Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Richtlijnen - alphatronics Alphavision XL Handleiding Voor De Installateur

Inhoudsopgave

Advertenties

Max. uitgangsstroom AlphaVision IO+ MODULE:
OC uitgangen:
COM1a (AV-XL)
Relais uitgangen:
Stroomverbruik:

Algemene richtlijnen

Raadpleeg regelmatig de Alphatronics' website voor de laatste tips en instructies. Deze zijn te vinden op
www.alphatronics.nl onder de knop 'helpdesk'.
Alle componenten van het AlphaVision XL beveiligingssysteem zijn uitsluitend binnen toepasbaar (in niet-
vochtige ruimtes) bij een bedrijfstemperatuur van 0 tot 50C. Dit geldt ook voor de bedieningspanelen.
Alleen de Prox Reader mag buiten toegepast worden bij een bedrijfstemperatuur van –20 tot + 50C.
Zorg altijd voor een goede aarding van het alarmsysteem. Zijn er twijfels over de randaarde controleer
deze dan zeer zorgvuldig. Een goede randaarde is van essentieel belang voor een goede afvoer van
elektrische storingen! De netspanning wordt aangesloten op het aansluitblokje in de kast. De middelste
aansluiting is de randaarde en deze aansluiting is verbonden met de kast van de centrale. Het
aansluitblokje is voorzien van een glaszekering (1,6A traag). De randaarde aansluiting is tevens voorzien
van een aarddraad (geel/groen) met aansluitlip. Deze is bedoeld om het deksel van de kast met de
randaarde te verbinden. Zorg ervoor dat deze verbinding goed aangesloten wordt bij het sluiten van de
kast.
Installateurshandleiding AlphaVision XL
17Ah accu), is de maximale continue stroom die voor andere componenten
betrokken mag worden450mA. Indien meer stroom gewenst of noodzakelijk is,
dienen er meer I/O modules geplaatst te worden. Bij toepassing van een
Grade 3
installatie, is de maximale continue stroom gelimiteert tot 130mA.Bij
toepassing van een
7Ah
450mA. Om deze reden wordt een 7Ah accu in de praktijk uitsluitend bij Grade 2
installaties toegepast en wordt bij een Grade 3 installatie een 12Ah of 17Ah accu
geplaatst.
Rekening houdend met het eigen verbruik van de AlphaVision IO module print
(nominaal 60mA) en de maximale laadstroom van de accu (400mA), en de
minimale autonomie tijd (30 uur, battery standby time bij doormelding naar de
meldkamer, 12Ah accu), is de maximale continue stroom die voor andere
componenten betrokken mag worden340mA (met 4 input expansie printen:
320mA). Indien meer stroom gewenst of noodzakelijk is, dienen er meer IO+
MODULE modules geplaatst te worden. Bij toepassing van een
installatie, is de maximale continue stroom gelimiteert tot 170mA (met 4 input
expansie printen: 150mA).Bij toepassing van een
de maximale continue stroom 520mA. Om deze reden wordt een 7Ah accu in de
praktijk uitsluitend bij Grade 2 installaties toegepast en wordt bij een Grade 3
installatie een 12Ah accu geplaatst.
maximale uitgangsstroom per OC uitgang is 200mA. Aan deze uitgangen mag een
kabel van maximaal 30m aangesloten worden.
speciale bus voor aansluiting van de AlphaVision IP + GPRS alarmtransceiver.
COM1a is voorzien van een zekering van 750mA maar er mag geen stroom
betrokken worden van deze aansluiting.
maximale toegestane stroom door het potentiaalvrije contact is 300mA. In de
common leiding is een zekering van 750mA opgenomen.
De AlphaVision XL verbruikt 60mA in rust (max 130mA met alle LEDs aan en LAN
activiteit) en een LCD bedieningspaneel (achtergrondverlichting niet aangestuurd)
15mA. Een I/O module gebruikt 80mA in rust, een IO+ MODULE incl. PSU gebruikt
60mA en een IO+ MODULE excl. PSU gebruikt 50mA. Een expansie print voor de
IO+ MODULE gebruikt 5mA. Voor gedetailleerde gegevens, zie het hoofdstuk over
stroomverbruik en bekabeling (blz.75)
Rev. 3.03 01-04-2018
in een
Grade 2
installatie, is de maximale continue stroom
7Ah
7Ah
in een
7Ah
in een
Grade 2
installatie, is
Blz. 19/228
in een
Grade 3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave