De instelwaarde voor
temperatuur instellen
Thermo Scientific
Instellingen incubator
Hoofdstuk 2
Als de incubator correct is geïnstalleerd en op de stroom is aangesloten,
de waterfles is gevuld en het apparaat op de gastoevoer is aangesloten,
kunnen de instelwaarden van het systeem worden ingevoerd. De volgende
instelwaarden kunnen worden ingevoerd in de modus Settings (Instellingen):
Temperature (Temperatuur), Overtemp (overtemperatuur), CO
Druk op de toets Mode (Modus) totdat het lampje bij Settings (Instellingen)
gaat branden om naar de modus Settings (Instellingen) te gaan. Druk
op de pijltoets naar rechts en/of links totdat de juiste parameter in het
berichtencentrum verschijnt. Raadpleeg schema 2-1 voor meer details.
Let op Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de goede
werking van elke incubator voor zijn specifieke toepassing(en) te valideren
met betrekking tot de locatie van het apparaat, de gebruiksomgeving en de
instellingen.
▲
Het bereik voor de instelwaarde voor temperatuur is 10°C tot 50°C,
instelbaar tot op 0,1°C nauwkeurig. De laagste temperatuur die de
incubator kan regelen is +5°C boven de omgevingstemperatuur op de
locatie van de incubator. De incubator wordt vanuit de fabriek geleverd
met een instelwaarde voor temperatuur van 10°C. Bij deze instelling zijn
de temperatuurregeling en de alarmen uitgeschakeld. De instelwaarde voor
temperatuur wijzigen:
1. Druk op de toets Mode (Modus) totdat het lampje bij Settings
(Instellingen) gaat branden.
2. Druk op de pijltoets naar rechts totdat "Temp XX.XC" verschijnt in
het berichtencentrum.
3. Druk op de pijltoets naar boven/beneden totdat de gewenste
instelwaarde voor temperatuur verschijnt.
4. Druk op Enter om de instelwaarde op te slaan.
5. Druk op de toets Mode (Modus) totdat het lampje bij de modus Run
(Run) gaat branden of druk op de pijltoets naar rechts/links om naar
de volgende/vorige parameter te gaan.
en RH.
2
7023307 Steri-Cult
2-1