Gebruiksvoorschriften
Voorzorgsmaatregelen tijdens de
inrijperiode van de motorfiets
Maximum draaisnelheid
Voorgeschreven draaisnelheid tijdens inrijden en normaal
rijden:
1) Tot 1000 km;
2) Van 1000 tot 2500 km.
Tot 1000 km
Tijdens de eerste 1000 km dient men de toerenteller in
het oog te houden: dit zijn de snelheden die absoluut niet
mogen worden overschreden:
-1
5.500÷6000 min
.
Tijdens de eerste inrij-uren van de motor verdient het
aanbeveling de belasting en het toerental voortdurend te
wijzigen, binnen de voorgeschreven limieten.
Bijzonder goed hiervoor geschikt zijn wegen met veel
bochten en hellingen waarop de motor, de remmen en
de ophangingen goed kunnen inlopen.
(afb. 50)
Voorzichtigheid is geboden tijdens de eerste 100 km, met
name tijdens het remmen: niet bruusk en lang remmen om
het wrijvingsmateriaal op de remblokjes de kans te geven
gelijkmatig "af te slijten".
Om alle mechanische delen tegelijkertijd de kans te geven
hun bewegingen op elkaar af te stemmen en de belangrijkste
motororganen nooit in gevaar te brengen, raden wij aan niet
te bruusk op te trekken en de motor niet te lang op het
hoogste toerental te laten draaien, vooral niet op hellingen.
Wij raden bovendien aan de ketting vaak te controleren en
indien nodig te smeren.
NL
61