Storingsmeldingen
F4 Geen vlamvorming
Geen vlamvorming tijdens veiligheidstijd
■
Ionisatie-elektrode meldt geen vlamsignaal.
■
Oorzaak
Massasluiting van de elektroden of de kabels
Stekker van de ionisatie-elektrode niet aangesloten
Ionisatie-elektrode verkeerd ingesteld
Ontstekingselektroden verkeerd ingesteld
Ontstekingstoestel defect
Branderautomaat defect
Isolatiemantel van de ontstekings- of ionisatie-elektrode
gescheurd
Verkeerd gastype ingesteld
Gascombiregelaar opent niet.
Verbrandingswaarden niet optimaal
■
Slecht startgedrag
■
Draaischuifklep sluit niet.
Oorzaak
Stelmotor defect
Aansluitkabel stelmotor defect
Uitgangsrelais branderautomaat defect
F5 Luchtdrukbewaker sluit niet.
■
Luchtdrukbewaker meldt geen luchtdruk.
■
Ventilator draait niet.
■
Branderautomaat vergrendeld
Oorzaak
Luchtdrukbewaker defect
Luchtdrukbewaker niet correct aangesloten
Luchtdrukbewaker niet correct ingesteld
(vervolg)
Maatregel
Kabels controleren.
Stekker van de ionisatie-elektrode aansluiten.
Ionisatie-elektrode instellen (zie serviceaanwijzing van
de verwarmingsketel).
Ontstekingselektroden instellen (zie serviceaanwijzing
van de verwarmingsketel).
Ontstekingstoestel vervangen.
Branderautomaat vervangen.
Ontstekings- of ionisatie-elektrode vervangen.
Gastype instellen
Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel
■
of
Parameter "03" in groep "Branderautomaat" contro-
■
leren, evt. instellen.
Aansluitkabel controleren.
■
Gascombiregelaar controleren. Evt. vervangen.
■
Brander instellen (zie servicehandleiding van de CV-
■
ketel).
Om de branderstart te activeren, indien nodig ook bij
■
branderstilstand de instelschroeven verstellen.
Maatregel
Stelmotor vervangen.
Aansluitkabel vervangen.
Branderautomaat vervangen.
Maatregel
Luchtdrukbewaker vervangen.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Luchtdrukbewaker juist aansluiten.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Luchtdrukbewaker juist instellen.
■
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Verhelpen van storingen
119