Elektrische aansluitingen
LON-verbinding maken
Pos.
Omschrijving
Ketel- en verwarmingscircuitregeling of Vitocontrole
A
LON-deelnemer, bijv. verwarmingscircuitregeling
B
Vitocom of Vitogate
C
Afsluitweerstand (2 stuks)
D
Geïntegreerd in Viessmann-toestellen met slechts één LON-interface
LON-verbindingskabel, 7 m lang
E
LON-koppeling
F
LON-verbindingsstekker (2 stuks)
G
Aansluitkabel
H
LON-aansluitdoos (2 stuks)
K
LON-deelnemer met geïntegreerde afsluitweerstand
altijd aan het begin of einde van de LON plaatsen:
■
bijv. Vitocontrol altijd aan het begin van de LON
plaatsen (positie
).
A
Bijv. Vitocom altijd aan het einde van de LON plaat-
■
sen (positie
C
).
Netaansluiting
Scheidingsinrichtingen voor niet-geaarde gelei-
ders
De hoofdschakelaar of "noodstop" moet gelijktijdig
■
alle ongeaarde geleiders met een contactopening
van minimaal 3 mm van het net scheiden.
■
Bovendien raden wij aan een universele stroomge-
voelige aardlekschakelaar (RCD) type B
installeren voor gelijkstroom(storingen), die kunnen
ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen.
Als er geen hoofdschakelaar of "noodstop" wordt
■
geplaatst, moeten alle ongeaarde geleiders door de
voorgeschakelde aardlekschakelaar met een con-
tactopening van minstens 3 mm van het net worden
gescheiden.
Netaansluiting voor accessoires en externe com-
ponenten
■
Wij adviseren de netaansluiting voor accessoires en
externe componenten, die niet op de regeling wor-
den aangesloten, op dezelfde zekering, minstens
echter fasegelijk met de regeling aan te brengen.
■
De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de vei-
ligheid bij netuitschakelingen. De opgenomen stroom
van de aangesloten verbruikers moet gerespecteerd
worden.
32
(vervolg)
te
Extra voorschriften voor olie- en gasgestookte
installatie
De nationale eisen aan stookinstallaties in uw land
■
moeten worden opgevolgd.
■
Bij olie- en gasgestookte installaties boven 100 kW
moet volgens de ontwerp-stookverordening "FeuVO"
door de installateur een "NOODSTOP" buiten de
installatieruimte worden geplaatst.
Bij verwarmingsinstallaties volgens EN 50156-1
■
moet de door de installateur geïnstalleerde "NOOD-
STOP" aan de eisen van de EN 50156-1 voldoen.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties
kunnen door elektrische stroom leiden tot ver-
wondingen en materiële schade.
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen
(bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de vol-
gende voorschriften worden uitgevoerd:
■
IEC 60364-4-41
■
VDE-voorschriften
Technische aansluitvoorwaarden van het
■
plaatselijke energiebedrijf
■
De netaansluitkabel moet door de installateur
met max. 16 A gezekerd worden.
Gevaar
Ontbrekende aarding van installatiecomponen-
ten kan bij een elektrisch defect door elektrische
stroom tot ernstige verwondingen leiden.
Toestel en leidingen moeten met de equipotenti-
aalverbinding van het huis verbonden zijn.