Reparatie
(vervolg)
Circulatiepomp toerentalgestuurd
met PWM-aansturing
Op uitgang sF moet continu een span-
ning van 230 V ∼ staan. Het pomptoe-
rental wordt door een stuursignaal (0 - 15
V −) via de PWM-aansluiting gestuurd.
0 V −
Pomp uit
8 - 15 V − Pomp draait met max. toe-
rental
Aansluiting op uitgang sS controleren
Op uitgang sS kan afhankelijk van het
installatieschema een circulatiepomp of
een 3-weg omschakelklep zijn aange-
sloten.
Bij een ingeschakelde ingang sS moet
een spanning van 230 V ∼ staan.
Temperatuursensoren controleren
aVG
%
&
A
/
aÖ
Oplossen van storingen
Codering 02:2 moet ingesteld zijn.
Als de circulatiepomp bij een losge-
maakte PWM-aansluiting met het max.
toerental draait, is er een CV-pomp met
PWM-aansturing ingebouwd. CV-pom-
pen met PWM-aansturing zijn niet
geschikt voor werking in zonne-installa-
ties.
Als de uitgang sS goed werkt bij een
relaistest, maar niet in normale werking,
moet u de instelling van codeeradres 20
controleren.
1. Stekker van de desbetreffende tem-
peratuursensor van zonneregelings-
module A lostrekken en de weer-
stand meten.
2. Weerstand van de sensor vergelijken
met de karakteristiek (zie volgende
afbeelding).
3. In geval van een sterke afwijking de
sensor vervangen.
141