Download Print deze pagina

Viessmann VITOTRONIC 300 Montage- En Servicehandleiding pagina 126

Verberg thumbnails Zie ook voor VITOTRONIC 300:

Advertenties

Functiebeschrijving installatie
Regeling van de cascade
Installatie met één CV-circuit met mengklep:
De gemeenschappelijke gewenste aanvoertempera-
tuur wordt automatisch op 8 K boven de gewenste
aanvoertemperatuur van het CV-circuit met meng-
klep geregeld.
Installatie met CV-circuit zonder mengklep en met
CV-circuits met mengklep:
De gemeenschappelijke aanvoertemperatuur wordt
volgens een eigen stooklijn aangehouden. Het tem-
peratuurverschil van 8 K met de gewenste aanvoer-
temperatuur van de CV-circuits met mengklep is bij
levering ingesteld.
Regelingstype autonoom
Parallel schakelen van de ketel
Zonder en met aanvoertemperatuursensor (zie vol-
gende tabel).
De cascaderegeling bepaalt voor alle actieve CV-ke-
tels de gewenste ketelwatertemperatuur. Iedere ketel-
circuitregeling regelt autonoom op de ingestelde ge-
wenste waarde.
De volgende regelingsstrategieën zijn mogelijk:
Condensatiestrategie (zie pagina 127)
Stookwaardestrategie 1 (zie pagina 128)
Stookwaardestrategie 2 (zie pagina 128)
Opmerking
Vitocrossal 200, type CM2, werken parallel en met con-
densatiestrategie.
Met aanvoertemperatuursensor
Parameter "06:1" of "06:3" in de groep "Cascade" in-
stellen
Voor het vaststellen van de in- en uitschakelcriteria
wordt de regelafwijking uit de gewenste en werkelijke
aanvoertemperatuur bepaald.
Sequentieel regelingstype
Met aanvoertemperatuursensor
Parameter "06:4" in de groep "Cascade" instellen.
De cascadenregeling regelt op de ingestelde
gewenste aanvoertemperatuur door vermogensin-
stelling van de verschillende CV-ketels. De hoofdke-
tel kan modulerend worden gebruikt. Alle overige
CV-ketels worden via een vermogensinstelling twee-
traps aangestuurd (ook modulerende brander).
Regelingsstrategie wordt automatisch op stookwaar-
destrategie 2, parameter "07:2" in de groep "Cas-
cade" gezet (zie pagina 127).
126
(vervolg)
Serieel schakelen van de ketel
Zonder aanvoertemperatuursensor
Parameter "06:0" of "06:2" in de groep "Cascade" in-
stellen
Om de in- en uitschakelcriteria te bepalen wordt de re-
gelafwijking uit de gewenste ketelwatertemperatuur en
de geschatte gemiddelde werkelijke ketelwatertempera-
tuur van de actieve CV-ketel gevormd. Dit geldt alleen
voor de CV-ketels waarvan de motorsmoorklep niet is
gesloten.
Zonder en met aanvoertemperatuursensor (zie vol-
gende tabel).
De cascaderegeling bepaalt voor alle actieve CV-ke-
tels de gewenste ketelwatertemperatuur. Iedere ketel-
circuitregeling regelt autonoom op de ingestelde ge-
wenste waarde.
Wanneer de hoofdketel (condensatieketel) de inge-
stelde gewenste waarde niet bereikt, dient deze al-
leen voor de retourtemperatuurregeling van de nage-
schakelde condensatieketel. De stookwaardeketel
wordt laat ingeschakeld en ook weer later uitgescha-
keld.
Regelingsstrategie wordt automatisch op stookwaar-
destrategie 2, parameter "07:2" in de groep "Casca-
de" gezet (zie pagina 128).

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vitotronic 100Cm1iCc1i