Kalibratie
Hoofdstuk 3
Nadat het apparaat is gestabiliseerd, kunnen een aantal verschillende systemen
worden gekalibreerd. In de modus Calibration (Kalibratie) kunnen de
luchttemperatuur, het CO
-niveau en het RH-niveau worden gekalibreerd ten
2
opzichte van referentie-instrumenten. Druk op de toets Mode (Modus) totdat
het lampje bij Calibrate (Kalibreren) gaat branden om toegang te krijgen tot
de modus Calibration (Kalibratie). Druk op de pijltoets naar rechts en/of links
totdat de juiste parameter in het berichtencentrum verschijnt. Raadpleeg
schema 3-1 aan het einde van dit hoofdstuk voor meer details.
De kalibratiefrequentie hangt af van het gebruik, de omgevingscondities en
de vereiste nauwkeurigheid. Een goede laboratoriumpraktijk zou ten
minste een jaarlijkse kalibratie vereisen. Bij nieuwe installaties moeten alle
parameters worden gecontroleerd na de stabilisatieperiode.
Voorafgaand aan de kalibratie moet de gebruiker bekend zijn met de
volgende systeemfuncties. Zolang het apparaat zich in de kalibratiemodus
bevindt, zijn alle functies voor systeemcontrole uitgeschakeld zodat het
apparaat stabiel blijft. De uitlezing van het systeem dat wordt gekalibreerd,
verschijnt in het berichtencentrum. Als er gedurende ongeveer vijf minuten
geen toetsen worden ingedrukt terwijl het apparaat zich in de
kalibratiemodus bevindt, reset het apparaat zichzelf naar de runmodus,
waardoor de controlefuncties opnieuw worden geactiveerd.
Let op Voordat het apparaat wordt gekalibreerd of bijgesteld, is het absoluut
noodzakelijk dat alle referentie-instrumenten naar behoren zijn gekalibreerd. Het
is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om kennis te hebben over de
interactieve effecten van temperatuur, het CO
-percentage en het RH-percentage
2
op elkaar en op de onafhankelijke referentie-instrumenten, in het bijzonder een
Fyrite™-sensor. Zorg ervoor dat u vóór gebruik alle bedieningshandleidingen van
het referentie-instrument hebt gelezen en begrijpt. Controleer alle in de
incubator ingevoerde waarden tweemaal op nauwkeurigheid voordat u de
kalibratie voltooit en het apparaat weer in gebruik neemt.
▲
De temperatuur
Laat de temperatuur in de behuizing stabiliseren voorafgaand aan de
kalibratie. Plaats het gekalibreerde instrument in het midden van de kamer.
kalibreren
Het instrument moet zich in de luchtstroom bevinden, niet tegen de plank.
Stabilisatietijden voor temperatuur
Opstarten - Laat de temperatuur in de behuizing 12 uur stabiliseren
alvorens verder te gaan.
Momenteel in bedrijf - Laat de temperatuur ten minste 2 uur stabiliseren
nadat het scherm de instelwaarde heeft bereikt alvorens verder te gaan.
Thermo Scientific
7023307 Steri-Cult
3-1