.........................30 TROOMVERBRUIK .........................31 CCU BEREKENING ..............31 AXIMALE AFSTAND VAN MODULE TOT VOEDINGSPUNT ....................34 CCUTEST EN NETSPANNINGSUITVAL OPSTARTEN VAN DE ALPHAVISION NG CENTRALE ..............35 PROGRAMMEREN VAN DE ALPHAVISION NG CENTRALE ............35 Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 3/112...
Pagina 4
.....65 LCD/PROX ROGRAMMEREN VAN PROXIMITY PASSEN VIA EEN BEDIENINGSPANEEL PROGRAMMEREN VAN DE WIRELESS INTERFACE ..............69 ................69 IRELESS INTERFACE DRAADLOZE DETECTOREN BEDIENEN VAN DE ALPHAVISION NG....................74 ..................74 (F22#) LARM INFORMATIE OP HET DISPLAY ............75 PIN- EVEILIGEN TEGEN HET WILD...
Pagina 5
.......................8 Detector met EOL aansluiten ........................8 EOL opsteekprint detectoren .......................9 Detectoren zonder EOL aansluiten ..................12 Zekeringen van de AlphaVision NG centrale .....................13 Zekeringen van de I/O module NG ..........14 Aansluitschema AlphaVision LCD en LCD/PROX bedieningspaneel .................15 Aansluitschema AlphaVision :LED bedieningspaneel ..........18...
RS-485 kabel aan (net)aarding aangesloten wordt in de centrale kast. De RS-485 bus van de AlphaVision NG is een 4-aderige bus. Een 4-aderige FTP kabel is altijd opgebouwd uit 2 ader paren (bijvoorbeeld rood + blauw samen getwist en groen + geel samen getwist), zorg ervoor dat 1 ader paar (bijvoorbeeld rood en blauw) wordt gebruikt voor de voeding (+12V en 0V) en het andere ader paar (bijvoorbeeld geel en groen) voor de data communicatie (A en B).
De AlphaVision NG centrale print is voorzien van een analoge modemkiezer, een RS-485 bus aansluiting voor aansluiting van externe AlphaVision NG componenten, 8 ingangen (zones 1-8) en 9 uitgangen. De 9 uitgangen zijn opgebouwd uit 1 potentiaal vrij relais contact (NO/NC), 7 open collector uitgangen (max.
Ingangen met EOL De AlphaVision NG centrale heeft 8 ingangen voor aansluiting van 8 zones. Door gebruik te maken van uitbreidingsmodules (I/O module, Input + 8OC module of wireless interface) is het mogelijk het aantal zones uit te breiden tot een maximaal van 96.
EOL-opsteekprintjes t.b.v. de Visionic detectoren is dit nog steeds het geval. Deze weerstand heeft echter in combinatie met de AlphaVision NG geen noodzaak meer. De 39k weerstand werd met name gebruikt bij de AlphaVision 16 om extra zones te creëren. Het weglaten van de 39k weerstand heeft als enige consequentie, dat het tegelijkertijd waarnemen van beweging en het openen van de detector behuizing alleen sabotage tot gevolg heeft en geen inbraakalarm.
Hiervoor is een speciale meeluisterversterker ontwikkeld voor de AlphaVision NG centrale. Op de centrale print is een 3-pins header geplaatst (JP7) voor aansluiting van de AlphaVision NG meeluisterversterker. Deze meeluisterversterker wordt gevoed vanuit de centrale print.
Pagina 11
In het algemeen wordt aangeraden om de totale buslengte bij sterverbindingen niet langer te laten worden dan 500m. De ohmse weerstand van de door Alphatronics geleverde RS-485 kabel (008654) is circa 10 ohm per 100m. Let op: tussen de A-lijn en de B-lijn wordt GEEN AFSLUITWEERSTAND aangesloten! Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev.
Centrale zekeringen De AlphaVision NG centrale print is voorzien van één glaszekering en 5 halfgeleider zekeringen. De glaszekering F4 (standaard 1A traag) is opgenomen in de uitgaande +12V, dus de 4 +12V klemmen bij de opdruk "POWER". Deze glaszekering is naar behoefte aan te passen i.v.m. grotere stroomafname tot 2.5A traag.
I/O module (NG) zekeringen De AlphaVision NG I/O module print is voorzien van 5 halfgeleider zekeringen. De 5 halfgeleider zekeringen worden hoog-ohmig zodra de afgenomen stroom de grenswaarde overschrijdt. Neemt deze stroom weer af, dan zal deze zekering weer laag-ohmig worden en zichzelf automatisch herstellen.
INSTALLEREN VAN BEDIENINGSPANELEN Voor de AlphaVision NG centrale zijn bedieningspanelen met een LCD-venster of een LED-uitlezing beschikbaar. Het LCD bedieningspaneel is tevens leverbaar met geïntegreerde proximity lezer om het systeem in en uit te schakelen middels een proximity pas. Aansluitingen en dipswitch instellingen van de AlphaVision LCD/PROX zijn gelijk aan de standaard LCD bedieningspaneel.
In totaal mogen er 8 bedieningspanelen op de RS-485 bus aangesloten worden. Hoeveel LCD en hoeveel LED bedieningspanelen er gebruikt worden maakt niet uit. De AlphaVision NG centrale is zelfs te gebruiken met maar één LED bedieningspaneel. In dat specifieke geval wordt het LED bedieningspaneel dus wèl ingesteld op adres 1.
INSTALLEREN VAN TOEGANGSCONTROLE (PROX LEZER) Met ingang van software versie 2.0 (van de AlphaVision NG) is het mogelijk om de AlphaVision NG te voorzien van een toegangscontrole- mogelijkheid. De benodigde hardware om dit mogelijk te maken bestaat uit één of meerdere NG Prox Lezers en de bijbehorende software- aansturing vanuit de AlphaVision NG.
Een elektrische deuropener dient bij voorkeur te worden voorzien van een eigen voeding en niet vanuit de AlphaVision NG te worden gevoed! Ten behoeve van deze toepassing is een speciale RO module met eigen voeding ontwikkeld. Het verdient de voorkeur om een...
+12V "POWER" aansluiting te gebruiken en niet de +12V van de RS-485 bus aansluiting. In dat geval kan ook de waarde van de glaszekering van de centrale (F1) aangepast worden van 1A traag (standaard) naar bijvoorbeeld 1.5A traag. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 18/112...
Bij netspanningsuitval, bij het defect raken van de accu of bij sabotage van de kast, wordt dit door de centrale opgemerkt en doorgemeld. Op het bedieningspaneel is te zien, welke I/O module het betreft. Tekening 10. Aansluitschema AlphaVision I/O module NG Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 19/112...
Bij inlezen van draadloze componenten worden de eerste 4 schakelaars gebruikt om de juiste ingang 1-8 te selecteren. Wanneer alle draadloze componenten zijn ingelezen, moeten de dipswitches 1-4 teruggezet worden naar de adres instelling voor de RS-485 bus. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 20/112...
RO module dan door een NG Prox Lezer aangestuurd wordt. Voor software versie 2.0 van de AlphaVision NG was dit de enige mogelijkheid voor de RO module. Sinds versie 2.0 en de introductie van de NG Prox Lezers verdienen de nieuwe mogelijkheden de voorkeur boven de oude functionaliteit en wordt aangeraden om ‘LCD/PROX stuurt RO modules?’...
En voor de RO module met voeding in kast dient onderstaande tabel in acht genomen te worden: dipswitch 6 dipswitch 7 dipswitch 8 tijd 2 seconden 4 seconden 8 seconden 12 seconden 16 seconden 24 seconden 32 seconden 64 seconden Tekening 11. Aansluitschema RO (relais output) module Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 22/112...
RS-485 bus dient dus rekening gehouden te worden met de minimale voedingsspanning. De RO module mag niet te ver van een ‘voedingspunt’ (centrale of I/O module met voeding) verwijderd zijn Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 23/112...
De printer module wordt aangesloten en van spanning voorzien via de RS-485 bus. Voor de printer module is het niet noodzakelijk een adres in te stellen. De printer module wordt door de AlphaVision NG centrale automatisch herkend tijdens het opstarten van de centrale. De printer module uitgang is van het type DB25 / parallel Centronics.
AlphaCom kiezer. Up/downloaden via ISDN Is de mogelijkheid gewenst om met de AlphaVision NG te kunnen up- en downloaden, dan kan de AlphaCom NG2 opsteekkiezer geplaatst worden. Deze ISDN opsteekkiezer heeft dezelfde mogelijkheden als de ‘gewone’ AlphaCom opsteekkiezer maar heeft tevens de mogelijk om te up/downloaden. De AlphaCom NG2 is eenvoudig te onderscheiden van de ‘gewone’...
I/O module of Input + 8 OC module, maar dat de uitgangen AL6, AL7 en AL8 gereserveerd zijn voor aansturing van de interface. Er zijn verschillende EPROMs voor aansturing van een synoptisch tableau: Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 26/112...
Input module + 8 O.C, en de tweede voor aansturing van een synoptische tableau via een I/O module. In de aansluitschema’s is aangegeven, hoe de verbinding tussen de I/O module en de diverse interfaces tot stand gebracht dient te worden. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 29/112...
STROOMVERBRUIK EN ACCU-BEREKENING Stroomverbruik Bij grotere installaties, zoals met de AlphaVision NG is het uitermate belangrijk om veel zorg te besteden aan het stroomverbruik, om te voorkomen dat de centrale in een alarmsituatie te zwaar belast wordt. Hierbij moet tevens gelet worden op het feit, dat ook bij afwezigheid van de netspanning de aangesloten accu voldoende capaciteit heeft om de installatie gedurende het voorgeschreven aantal uren van spanning te voorzien.
C20 = 18 * 0.252 + 0.5 *(0.300+0.252) = 4.536 + 0.276 = 4.812Ah ⇒ accu 7Ah Voorbeeld 2 AlphaVision NG centrale (130mA) met 8 detectoren (8 * 15mA), 1 LED bedieningspaneel (8mA), 1 LCD bedieningspaneel (9mA), 1 Input + 8 OC module (58mA) met 4 magneetcontacten en 4 detectoren (4 * 15mA) en 1 draadloze input module (43mA): totale stroomverbruik is 428mA in rust.
Pagina 32
2V en bij aansturing van 8 LEDs dus circa 145m. Wanneer er helemaal geen uitgang gebruikt wordt en 6 CORAL detectoren (15mA) en 2 magneetcontacten (0mA) aangesloten zijn, dan is het totale stroomverbruik (58mA + 6 x 15mA) 148mA. Hierdoor is de maximale afstand circa 135m. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 32/112...
Pagina 33
(geen netspanning en accuspanning minimaal) de binnenkomende voedingsspanning nog 8V bedragen. De maximale lengte tussen het dichtstbijzijnde voedingspunt en een printer module is bij een spanningsval van 2V dus circa 140m. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 33/112...
Daarna wordt in de centrale de geprogrammeerde vertragingstijd (standaard 30 minuten) afgeteld. Gedurende dit aftellen zal de 230V LED op de bedieningspanelen knipperen in plaats van continu branden. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 34/112...
PROGRAMMEREN VAN DE ALPHAVISION NG CENTRALE Introductie Het programmeren van de AlphaVision NG wordt gedaan met behulp van een PC voorzien van programmeersoftware WINTERM v1.1 of hoger (of TERMPRIV versie 5.50 of hoger). De PC (of laptop) wordt verbonden met de AlphaVision NG centrale middels een RS-232 programmeerkabel (003834).
Starten lokale programmering / default codes inlezen Sluit de RS-232 kabel (003834) aan tussen de AlphaVision NG centrale print en de computer. Start het WINTERM software programma op de computer. Voor uitleg over het software programma, zie hoofdstuk "Installeren van WINTERM op de computer".
Eén moment geduld aub, de centrale start opnieuw op…. Wordt er geen code ingetoetst, dan zal na enkele seconden de AlphaVision NG centrale gaan functioneren. Hierbij verschijnen er “vreemde” karakters in het beeld, de RS-232 aansluiting staat namelijk parallel aan de RS-485 bus.
Pagina 38
Middels menupunt 8 kan het tegenoverstelde van het voorgaande menupunt bereikt worden, namelijk het versturen van het programmeer bestand naar de AlphaVision NG centrale. Een programmeer bestand kan eenvoudige voorbereid worden in het Alphamanager pakket.Bij het uitvoeren van dit menupunt waarschuwt...
(RING-IN) of (blz.53) raadpleeg hiervoor de AlphaManager up/download handleiding. Is de AlphaVision NG voorzien van een AlphaCom NG2 opsteekkiezer, dan wordt in de AlphaCom het terugbelnummer geprogrammeerd. Het 9 terugbelnummer in de AlphaVision NG dient dan niet geprogrammeerd te worden. Bij het activeren van funktie 8 wordt de opdracht om contact te leggen met de computer in dat geval dan doorgegeven aan de AlphaCom NG2 kiezer.
Iedere zone dient minimaal aan 1 sectie gekoppeld te worden. De AlphaVision NG kent maximaal 8 secties die worden weergegeven in de vorm van de letters A t/m H. Zones mogen bij meer dan 1 sectie horen (gemeenschappelijke zones).
Pagina 41
Let op: wordt de sleutelschakelaar gebruikt als EOL dan wordt ook sabotage van de sleutelschakelaar gedetecteerd, bijvoorbeeld bij kortsluiting of onderbreking. Komt de sleutelingang van sabotage naar een Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 41/112...
Pagina 42
Wanneer de zone type op 7 (directe kiezer ingang) ingesteld wordt, zal de AlphaVision NG voor deze zones zich gedragen als een kiezer en zal ongeacht de status (in- of uitgeschakeld) van het systeem een melding versturen indien de ingang wordt geactiveerd.
Pagina 43
"gewone" vertraagde zone geactiveerd is. Let op: wanneer een zone als vertraagd of als follower geprogrammeerd wordt, dan moet er ook een "zinnige" inlooptijd en uitlooptijd geprogrammeerd worden. De waarde 000 mag niet gebruikt worden! Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 43/112...
SCHERM 2 INSTALLATIE GEGEVENS: AlphaVision NG v2.0 -- datum IO01 IO02 IO03 IO04 IO05 IO06 IO07 IO08 IO09 IO10 IO11 CENTR. KK Inbraak A 19 Inbraak B 19 Inbraak C 19 Inbraak D 19 Inbraak E 19 Inbraak F 19...
De programmering van de schermen 3 tot en met 6 is identiek aan de wijze van programmeren van scherm SCHERM 3 INSTALLATIE GEGEVENS: AlphaVision NG v2.0 -- datum IO01 IO02 IO03 IO04 IO05 IO06 IO07 IO08 IO09 IO10 IO11 CENTR. KK...
één of meerdere secties. Dit geldt tevens, wanneer de doormelding plaatsvindt via een aangesloten AlphaCom ISDN kiezer of DLM-100 GSM kiezer. SCHERM 5 INSTALLATIE GEGEVENS: AlphaVision NG v2.0 -- datum IO01 IO02 IO03 IO04 IO05 IO06 IO07 IO08 IO09 IO10 IO11 CENTR. KK...
Pagina 47
Sommige detectoren beschikken over een extra aansluiting om de looptest LED op afstand aan te zetten. Hiermee kunnen alle looptest LEDs van alle detectoren direct aangezet worden om een looptest uit te voeren. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 47/112...
2 de akoestische en optische indicatie van sectie B weergeeft etc. Bijvoorbeeld: standaard is de AlphaVision NG zo geprogrammeerd, dat LED A van bedieningspaneel 2 weergeeft of sectie B in- of uitgeschakeld is en LED B van dit bedieningspaneel geeft aan of alle secties ingeschakeld zijn (T=Totaal).
8 (buzzer tijdens inlooptijd/uitlooptijd). (blz.49) SCHERM 8 INSTALLATIE GEGEVENS: AlphaVision NG v2.0 -- datum UITGANG TIJD VERTRAGING Alarm op LCD als centrale AAN...
Pagina 50
445566 en 123456 geprogrammeerd worden. Is later, bijvoorbeeld middels F10# de hoofdgebruikerscode veranderd in 9876, dan is dit in de centrale opgeslagen als 987600 en moet er in Alphamanager dus 987600 voor de hoofdgebruikerscode ingevoerd zijn! Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 50/112...
Pagina 51
Bij AlphaVision 96 I/O modules wordt het uitvallen van de netspanning pas na 30 minuten aan de AlphaVision NG centrale gemeld. Na deze vaste vertragingstijd van 30 minuten begint pas de vrij programmeerbare vertragingstijd (standaard eveneens 30 minuten) af te tellen.
Pagina 52
PIN-code ingetoetst is, er wordt echter direct een speciale melding verzonden. Dit is niet zichtbaar op het bedieningspaneel. Wordt een duress code ingetoetst dan zal de TEL LED gedurende 15 minuten geblokkeerd zijn. Niemand kan dan aan deze LED zien, dat de AlphaVision NG centrale wel telefonisch meldingen doorgeeft.
(of W) wacht 2 seconden zonder kiestoondetectie (min-teken) wacht totdat er een kiestoon gedetecteerd wordt gebruik het *-teken (vanaf AlphaVision NG v2.0) gebruik het #-teken (vanaf AlphaVision NG v2.0) Standaard wordt, na het opnemen van de telefoonlijn, altijd gewacht op een geldige kiestoon. Wanneer niet binnen 10s een geldige kiestoon gehoord wordt, dan wordt de kiespoging als mislukt beschouwd en wordt de lijn neergelegd.
(bijvoorbeeld van UPC) is in de meeste gevallen niet bruikbaar voor alarmdoormelding. SPECIFIEKE KIEZER PROTOCOL INFORMATIE De AlphaVision NG is zeer universeel van opzet en wordt toegepast in meerdere landen. Hierdoor zijn verschillende protocols geïmplementeerd die niet in Nederland worden toegepast. In deze handleiding wordt alleen aandacht besteed aan protocols die in Nederland worden toegepast.
DOORMELDING NAAR PRIVÉ NUMMERS (protocol 3) Wanneer gekozen wordt voor het doormelden naar privé nummers met behulp van het privé protocol, dan zal de AlphaVision NG centrale bij elke melding, waarvan de KK (kiezerkode) niet op 00 geprogrammeerd is gaan bellen.
Pagina 56
9: ________________ ____ Resetten van de belcyclus bij Privé Protocol Wanneer de AlphaVision NG wordt uitgebreid met een DTMF opsteekprint, kan in combinatie met het privé protocol de belcyclus gestopt worden. Na het geprogrammeerde telefoonnummer gebeld te hebben wordt een herkenbaar acoustisch signaal gegenereert. Dit signaal bestaat uit 5 seconden lang 2 afwisselende tonen (sirene) gevolgd door 8 seconde pauze.
Pagina 57
2e telefoonnummer voor de melding van sectie B. Hierbij wordt dan ook het 2e aansluitnummer doorgemeld. Op deze wijze worden alle meldingen per sectie gesplitst. Bij secties die niet gebruikt worden, is het aan te bevelen om ook geen telefoonnummers te programmeren. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 57/112...
Inbel mogelijkheid t.b.v. up/downloading (ring-in) Het is mogelijk om vanaf de service desk van het installatiebedrijf in te bellen op de AlphaVision NG centrale met de RING-IN functie. Het aantal malen dat de telefoon over moet gaan (1-9) voordat een geldige "RING-IN"...
PIN-codes Gebruikerscodes (PIN-codes) De AlphaVision NG wordt bediend middels gebruikerscodes (PIN-codes). Er kunnen maximaal 98 gebruikerscodes geprogrammeerd worden. Een bijzondere vorm van gebruikerscodes is de proximity-pas. Hierbij zit de gebruikerscode in de proximity-pas. Iedere keer, wanneer de gebruiker de PIN-code in moet toetsen, kan in plaats daarvan de proximity-pas bij het LCD/PROX bedieningspaneel gehouden worden.
Het systeem is hier niet tegen beveiligd. Vanzelfsprekend dient dit voorkomen te worden. De centrale blijft overigens wel normaal te bedienen en de foutief uitgegeven PIN-code kan gewoon verwijderd worden door deze op 000000 te programmeren. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 60/112...
Gebruikerscodes kunnen met behulp van het bedieningspaneel, met de PC of op afstand geprogrammeerd en/of gewijzigd worden. Programmeren van gebruikerscodes (PIN-codes) via de PC Bij optie 3 van het hoofdmenu vindt men “Programmeren van gebruikerscodes”. Kies deze optie en het scherm toont: Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 61/112...
Toets hoofdgebruikerscode (systeembeheerder) in (4-6 cijfers) gevolgd door ENTER: Toets nu de hoofdgebruikerscode (de 98 code) in gevolgd door <ENTER>. Wanneer de juiste code is ingetoetst verschijnt als scherm: INSTALLATIE GEGEVENS: ALPHAVISION NG v2.0 -- datum NR. NAAM CODE NIV. SECTIE ZMDWDVZ...
000000. Dit geeft aan, dat de code ongeldig is. Vervolgens wordt aangegeven met niv 0 dat het niveau van deze PIN-code 0 is. De aanduiding abcdefgh geeft aan dat de code, zodra deze geprogrammeerd Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 63/112...
Pagina 64
<7> en de laatste Z (van zaterdag) verandert in een punt. Het LCD display zal dan het volgende weergeven: 01: 111111 niv 4 ab..MDWDV. Druk nu op de toets <#> en de hoofdletters MDWDV worden kleine letters: 01: 111111 niv 4 ab..mdwdv. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 64/112...
Toets nu het gewenste niveau van de PIN-code in (0,1,2,3,4,5 of 7, bijvoorbeeld 7) gevolgd door <#>. Om gebruik te maken van directe in- en uitschakeling met proximity TAGs moet niveau 7 geprogrammeerd worden. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 65/112...
Pagina 66
Voor de duidelijkheid en een beter begrip van wat er nu werkelijk gebeurt volgt nu een uitleg van het geheugen beheer van de AlphaVision NG centrale: Wanneer de AlphaVision NG volledig spanningsloos is, dan is het RAM werkgeheugen van de centrale zonder inhoud, omdat RAM chips geen gegevens kunnen bewaren zonder voedingsspanning. Een E...
(file). Wanneer dit gereed is, dan zal het keuze menu opnieuw getoond worden. Keuze: programmering verzenden van computer naar centrale Wanneer vanuit het hoofdmenu voor deze optie gekozen wordt, dan verschijnt op het beeldscherm van de Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 67/112...
Pagina 68
Weergave historisch overzicht Alle gebeurtenissen van de AlphaVision NG centrale worden bijgehouden in een historisch logboek. In de AlphaVision NG worden in totaal 2 logboeken bijgehouden, één beknopte logboek van de laatste 100 gebeurtenissen die door de gebruiker via het LCD display van een bedieningspaneel is weer te geven en een uitgebreid logboek van 250 gebeurtenissen dat via de laptop of PC middels WINTERM is weer te geven.
Een wireless interface is de koppeling tussen draadloze detectoren (van het type Visonic PowerCode op 868MHz) en de RS-485 bus van de AlphaVision NG. De centrale "ziet" hierbij niet of de zones van de module bedrade detectoren of draadloze ingeleerde detectoren zijn. De wireless interface is geschikt voor ontvangst van 8 verschillende draadloze PowerCode 868MHz componenten.
Pagina 70
3-seconden. Door jumper JP4 nu op de print kort te sluiten kan de ingang gewist worden. De “vrolijke melodie” zal nu klinken en de bijbehorende zone LED zal knipperen om aan te geven dat de ingang Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 70/112...
De dipswitch schakelaar is een 8-polige schakelaar. De functie van elke schakelaar is als volgt: Sw 1-4: module adres RS-485 bus (gelijk aan I/O), tijdens inlezen om de gewenste ingang te selecteren. Sw 5: ON: AlphaVision NG (default) OFF: AlphaVision 96 Sw 6: ON: supervisie tijd is 4 uur (default) OFF: supervisie tijd is 2 uur.
Pagina 72
Naast de ingangsnummers worden ook de betreffende zonebenamingen weergegeven, zoals deze in de AlphaVision NG programmering zijn ingegeven. Indien er nog geen programmering is uitgevoerd in de centrale zullen de zone benamingen leeg zijn. Zone benamingen kunnen alleen geprogrammeerd worden in de centrale en kunnen niet gewijzigd worden in de programmering van de wireless interface.
Pagina 73
Door nu op de <END> toets te drukken wordt het diagnose/programmeer scherm verlaten en de wireless interface opnieuw gestart. Let op: Jumpers JP2 en JP3 moeten weer teruggezet worden in de “RS-485 positie” om communicatie tussen de wireless interface en de centrale te herstellen. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 73/112...
BEDIENEN VAN DE ALPHAVISION NG De AlphaVision NG centrale kan in- en uitgeschakeld worden middels een LCD, een LCD/PROX of een LED bedieningspaneel. Tevens is in- en uitschakelen middels één of meerdere sleutelschakelaars mogelijk. LCD bedieningspanelen zijn in 2 uitvoeringen beschikbaar: met of zonder geïntegreerde proximity lezer.
Voor uitleg over inschakeling met verschillende niveaus, zie gebruikershandleiding. Elke functie van de AlphaVision NG centrale wordt uitgevoerd door het intoetsen van <?>, gevolgd door <1 tot 2 cijfers>, gevolgd door <#>. Zodra dit ingetoetst is, verschijnt op de onderste regel van de LCD een verklaring van de geselecteerde functie.
De RESET uitgang is geactiveerd F2# Deurbel aan/uit zetten De AlphaVision NG kan uitgevoerd worden met een deurbelfunctie (zie programmering scherm 6 blz.46 deurbel uitgang). Het wel of niet functioneren van deze deurbelfunctie wordt door de gebruiker ingesteld middels functie 2. Druk op de toetsen <?> <2> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5.
F7# Start installateursmenu Om verbinding te krijgen met de computer om de AlphaVision NG lokaal te programmeren, kan functie 7 uitgevoerd worden. Sluit eerst de computer aan op de AlphaVision NG middels het RS-232 programmeer kabel. Start vervolgens Winterm op. Druk op de toetsen <?> <7> <#> gevolgd door de installateurscode.
F12# Printen instellingen van automatische schakelklok Wanneer de centrale uitgebreid is met een printer module en een printer, dan kan met een PIN-code van niveau 5 een overzicht uitgeprint worden van de instellingen van de automatische schakelklok. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 78/112...
Op het LCD display verschijnt vervolgens de melding: Test uitgang nummer: Toets nu <9> om uitgang 9 (luidspreker uitgang) aan te zetten. Op het LCD display verschijnt dan: Test uitgang nummer: 9 Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 79/112...
"L.S. aan bij looptest" “J” is ingevuld, zal op het moment dat de (blz.49) zone vanuit de gesloten situatie naar de alarm situatie gaat, vanuit de binnenluidspreker (LS uitgang) één Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 80/112...
Op deze manier kan een looptest uitgevoerd worden waarbij de informatie op verschillende locaties zichtbaar is. Vergeet alleen niet om alle bedieningspanelen weer uit de "looptest" mode te halen! Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 81/112...
Opmerking: wanneer bijvoorbeeld een code gebruikt wordt om deze functie te activeren die alleen geldig is voor sectie A, dan worden ook alleen open zones, die bij sectie A behoren getoond. F22# Alarm informatie op het display Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 82/112...
Pagina 83
Funktie 22 wordt gebruikt om courante informatie, die het systeem wil melden, zichtbaar te maken. De werking van deze functie staat beschreven in "BEDIENEN VAN DE ALPHAVISION NG" (blz.74) Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 83/112...
Automatische schakelklok functie De AlphaVision NG is uitgevoerd met een schakelklok (RTC) voor het automatisch in- en uitschakelen van het beveiligingssysteem op van tevoren geprogrammeerde tijdstippen. In totaal kunnen 4 verschillende schakel (RTC) klokken geprogrammeerd worden. Elke schakelklok (RTC) kan toegewezen worden aan één of meerdere secties.
Hierdoor kan er dus 2 keer per dag automatisch uitgeschakeld worden en 2 keer per dag automatisch ingeschakeld worden. Hoewel de schakelfuncties vrij te programmeren zijn, moet enige voorzichtigheid in acht genomen worden, om probleem situaties te voorkomen. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 85/112...
(T1) aan voor de desbetreffend dag (tweede regel van het Display) geeft aan dat de uitschakel/inschakel tijd geldig is voor de dag (zondag in dit geval) 00:00 / 00:00 geeft de uitschakeltijd en inschakeltijd aan Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 86/112...
F24# Overwerk tijd programmeren De AlphaVision NG beschikt over een overwerk functie. Met behulp van de overwerk functie kan de eerstvolgende automatische inschakeltijd worden uitgesteld. Het uitstellen van de eerstvolgende inschakeltijd wordt per schakelklok apart ingegeven en geldt maar één keer, namelijk voor de eerstvolgende inschakeling.
Een gebruiker met niveau 5 kan alleen een vakantierooster aanmaken voor secties waarvoor hij/zij geautoriseerd is. Indien een gebruiker alleen autorisatie heeft voor sectie A en B zal hij/zij alleen vakantierooster aan kunnen maken die betrekking hebben op sectie A en sectie B. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 88/112...
Let op: Aansturing van uitgang 9 (luidspreker uitgang) op I/O modules geldt alleen bij AlphaVision NG I/O modules met software versie 4.0 en hoger en I/O modules voor de AlphaVision 96 met software versie 3.2 of hoger.
Wanneer de AlphaVision NG is voorzien van een NG AlphaCom opsteekkiezer, dan kan deze AlphaCom ingesteld worden om de tijd van het ISDN netwerk aan de AlphaVision NG door te geven. Bij iedere melding, die de AlphaCom verzendt, wordt dan de klok van de AlphaVision NG gesynchroniseerd. Hierdoor loopt de klok altijd exact gelijk.
LED te aktiveren. Wanneer van alle detectoren met een dergelijke mogelijkheid deze ingangen gekoppeld zijn aan de geprogrammeerde teststand-uitgang(en) dan worden de looptest LEDs van deze detectoren automatisch aktief wanneer de AlphaVision NG in de teststand gezet wordt! Het activeren en verlaten van de teststand wordt in het historisch overzicht opgeslagen.
Pagina 92
Door middel van de <↑> en <↓> toets kan gebladerd worden tussen de optie JA en NEE. Selecteer de juiste optie en druk op de <#> toets. De vijfde instelling wordt opgeslagen en het LCD display stapt door naar de volgende instelling voor zone 1: Zone blokkeren mogelijk Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 92/112...
Deze zone benaming kan alleen gewijzigd worden middels het Winterm software programma. F29# Programmeren van het toegangscontrole-systeem (PROX LEZER) Alle eigenschappen van het AlphaVision NG toegangscontrolesysteem worden ingesteld middels functie 29. Voordat de eigenschappen van de NG Prox Lezer geprogrammeerd kunnen worden, dient de PL geïnstalleerd te zijn en van het gewenste adres te zijn voorzien.
Pagina 94
Druk op de toets <#> zodra de gewenste programmering op het display getoond wordt. Druk vervolgens op <↓> om naar het programmeren van de eigenschappen te gaan. Op het display verschijnt: NG Prox Lezer eigenschappen Druk op de toets <#>. Op het display verschijnt: Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 94/112...
TAG • de OC uitgang bij gebruik als inloop/uitloopbuzzer • het starten van de inlooptijd bij ‘NGPL start inlooptijd? JA’ • het stoppen van de uitlooptijd bij ‘NGPL laatste deurfunctie? JA’ Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 95/112...
Pagina 96
Voorbeeld: is een TAG geprogrammeerd voor de secties ABC en is de PL geprogrammeerd voor de secties CDE en staan alle secties ingeschakeld, dan zal bij het presenteren van deze TAG de inlooptijd van alle vertraagde en follower zones gestart worden, die (minimaal) behoren bij sectie C. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 96/112...
Pagina 97
Door deze variabele op NEE te programmeren wordt feitelijk de ‘oude’ aansturing van de RO modules (namelijk middels een TAG in combinatie met een LCD/PROX bedieningspaneel) onderdrukt. Let op: deze instelling geldt niet per PL of per LCD/PROX bedieningspaneel, maar voor het gehele systeem! Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 97/112...
RO module (RO2). De werking is nu identiek aan die van de voordeur. Het maakt voor de bewoners dus niet meer uit of het huis aan de voorkant dan wel aan de achterkant betreden wordt. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 98/112...
Pagina 99
Werknemer A arriveert en presenteert een TAG (niveau 7, sectie A). De gemeenschappelijke voordeur wordt geopend, de inlooptijd van sectie A (MC1, PIR1, MC2 en PIR2) begint af te tellen. De buzzer op BP1 piept. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 99/112...
Het up/downloaden via ISDN is te vergelijken met het up/downloaden via PSTN. Als grote voordelen van ISDN zijn te noemen: de snelheid is vele malen hoger dan via PSTN en de AlphaVision NG blijft tijdens het up/downloaden operationeel. Pas wanneer de up/download-sessie beëindigd is wordt de centrale opnieuw gestart, voor zover dat noodzakelijk is.
De werking van TERMPRIV wordt in deze handleiding niet besproken, maar is vrijwel identiek aan Winterm. Voor het programmeren van de AlphaVision NG is minimaal Winterm 2.0 (of Termpriv versie 5.50) noodzakelijk. De update van Winterm 1.0 naar 2.x is vanaf de website www.alphatronics.nl te downloaden.
Pagina 102
De installatie van WinTerm zal nu uitgevoerd worden. De installatie procedure zal de WinTerm software installeren en tevens een Icoon op uw Windows-Desktop aanmaken met een snelkoppeling naar WinTerm. Door op de icoon te dubbelklikken zal de software worden gestart. Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 102/112...
Pagina 103
Ken een naam toe aan het programmeer bestand en vergeet niet om AlphaVision NG programmeer bestanden op te slaan als een .BIN file. Deze kunnen later gebruikt worden in het AlphaManager up/download pakket. Klik met de muis op de Save toets en het bestand zal opgeslagen worden.
Pagina 104
Bij gebruik van de optie Bestand van schijf zenden naar AlphaVision NG centrale, bij bijvoorbeeld de AlphaVision NG centrale, zal de procedure gelijk maar omgekeerd zijn aan de procedure voor programmeer bestanden opslaan in computer. Bij het selecteren van deze optie zal de standaard directory in beeld verschijnen met alle programmeer bestanden.
Noteer eerst welke software versies in de bedieningspanelen aanwezig is. Dit is tijdens het opstarten van de AlphaVision NG zichtbaar op de aangesloten PC. Is er een software-versie 1.6 aangetroffen, dan moet erop gelet worden, dat een bedieningspaneel met v1.6 niet op adres 4 ingesteld wordt! Hierna is het belangrijk om vast te stellen, welk LCD bedieningspaneel met welke software versie op adres 1 ingesteld wordt.
Er kan dus een bedieningspaneel én een wireless interface én een RO module ingesteld staan op adres 1! Maar er kunnen geen wireless interface én een I/O module samen op adres 1 ingesteld staan! Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 106/112...
Appendix C: SIA CODES De AlphaVision NG kan zowel het Amerikaanse SIA protocol als het SIA-HS protocol gebruiken voor het doormelden van gebeurtenissen. Standaard wordt het SIA-HS protocol gebruikt. De benaming SIA verwijst naar een Amerikaanse commissie voor standaardisatie. Het 'gewone' SIA protocol is conform deze Amerikaanse standaard, het SIA-HS protocol is qua modem verbinding volledig afwijkend.
Pagina 108
Blokkering van Undefined Unbypass een technisch alarm zone zone benaming zone nr. gebr. nr. opgeheven Herstel Xmitter Supervision Restoral van de supervisie van een zone benaming zone nr. draadloze zender Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 108/112...
Pagina 109
Het nummer van de gebruikte PIN-code is normaal gesproken 01 t/m 98. De waarde 99 duidt op een gebeurtenis door de installateur, een sleutelschakelaar of de RTC (automatische schakelklok). De waarde 00 wordt gebruikt wanneer een sektie te lang uitgeschakeld is (kluis zone functionaliteit). Installateurshandleiding AlphaVision NG Rev. 2.0 27-08-2003 Blz. 109/112...
Toegevoegde functionaliteit: NG Prox Lezer Printer module NG. De printermodule NG print alle overzichten van zowel de AlphaVision NG als de AlphaVision 96 correct. Bij het historisch overzicht wordt nu het nieuwe overzicht met 250 gebeurtenissen uitgeprint. Toegevoegd is de mogelijkheid om de programmering van de schakelklok te printen.