzer van het bedieningspaneel met een ononderbroken signaal. Hierdoor wordt de medewerker erop geattendeerd, dat de beveiliging nog ingeschakeld is. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 157/228...
Pagina 158
(namelijk 6) en een ander gedeelte uitgeschakeld is (namelijk 5) brandt het ‘huis’ symbool. Er is wel iemand ‘thuis’ maar de beveiliging is nog gedeeltelijk ingeschakeld. Na het intoetsen van de PIN-code, verschijnt de welkomsttekst (afhankelijk van de instelling): Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 158/228...
‘open slot’. De rode sectie-LED 6 aan de linkerzijde van het bedieningspaneel gaat uit Zodra de centrale weer in rust is, verdwijnt de tekst op het display en gaat ook de LED ‘open slot’ weer uit. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018...
Het is belangrijk om erop te letten, dat bovenstaande melding verschijnt. Dit is de bevestiging, dat de gewenste inschakeling gelukt is. Tevens zal aan de rechterkant van het display het rode ‘gesloten slotje’ oplichten en zal aan de linkerkant het sectienummer gaan branden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 160/228...
(Zie blz. 164) ▪ op het moment van inschakelen waren niet alle detectoren in rust. (Zie blz. 154) Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 161/228...
één sectie en één van de secties was al ingeschakeld. Daardoor was de groep feitelijk gedeeltelijk ingeschakeld. Hierdoor wordt er niet ingeschakeld maar uitgeschakeld. Het kan dus zijn, dat deze uitschakeling onbedoeld is! Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 162/228...
(van secties) en de ingetoetste PIN-code is niet geautoriseerd voor dezelfde secties als het bedieningspaneel, dan verschijnt de melding: Code onbruikbaar op DEZE console! De PIN-code is wel geldig, maar kan niet op dit bedieningspaneel gebruikt worden. Raadpleeg de beheerder van de beveiligingsinstallatie. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 163/228...
Dit wordt op het display gemeld als: Berichten gewist. Is de oorzaak van de melding niet weggenomen of moet er aanvullende actie plaatsvinden, dan volgt de mededeling: Berichten NIET " Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 164/228...
Bij SABOTAGE AL. heeft de centrale een (mogelijke) poging tot sabotage of een beschadiging van het beveiligingssysteem geconstateerd. Het oplossen en controleren hiervan is voorbehouden aan het installatie bedrijf. Neem direct contact op met de installateur en zorg er voor, dat het probleem adequaat opgelost wordt. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 165/228...
Technisch heet dit, dat de detector gemaskeerd (afgedekt) is. De oplossing ligt voor de hand. Controleer de werking van de detector door in de ruimte, waar deze detector geplaatst is, te Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 166/228...
Noteer het nummer op de eerste regel en de benaming van de tweede regel. In veel gevallen zal de benaming voldoende houvast geven om terug te vinden, waar de netspanning uitgevallen is. Controleer of er een verklaarbare oorzaak is en verhelp deze. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 167/228...
FOUT TYPE2 opgetreden zijn. In die gevallen dient de accu vervangen te worden. Kast open Bij de melding KAST OPEN heeft de centrale geconstateerd dat één van de kasten van het systeem geopend Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 168/228...
Kan de oorzaak niet gevonden of verhopen worden, neem dan contact op met de installateur om de storing te (laten) verhelpen. Alleen wanneer de storing opgeheven is, kan de melding gewist worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 169/228...
Toegang via APP Vanaf software V2.30 is een mobiele applicatie (APP) beschikbaar voor de AlphaVision XL centrale. De installateur dient via AlphaTool in het tab ‘IP’ een paar instellingen te programmeren. Voor uitleg over programmeeropties zie hoofdstuk ‘IP’.
PIN-code om de groep toegankelijk te maken. Voor iedere afzonderlijke functie geldt eveneens een minimaal vereist niveau. Groepen en functies waarvoor de ingetoetste PIN-code onvoldoende autorisatie heeft, worden niet getoond. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 171/228...
Pagina 172
Na het beëindigen van de functie wordt teruggekeerd naar het functie menu. Er kan direct doorgebladerd worden naar de volgende functie of druk op toets om vanuit het functie menu terug te keren naar functiegroepen menu. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 172/228...
Pagina 173
Wordt er tijdens het bladeren door de functies of functiegroepen of tijdens het uitvoeren van een functie langer dan een bepaalde tijd (standaard 20 seconden) geen toets ingedrukt, dan keert de centrale automatisch terug naar de ruststand. Schematisch kunnen de verschillende stappen met het volgende stroomdiagram verduidelijkt worden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 173/228...
Centrale in RUST Stroomdiagram: functiegroepen en functies In bovenstaand stroomdiagram wordt weergegeven, hoe een gebruiker met PIN-code van niveau 5-8 navigeert door de functiegroepen en functies van de AlphaVision XL. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 174/228...
Diverse zone instellingen wijzigen. Inleren wireless Draadloze zones inleren (UWI) IP instellingen Diverse IP instellingen wijzigen Teststand inst. Het in de TESTSTAND zetten van de installatie Herstart/ RS-485 Centrale herstarten en RS-485 registratie opnieuw uitvoeren Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 175/228...
éénmalig naar een later tijdstip te verplaatsen. De uitstel van het automatisch inschakelen wordt in uren opgegeven. De AlphaVision XL beschikt over maximaal 8 TSM’s (automatische schakelklokken). Raadpleeg de installateur, welke schakelklokken geprogrammeerd staan. Vanuit de functiegroep “datum&tijd” is de functie “Overwerken TSM” te bereiken. Op het LC-display staat...
De AlphaVision XL is voorzien van een ingebouwde tabel met datums waarna de zomer en wintertijd ingaan. Door voor de optie ‘Automatisch’ te kiezen wordt de zomer en wintertijd elk jaar automatisch aangepast worden. Dit is met name belangrijk indien gebruik gemaakt wordt voor de TSM (schakelklokken) modules.
Hiermee is het mogelijk om snel naar een bepaalde gebeurtenis of handeling te bladeren. Als er geen toets meer ingedrukt wordt, dan wordt het automatisch weergeven hervat met de tussentijd van 3 seconden. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 178/228...
Als er geen details van de gebeurtenis of handeling zijn, wordt de volgende melding getoond: Geen details beschikbaar. <#> Functie: activeer RESET uitgang Vanuit de functiegroep “Uitgangen” is de functie “Act. RESET uitg.” (activeer RESET uitgang) te bereiken. Op het LC-display staat de tekst: Activeer RESET- Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 179/228...
Indien niks wordt gedaan dan verschijnt naar enkele seconden op het LC-display de tekst: 002 DEBLOKKEREN? Entree hal PIR De zone kan nu eventueel weer gedeblokkeerd worden door op de toets te drukken, op het LC- display verschijnt de tekst: Zone gedeblokkeerd Functie: Blokkering zien Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 180/228...
‘lage accuspanning’ gewist worden uit de berichtenbuffer. (zie blz. 168) Een melding over een accu gaat altijd over de (grote) accu’s in een systeemkast. Een melding over een batterij heeft betrekking op de batterijen van draadloze zenders en detectoren. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 181/228...
Er kan gekozen worden uit: CENTRALE, ZONE MODULE, PROX READER en RO MODULE. Door nu bijvoorbeeld te kiezen voor CENTRALE en op de toets te drukken verschijnt op het LC-display de tekst: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 182/228...
Is het testen gereed, druk dan 2x op de toets om terug te keren naar het functie menu. Let op: worden 24-uurs zones geactiveerd tijdens het testen, zoals een overval zone, dan volgt de normale actie (doormelding en eventueel signaalgevers). Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 183/228...
Niveau • Tag code • Tag status • Tag nummer • Tijdkaart • Groep • Bewaker Indien voor de optie ‘Naam’ wordt gekozen dan zal op het LC-display de tekst getoond worden: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 184/228...
Pagina 185
Tag status: 1 – Tag is ingeleerd Druk op de toets om op te slaan. Indien voor de optie ‘Tag nummer’ wordt gekozen dan zal op het LC-display de tekst getoond worden: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 185/228...
Zodra de juiste tag in het display verschijnt druk op de toets Er kan nu met behulp van de toetsen een keuze gemaakt worden uit de volgende opties: • Naam Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 186/228...
Druk op de toests om dit te selecteren. Vervolgens wordt gevraagd: Inst.autorisatie op niveau x? <#> Bevestig de gemaakte keuze door op de toets te drukken. Als bevestiging verschijnt de melding: Autorisatie voor installateur OK Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 187/228...
“TAG-gebruikers programmeren” ingesteld wordt in het vak “TAG nummer”, zie blz 91. Druk na het intoetsen van het 6-cijferige TAG-nummer op de toets . De AlphaVision XL zal nu controleren of er een TAG-nummer met het ingetoetste (serie)nummer bestaat en tevens of de status van de TAG op ‘1: TAG kan ingeleerd worden’...
Functie: Registreren mySmartControl Vanuit de functiegroep “mySmartControl” is de functie “Registreren” te bereiken. Na het selecteren van de functie , toont het LC-display de tekst: Registratie code ..Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 189/228...
UWI en niet met de oude draadloze interface. De AlphaVision XL beschikt over maximaal 5 UWI’s (maximaal 1 UWI per RS-485 bus). Zorg er voor, dat de UWI een geldige adressering toegewezen heeft (AlphaTool). Zijn er geen blokken van draadloze detectoren...
Pagina 191
Druk nogmaals op de toets om het inleren van draadloze zones te beëindigen. Voor het inleren van een keyfob moet de bijbehorende ingang eerst als sleutelschakelaar geprogrammeerd staan!. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 191/228...
. Het is mogelijk om op een later tijdstip het aantal uren opnieuw in te voeren. Na het verstrijken van de ingevoerde tijd wordt de installatie automatisch uit de teststand gehaald. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 192/228...
Tevens is het mogelijk om uitgangen (Teststand) te activeren bij het inschakelen in deze teststand. Sommige detectoren (met name de VdS gekeurde) beschikken over een speciale ingang om de looptest LED te aktiveren. Wanneer van alle detectoren met een dergelijke mogelijkheid deze ingangen gekoppeld Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 193/228...
Pagina 194
LEDs van deze detectoren automatisch actief wanneer de AlphaVision XL in de teststand gezet wordt! Het activeren en verlaten van de teststand wordt in het historisch overzicht opgeslagen. Wanneer er één of meerdere secties ingeschakeld staan en getracht wordt de teststand te activeren, dan...
Het AlphaTool softwarepakket (vanaf versie 3.4.5) beschikt over een Zone Looptest functie om een looptest van alle aangesloten zones op de AlphaVision XL uit te voeren. De looptest functie werkt alleen als AlphaTool is verbonden met de AlphaVision XL middels IP. De looptest functie is te vinden onder het tabblaed ‘Diagnose’ in AlphaTool.
APPENDICES Appendix A: Dipswitch-instellingen AlphaVision XL basisprint Met ingang van firmware release 2.0 van de AlphaVision XL is de werking van de dipswitch veranderd! Normale stand Als dipswitch 1 op ON staat en tevens de sabotageschakelaar van de basisprint geopend is op het moment, dat de AlphaVision XL basisprint opstart, dan worden de hoofdgebruikerscode en installateurscode teruggezet op de fabriekswaarden, respectievelijk 445566 en 123456.
Adresseringsinstructie bij verschillende software versies Wanneer een bestaande installatie uitgebreid wordt of een AlphaVision 16/96 centrale omgebouwd wordt tot een AlphaVision XL dan kan het voorkomen, dat oudere bedieningspanelen en nieuwe bedieningspanelen gecombineerd worden. Hierbij dienen onderstaande instructies strikt opgevolgd te worden.
Er kan dus een bedieningspaneel én een wireless interface én een RO module ingesteld staan op adres 1! Maar er kunnen geen wireless interface én een I/O module samen op adres 1 ingesteld staan! Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 199/228...
Appendix D: Overzicht zonenummering / apparaatnummering De AlphaVision XL kan uitgebreid worden tot maximaal 616 zones. Welke zone zich op welke module bevindt wordt bepaald door de bus, waarop de module is aangesloten en vervolgens door het adres van de module. Dit kan eenvoudig afgeleid worden met behulp van onderstaande tabel.
0001 t/m 0616 Zonenummer 3000 t/m 30xx AlphaVision XL, alle meldingen, die beginnnen met 30xx hebben direct betrekking op een gebeurtenis van de print van de centrale zelf. 3100 t/m 3199 KNX interface, alle meldingen, die beginnnen met 31xx hebben betrekking op een gebeurtenis van de (optionele) KNX interface.
Controleer of er verbinding is met het internet, bijvoorbeeld door een PING commando. Verbind daarna de LAN kabel weer met de AlphaVision XL print. De LINK-LED bij de connector dient continu te branden, dat is de indicatie, dat de verbinding met de switch of modem/router in orde is.
Pagina 203
AC loss Module Partitie R 301 Netspanningsherstel systeem AC restore Module Partitie A 342 Netspanningsuitval module Exp. module AC loss Module Partitie R 342 Netspanningsherstel module Exp. module AC restore Module Partitie Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 203/228...
Zone Partitie (draadloos) A 391 Maskeer alarm detector Sensor watch trouble Zone Partitie R 391 Herstel maskeer alarm detector Restore sensor watch Zone Partitie A 401 Uitschakeling Open by User Gebruiker Partitie Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 204/228...
Pagina 205
(gereserveerd) Installateur 503 .. 510 (gereserveerd) Gebruiker 1 .. 1500 (TAG-gebruikers toegangsverlening) 961..968 Schakelklok 1 .. 8 Sleutelschakelaar Wanneer ID1 gebruikt wordt om een zone aan te duiden geldt de volgende tabel: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 205/228...
Pagina 206
ID1 zone ML XL Omschrijving 1 .. 44 Zone 1 .. 44 1 .. 616 Zone 1 .. 616 Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 206/228...
Pagina 207
ID2 kan de waarde 0 hebben, indien er geen sectie bekend is of wanneer de sectie aanduiding niet relevant is. Wanneer er wel sectie informatie aanwezig is, dan wordt dit als 2 cijferig (decimaal) aangeduid. Bij de AlphaVision ML ligt de sectieaanduiding tussen 01 en 04. Bij de AlphaVision XL ligt deze aanduiding tussen 01 en 32.
Appendix F: SIA codes Standaard gebruikt de AlphaVision XL het ‘regular’ SIA protocol bij doormelding via PSTN en het SIA-HS protocol voor doormelding via IP. De benaming SIA verwijst naar een Amerikaanse commissie voor standaardisatie. Het 'gewone' SIA protocol is volledig conform deze Amerikaanse standaard, het SIA-HS protocol wijkt enigszins af.
Pagina 209
Fire Alarm Brand alarm zone benaming zone nr. Fire Bypass Blokkering van een zone benaming zone nr. gebr. nr. brandzone Fire Restoral Herstel van een zone benaming zone nr. brand zone na alarm Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 209/228...
Pagina 210
Undefined Alarm Technisch zone benaming zone nr. alarm Undefined Bypass Blokkering zone benaming zone nr. gebr. nr. van een technisch alarm zone Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 210/228...
Pagina 211
De inhoud van het tekstblok kan alleen verzonden worden bij het SIA-HS protocol, niet bij het Amerikaanse SIA protocol. De extra ID informatie kan alleen verzonden worden bij het SIA-HS protocol, niet bij het Amerikaanse SIA protocol. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 211/228...
00 wordt gebruikt wanneer een sektie te lang uitgeschakeld is (kluis zone functionaliteit). Appendix G: Installeren van het FLASH programma Om een eventuele firmware upGrade van de AlphaVision XL of van de XLCOM te kunnen uitvoeren is een (kostenloze) flash tool beschikbaar. Deze wordt door de fabrikant van de microprocessor (Renesas) beschikbaar gesteld.
Pagina 213
Na het opstarten verschijnt het volgende scherm: Kies bij Select Device voor Generic BOOT Device (helemaal onderaan in de lijst) en druk op Volgende. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 213/228...
Pagina 214
COM-poort door de driver aangemaakt is. Klik op Volgende. Zorg dat de AlphaVision XL correct ingesteld is voor ‘flash’ mode en breng de spanning op de AlphaVision XL aan. De groene watchdog LED gaat even aan en blijft daarna uit. Klik op OK.
Pagina 215
Klik op OK. Stel de CPU frequentie in op 16MHz en de multiplier op 2. Klik op Volgende. Klik op Volgende. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 215/228...
Pagina 216
Zet een vinkje bij User / Data Area. In het vakje rechts naast de User / Data Area staat de eerste keer nog niets ingevuld. Blader met de knop rechts naast dit vak naar de file, met de firmware update voor de AlphaVision XL (in dit voorbeeld dus A:\ALPHAVISION_XL.MOT). Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev.
Alphavision XL firmware flashen Klik nu op de knop Program Flash om het flashen te starten. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 217/228...
Tip: de laatste handeling (Disconnect) kan ook automatisch gebeuren. Selecteer in dat geval vanaf de Opions de ‘AutoDisconnect’. Als deze optie niet geselecteerd is, wordt naast de knop Program Flash de knop Disconnect getoond, als de optie wel geselecteerd is, wordt deze knop Disconnect niet getoond. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 218/228...
3. Verwijder vervolgens deze jumper en plaats deze op de WDOG pinnen er links naast. De AlphaVision XL staat nu in de FLASH-stand en de nieuwe firmware kan geflashed worden, zie blz. 217. Wanneer het FLASHEN om de één of andere reden niet lukt, dan dienen stappen 1 t/m 3 herhaald te worden.
XLCOM start opnieuw op. Deze werkwijze is tevens een goede test om te controleren dat het ingebouwde beveiligingsmechanisme correct functioneert. Aan de groene LED OP32 (linksboven de WDOG pinnen) kan afgeleid worden, dat de XLCOM operationeel is. Als deze LED brandt, wordt het operationele programma uitgevoerd. Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 220/228...
Pagina 221
Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 221/228...
Appendix H: RELEASE NOTES Ten opzichte van de vorige release(s) van de handleiding zijn de volgende wijzigingen cq. toevoegingen aangebracht. Handleiding aangepast aan AlphaVision XL versie 3.03 1.10 05-04-2012 Apparaatnummering toegevoegd (appendix D). 1.21 06-08-2012 Specificaties toegevoegd. 08-08-2012 Handmatige testmelding toegevoegd.
Pagina 223
Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 223/228...
Logboek voor de AlphaVision XL centrale Datum en tijd: Opmerking / gebeurtenis: Installateurshandleiding AlphaVision XL Rev. 3.03 01-04-2018 Blz. 226/228...