Zonneregelingsmodule configureren
De zonneregelingsmodule wordt auto-
matisch als KM-BUS-deelnemer her-
kend door de regeling van de warmtege-
nerator (codeeradres 54).
De coderingen voor de zonneregelings-
module worden ingesteld op de regeling
van de warmtegenerator.
■ Regeling voor weersafhankelijke wer-
king:
Groep "Solar" selecteren.
■ Regeling voor verhoogde werking:
Groep "4" selecteren.
Overzicht codeeradressen
Coderingen
Codering in uitlevertoestand
Inschakelpunt zonnecircuitpomp
00:8
Inschakeltemperatuur-
verschil voor zonnecir-
cuitpomp 8 K .
Uitschakelpunt zonnecircuitpomp
01:4
Uitschakeltemperatuur-
verschil voor zonnecir-
cuitpomp 4 K.
Toerentalregeling zonnecircuitpomp
02:0
Zonnecircuitpomp (ge-
trapt) niet toerentalge-
stuurd
Temperatuurverschil toerentalregeling
03:10
Temperatuurverschil
voor de start van de toe-
rentalregeling 10 K.
Servicehandleiding van de ver-
warmingsketel of de regeling.
■ Vereiste coderingen, zie geselecteerd
installatievoorbeeld.
■ Functiebeschrijving en meer informa-
tie over de codeeradressen, zie
pagina 129.
Mogelijke omstelling
00:2
Inschakeltemperatuurver-
tot
schil instelbaar van 2 tot
00:30
30 K.
01:1
Uitschakeltemperatuurver-
tot
schil instelbaar van 1 tot
01:29
29 K.
02:1
Zonnecircuitpomp (ge-
trapt) toerentalgestuurd
met golfgroepregeling
02:2
Zonnecircuitpomp met toe-
rentalregeling en PWM-
aansturing
03:5
Temperatuurverschil in-
tot
stelbaar van 5 tot 20 K.
03:20
Inbedrijfstelling
123