Inbedrijfstelling
Installatie in gebruik nemen
1. Netschakelaar aan de regeling inschakelen.
De inbedrijfstellingsassistent start automatisch.
Opmerking
Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrip-
pen in het Duits.
Afb. 18
2. Gewenste instellingen uitvoeren:
■
"Taal"
"Datum en tijd"
■
"Energie-cockpit"
■
3. Alleen voor Vitotronic 100:
Op "Toepass." tippen.
"Verw.ketel in de cascade" kiezen.
Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren
Opmerking
Alleen vereist als de toepassing van de regeling moet
worden gewijzigd.
Op volgende knoppen drukken:
1.
Vereiste parameters
Vitotronic 300
Alle parameters in parameterniveau 1 controleren en
evt. instellen.
Parameters
Parametergroep
53:...
Algemeen, Vitotronic 300
54:...
Algemeen, Vitotronic 300
55:...
Algemeen, Vitotronic 300
98:...
Algemeen, Vitotronic 300
9C:...
Algemeen, Vitotronic 300
0C:...
Verwarmingsketel, Vitotronic 300
34
4. Met
bevestigen.
Het menu "Inbedrijfstelling" verschijnt opnieuw.
5. Met
bevestigen.
6. Met
bevestigen om belangrijke parameters aan
de installatie aan te passen, bijv. "Gastype".
Of
Met
de inbedrijfstelling beëindigen. De installatie
werkt met fabrieksinstellingen.
Opmerking
Alle parameters kunnen op een later tijdstip gewij-
zigd worden: Zie vanaf pagina 42.
7. Met
bevestigen.
8. Met
de inbedrijfstelling beëindigen.
Opmerking
Als de inbedrijfstelling niet succesvol was, ver-
schijnt een foutmelding.
2. "Service"
3. Wachtwoord "viservice" invoeren.
4. "Inbedrijfstelling"
In parameterniveau 2 volgende parameters controle-
ren en instellen:
Indicatie
Aansl. op stekker
Aansl. op stekker
Aansl. op stekker
Viessmann-installatienr.
Controle LON-deelnemer
Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling
A1
sÖ
sL
gS
A1