Download Print deze pagina

Viessmann VITOTRONIC 300 Montage- En Servicehandleiding pagina 131

Verberg thumbnails Zie ook voor VITOTRONIC 300:

Advertenties

Regeling van de verwarmingscircuits
CV-pomplogica
Spaarschakelingen
De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoer-
temperatuur op 0 °C gezet), indien aan een van de vol-
gende criteria is voldaan:
De buitentemperatuur overschrijdt de via parame-
ter "05" in de groep "V.circuit..." ingestelde waarde.
De gedempte buitentemperatuur overschrijdt de via
parameter "06" in de groep "V.circuit...." ingestelde
waarde.
De mengklep is gedurende meer dan 12 minuten
dichtgehouden (mengklep-spaarfunctie, parame-
ter "07" in de groep "V.circuit...").
De via parameter "08" in de groep "V.circuit..." inge-
stelde pompstilstandtijd is bereikt.
Voorwaarde:
Er is geen vorstgevaar.
Parameter "0A" in de groep "V.circuit..." moet op
0 staan.
Opmerking
Wanneer tijdens de pompstilstandtijd in de verwar-
mingsmodus wordt gezet of de gewenste ruimtetem-
peratuur wordt verhoogd, wordt de CV-pomp inge-
schakeld, ook wanneer de tijd nog niet is verstreken.
De werkelijke kamertemperatuur overschrijdt de via
parameter "0E" in de groep "V.circuit..." ingestelde
waarde.
Estrikdroging
In combinatie met verwarmingscircuit met mengklep.
Voor het drogen van estriken (de gegevens van de
estrikfabrikant moeten beslist gerespecteerd wor-
den).
De pomp van het CV-circuit met menger wordt inge-
schakeld en de aanvoertemperatuur op het inge-
stelde profiel gehouden.
Na afloop (30 dagen) wordt het verwarmingscircuit
met mengklep automatisch met de ingestelde para-
meter geregeld.
EN 1264 in acht nemen.
Het protocol dat door de verwarmingsfirma wordt
opgesteld, moet de volgende informatie over het ver-
warmen bevatten:
Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aan-
voertemperaturen
Bereikte maximale aanvoertemperatuur
Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht
van de CV-installatie
Verschillende temperatuurprofielen zijn via de para-
meters "23" in de groep "V.circuit" instelbaar.
Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling
wordt de functie voortgezet. Als de estrikdroging is
beëindigd of de parameter "23:0" in de groep "V.cir-
cuit..." handmatig wordt ingesteld, wordt het
bedrijfsprogramma "Verwarm. en warmwater"
actief.
(vervolg)
Installatiedynamiek
Het regelgedrag van de mengkleppen kan via parame-
ter "17" in de groep "V.circuit..." worden beïnvloed.
Centrale bediening
Via parameter "62" in de groep "Alg." kan voor een
verwarmingscircuit centrale bediening worden gepara-
metreerd.
Bedrijfs- en vakantieprogramma geldt dan voor alle
overige verwarmingscircuits van de installatie.
Voor deze verwarmingscircuits verschijnt bij het active-
ren van het bedrijfs- en vakantieprogramma "Centrale
bediening". Evt. ingestelde vakantieprogramma's wor-
den gewist.
Party- en spaarmodus zijn bij alle regelingen niet acti-
veerbaar.
Vorstbescherming
De aanvoertemperatuur wordt overeenkomstig de
stooklijn voor de gereduceerde gewenste ruimtetem-
peratuur, maar minstens op 10 °C gehouden.
Overeenkomstig parameter "03" in de groep "V.cir-
cuit..." is een variabele vorstgrens instelbaar.
Therm-Control
Als de gewenste temperatuur op de sensor van de
Therm-Control te laag wordt, volgt vermogensreductie.
Daarbij worden de mengkleppen van de nagescha-
kelde CV-circuits dicht gezet.
Verhoging van de verlaagde kamertemperatuur
Bij de werking met gereduceerde kamertemperatuur
kan de gewenste gereduceerde kamertemperatuur
afhankelijk van de buitentemperatuur automatisch wor-
den verhoogd. De temperatuurverhoging vindt plaats
volgens de ingestelde stooklijn en maximaal tot de nor-
male gewenste kamertemperatuur.
De grenswaarden van de buitentemperatuur voor
begin en einde van de temperatuurverhoging kunnen
met de parameters "25" en "26" in groep "V.circuit..."
worden ingesteld.
Functiebeschrijving installatie
131

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vitotronic 100Cm1iCc1i